Adam & Paul (2004)

Regie: Leonard Abrahamson | 83 minuten | drama, komedie | Acteurs: Mark O’Halloran, Tom Murphy, Louise Lewis, Paul Roe, Gary Egan, Mary Murray, Deirdre Molley, Thomas Farrell, Ion Caramitru, Ian Cregg, Gerry Moore, David Herlihy, Anita Reeves, Virginia Cole, Tomas O’Suilleabhain.

Twee junks op een matras. Ergens op een afgelegen, winderig terrein. Het eerste beeld van ‘Adam & Paul’ geeft je al meteen het vermoeden dat dit begin van de dag voor de twee hoofdpersonen eerder regel dan uitzondering zal zijn. Tijdens een ’trip’ zijn ze ongetwijfeld hier terechtgekomen en de dag erna moeten ze, geen idee hoe ze hier zijn aanbeland, weer op eigen kracht terug. En die krachten zijn beperkt, dat zie je ook al snel. Adam en Paul zijn typische junks. De een lang, mager, ingevallen wangen en voortdurend chagrijnig. De ander kijkt met wazige blik en openhangende mond nogal dommig om zich heen. Er staat ze maar één ding te doen, en dat is drugs scoren. We volgen deze twee losers en zien hoe ze onderweg diverse bekenden en onbekenden tegenkomen. Zo zijn er enkele vrienden, die niet zo vriendelijk zijn voor Adam en Paul. Die vrienden, zelf niet vies van alcohol, nemen het Adam en Paul kwalijk dat een andere vriend, Matthew, als junk is overleden. Bovendien zijn Adam en Paul niet eens naar de herdenkingsdienst gekomen.

Een andere ontmoeting is die met een ‘Roemeen’ die Bulgaar blijkt te zijn. Na eerst wat wederzijdse vooroordelen te hebben uitgewisseld, laat de klamme Paul oprecht weten medelijden te hebben met de Bulgaar omdat hij uit zo’n ‘shithole’ komt. Waarop de Bulgaar, die er heel wat beter uitziet dan de twee junks, hoofdschuddend onze twee sneue vrienden achterlaat. Het is een voorbeeld van de soms wrange humor die in deze film voorkomt. Daarnaast komen er soms bijna slapstickachtige situaties voor, waar de arme Paul steeds het slachtoffer van is. Hij wordt aangereden door een scooter, slaat zijn hand kapot tegen een autoraampje en breekt zijn neus als het duo met een gejatte auto tegen een paaltje aanrijdt. Ondertussen komen de heren geen stap dichterbij hun doelen: ten eerste drugs vinden, en ten tweede in contact komen met Janine, een vriendin die nu clean is. Janine lijkt de enige die nog echte interesse heeft voor Adam en Paul, maar zelfs dit is maar de vraag. Ze heeft haar leven weer op de rails, maar ongelooflijk genoeg doet de trieste aanblik van Adam en Paul haar alleen maar weer verlangen naar nog eens een shot.

‘Adam & Paul’ geeft met deze combinatie van humor en intense triestheid een bijzonder beeld van het troosteloze leven van de twee antihelden. Er wordt geen oordeel uitgesproken over hen, en ook niet over hun omgeving. Wel wordt op niet mis te verstane wijze getoond hoe armoedig het leven in Dublin voor velen is. Niet alleen voor junks zoals Adam en Paul, maar ook voor veel andere mensen die proberen iets van het bestaan te maken. Betonnen woonblokken, gastarbeiders, alcohol, zwart werk: de economische groei in Ierland is duidelijk niet voor iedereen weggelegd. Het verhaal is troosteloos en grappig tegelijkertijd, maar Adam en Paul blijven wel wat karikaturaal door deze combinatie. Soms zijn ze nog net niet een variatie op de dikke en de dunne. Het maakt de film wat onevenwichtig: de ene keer lach je om hun onhandigheid, het volgende moment schaam je je er ervoor dat je erom gelachen hebt. Aan de andere kant: hoe kan het ook anders? Zijn junks niet sowieso karikaturen van zichzelf, en is dat niet juist het trieste aan hun bestaan? De onevenwichtigheid van ‘Adam & Paul’ maakt het einde niet minder indrukwekkend. Hoewel je natuurlijk de hele tijd wel weet dat het bijna niet meer goed kán komen met de twee, komt het trieste einde van de vriendschap tussen Adam en Paul toch nog rauw op je dak. Voor deze twee levende doden is er uiteindelijk niemand meer die naar ze omkijkt.

Daniël Brandsema