2 Days in New York (2012)

Regie: Julie Delpy | 91 minuten | komedie | Acteurs: Julie Delpy, Chris Rock, Albert Delpy, Alexia Landeau, Alexandre Nahon, Kate Burton, Dylan Baker, Daniel Brühl, Talen Ruth Riley, Owen Shipman, Malinda Williams, Carmen Lopez, Emily Wagner, Arthur French, Petronia Paley, Alex Manette, Marcus Ho, Gregory Korostishevsky, Mai Loan Tran, Pun Bandhu, Johnny Tran

De Franse Julie Delpy kennen we hier vooral van de charmante arthouse films ‘Before Sunrise’ en ‘Before Sunset’ van Richard Linklater, waarin ze samen met Ethan Hawke filosofische gesprekken voerde en romantiek met een grote “R” beleefde. Wat Delpy met deze opvolger van haar regiedebuut ‘2 Days in Paris’ precies voor ogen had, is niet helemaal duidelijk, maar het resultaat is niets minder dan een filmisch treinongeluk. Of misschien is het meer te vergelijken met een kettingbotsing, aangezien de ene mislukte scène de andere opvolgt. Het zou, vermoedelijk, een lichtvoetige (romantische?) komedie moeten zijn over een cultuurbotsing, met hier en daar wat semi-artistieke “touches” (zoals een snelle, associatieve montage of hoofdpersoon Marion die tijdens een expositie “letterlijk” haar ziel verkoopt), maar het is vooral een op de zenuwen werkende film geworden vol onleuke, vermoeiende momenten.

Er zit veel van Delpy in ‘2 Days in New York’. Niet alleen speelt ze de vrouwelijke hoofdrol en heeft ze de regie voor haar rekening genomen, ze heeft ook meegeschreven aan het scenario. Daarom is het ook zo ongelooflijk dat het zo’n stereotiep, geforceerd geheel is geworden vol met banaliteiten en falende slapstickhumor. Ze heeft ook meegeschreven aan de Sunrise/Sunset-films, maar daarin kwamen doorgaans scherpe en genuanceerde observaties, met oog voor culturele verschillen. Haar personage in ‘Before Sunrise’ ergerde zich nog aan de stereotiepe opvatting dat Franse mensen altijd zo “schattig” of “grappig” zijn vanwege hun accent, gebaren of temperament. En dat dit dan meteen als “typisch Frans” wordt gezien. Maar in ‘2 Days in New York’ slaat ze zelf wel erg door naar de andere kant, en is hierin niet minder stereotiep. Hierin zijn de Fransen vooral naar worst stinkende, luidruchtige, lichtelijk racistische, en seksueel wel erg “vrije” lieden, die het leven van de arme Amerikaan Mingus (Rock) tot een hel maken.

Een bloemlezing: de vader van Marion (Delpy) komt in zijn blote kont te staan in een massagesalon; de zus van Marion gaat bh-loos naar een yogales, waardoor er voortdurend een borst onder haar mouwloze shirtje vandaan piept; de vriend van de zus verbaast zich erover dat Mingus niet blowt of deze bezigheid accepteert: hij is immers zwart; Marion moet via de telefoon een woord spellen en doet dit middels seksueel getinte woorden (en maakt ruzie over haar Franse accent). Het gaat van kwaad tot erger.

Conceptueel gezien is de film, en zijn vele scènes, niet eens zo slecht bedacht. Een botsing van culturen kan leuke situaties opleveren, en ook dramatisch gezien is het interessant om te tonen hoe een relatie onder stress kan komen te staan wanneer de familie van één van de partners in het spel komt en de omgangsvormen nog niet bekend zijn. En vaak beginnen de scènes ook wel aardig of potentieel grappig – met een flauwe of ongepaste opmerking aan de keukentafel, een kakofonie van de gezinsleden, of een avance van de seksueel bevrijde zus – maar de juiste toon wordt meestal net niet gevonden, of er wordt veel te lang doorgegaan op een bepaald idee, waardoor het ronduit vervelend wordt. En soms is het gewoon niet grappig en eerder naargeestig, zoals bij racistische opmerkingen of een vergaand excuus om onder uitzetting uit het appartementsgebouw uit te komen.

Wanneer de chirurgisch onderlegde buurman van Marion polshoogte komt nemen bij haar vanwege een schijnbaar medisch probleem, ontstaat er een half geslaagde komische scène wanneer de buurman pretendeert röntgenfoto’s van Marion te bekijken terwijl hij eigenlijk zoveel mogelijk glimpen probeert op te vangen van het achterwerk van haar zus, die een paar meter verder, slechts gekleed in een t-shirt, in de rondte paradeert. Ook de momenten waarin Mingus (rijmt op “cunnilingus”, zoals zuslief en haar vriend observeren: hilarisch!) zich even terugtrekt in zijn kamer en een dialoog voert met een kartonnen uitsnede van Obama (en Chris Rock tenminste weer eens grappig mag doen), zijn tot op zekere hoogte nog de moeite waard, maar deze scènes moeten met een lampje gezocht worden. Misschien is de beste scène nog wel die waarin Vincent Gallo even optreedt, als een enigszins sinistere welbespraakte kunstliefhebber, die de feitelijke duivel is die de ziel koopt van Marion. Maar het is te weinig en komt te laat in de film om nog veel effect te kunnen hebben.

‘2 Days in New York’ is misschien goed bedoeld, en Rock en Delpy doen hun best om geloofwaardige, echte mensen van hun personages te maken (en tot op zekere hoogte, lukt dit ook), maar de absurditeiten en oervervelende situaties en personages waarmee ze zich omringen maken van de film een erg zure appel om doorheen te bijten. Delpy was ook verantwoordelijk voor de muziek, en deze is aangenaam lichtvoetig en frivool. Helaas kan dit niet van de film zelf gezegd worden.

Bart Rietvink

Waardering: 1.5

Bioscooprelease: 20 september 2012
DVD-release: 6 december 2012