20th Century Boys – 20-seiki shônen: Honkaku kagaku bôken eiga (2008)

Regie: Yukihiko Tsutsumi |142 minuten | avontuur, fantasie, science fiction | Acteurs: Toshiaki Karasawa, Etsushi Toyokawa, Takako Tokiwa, Teruyuki Kagawa, Hidehiko Ishizuka, Takashi Ukaji, Hiroyuki Miyasako, Katsuhisa Namase, Fumiyo Kohinata, Kuranosuke Sasaki, Shirô Sano, Mirai Moriyama, Kanji Tsuda, Takashi Fujii, Hanako Yamada, Arata, Nana Katase, Chizuru Ikewaki, Airi Taira, Taka Ando Toshi, Takahiro Suzuki, Toshikazu Miura, Orientaru Rajio, Atsuhiko Nakata, Shingo Fujimori, Fumiya Fujii, Mitsuhiro Oikawa, Tomiko Ishii, Naoto Takenaka, Ken Mitsuishi, Tamotsu Ishibashi, Yu Tokui, Masato Irie, Miyako Takeuchi, Yoriko Douguchi, Ken’ichi Endô, Toshikazu Fukawa, Bengaru, Taijiro Tamura, Akio Yokoyama, Mansaku Fuwa, Naitomea, Ken Tanaka, Naoko Ken, Raita Ryû, Kazuko Yoshiyuki, Jun Nishiyama, Ryusei Sawahata, Tamaki Matsumoto, Fumiya Ogura, Ichiya Anzai, Katsuto Yoshii, Taichi Yano, Takuya Moriyama, Kôsei Kuroha, Kaoru Fujiwara, Kiyotaka Yamada, Yûki Otoguro, Ibuki Shimizu, Muneyoshi Abiko, Riku Uehara, Tadashi Nakamura, Dave Spector, Tetsuya Miyazaki, Noriko Kimoto, Dandy Sakano, Maya Mori, Akira Matsuda, Yôichirô Seto, Yusuke Hirayama, Yukina Kinoshita, Osamu Tsuji,  Yasuhisa Konishi, Mantarô Iwao, Shûhei Yoshinaga, Machiko Matsumura, Kôtarô Muraki, Takafumi Nishinaga, Mitsuhiro Sasaki, Takashi Sakaizawa, Kazuyuki Yamazaki, Takayuki Isawa, Naoki Akieda, Junpei Takiguchi, Kai Ato, Yukiko Nakatsubo, Mika Takanishi, Yoshihiko Murayama, Junko Toyoda, Rina Hatakeyama, Manabu Yajima, Manabu Itaya, Katsuo Nakamura, Rex Jones, Shiori Sakata, Renji Ishibashi, Kôji Kashima, Hitomi Kuroki, Shuto Tanabe, Miyu Yagyu

’20th Century Boys’ is het eerste deel van een groots opgezette trilogie over de lotgevallen van Kenji en een aantal van zijn jeugdvrienden. De film bestrijkt gebeurtenissen, die uitgesmeerd zijn over een periode van meer dan 40 jaar, waarbij er frequent gebruik wordt gemaakt van flashbacks en andere continuïteitssprongen om het plot toe te lichten. Dat is ook wel nodig, want het verhaal is episch van opzet en kent een intrigerend uitgangspunt in het feit dat wereldschokkende rampen als epidemieën en aanslagen hun oorsprong vinden in de kleurrijke fantasie van een stel prepubers. De film is gebaseerd op de – in Japan – uiterst succesvolle manga ’20-seiki shônen’ van Naoki Urasawa en de daarop volgende delen uit de reeks. De titel komt van het lied van de Britse band T.Rex. Zoals gezegd is deze film de eerste aflevering van een trilogie van films, die in Japan binnen een jaar werd uitgebracht. Dit deel ging in augustus 2008 in première, de volgende delen kwamen respectievelijk in januari en augustus 2009 in roulatie. De film had een enorm budget voor Japanse begrippen en een grote cast, met vele tientallen sprekende rollen, wat een enorme logistieke operatie moet zijn geweest voor de makers.

De hoofdrol is voor Toshiaki Karasawa als de wat naïeve Kenji Endô, die zijn droom als rockmusicus heeft opgegeven en zich bijna niets meer herinnert van zijn kinderjaren. Hij vult zijn dagen als hulpje in de “Kingmart” supermarkt waar ook zijn moeder werkt en hij draagt zijn nichtje Kanna (Airi Taira), een baby, in een draagzak op zijn rug. Haar moeder is Kenji’s zus, maar zij heeft het kind afgestaan en is spoorloos verdwenen. Kenji slijt zijn dagen in anonimiteit, zeker nu hij zijn rockband heeft opgegeven. Dan gebeuren er meer mysterieuze dingen: in Afrika en San Francisco gaan mensen dood aan een rare epidemie, een professor uit de stad verdwijnt met zijn hele gezin en als Kenji naar hun huis gaat voor een openstaande rekening ontdekt hij een symbool op de muur: een oog in een hand binnen een ander oog. Dit is het teken dat hij en zijn vriendjes vroeger hebben verzonnen. Op de reünie van zijn oude school wordt hij geconfronteerd met verhalen over een mysterieuze sekte onder leiding van “Vriend”, die gebruik maakt van zaken waar alleen Kenji’s oude vriendengroep weet van had. Als dan voormalig lid Donkey (Katsuhisa Namase) zelfmoord pleegt, raakt Kenji meer en meer in de onheilspellende gebeurtenissen verstrikt. Gelukkig krijgt hij hulp van zijn oude vrienden, waaronder de pittige douane-agente Yukiji (Takako Tokiwa).

Karasawa laat zien dat hij zo’n dragende rol als die van Kenji meer dan waard is: hij is geloofwaardig als de wat sullige winkelbediende, maar evenzeer als de leider die zich teweer stelt tegen de schimmige “Vriend” en zijn sekteleden, die werkelijk overal lijken te zijn. De andere personages hebben (nog) niet zo’n uitgesproken rol, uitgezonderd Yukiji wellicht, maar bij een film als deze is het altijd goed om te onthouden dat er nog twee delen zullen volgen.  De vele flashbacks werken soms wel afleidend, maar een pluim voor de makers voor de casting: de kinderen uit Kenji’s vriendenclubje lijken allemaal sterk op hun volwassen versie en dat maakt identificatie met de karakters een stuk makkelijker.

Het verhaal heeft wat tijd nodig om op gang te komen, maar regisseur Yukihiko Tsutsumi is erin geslaagd om meteen vanaf het begin een mysterieuze sfeer te scheppen, waardoor de film blijft boeien. Langzaam maar zeker word je als kijker het verhaal ingezogen en wil je weten wie “Vriend” is (de flashbacks pakken het overigens slim aan door diens gezicht op ingenieuze wijze te vervullen), wat de volgende stap is in zijn grote plan om de wereld te veroveren en waarvan de blauwdruk dertig jaar eerder in een kinderlijk handschrift is neergepend. Er blijven – uiteraard – veel vragen onbeantwoord en de film werkt niet op alle fronten even goed: de montage is soms wat onevenwichtig en de makers proberen teveel informatie in de toch niet onaanzienlijke speelduur van bijna tweeënhalf uur te stoppen. Ook sommige special effects – met name explosies – zijn duidelijk nep. Ondanks de – kleine – minpuntjes is ’20-seiki shônen: Honkaku kagaku bôken eiga’ een veelbelovende en vliegende start van de trilogie. Wie dit deel gezien heeft, wil zo snel mogelijk ook de volgende delen zien.

Hans Geurts