Adieu au langage (2014)

Regie: Jean-Luc Godard | 70 minuten | drama | Acteurs: Héloïse Godet, Kamel Abdeli, Richard Chevalier, Zoé Bruneau, Christian Gregori, Jessica Erickson, Marie Ruchat, Jeremy Zampatti, Daniel Ludwig, Gino Siconolfi, Isabelle Carbonneau, Alain Brat, Stéphane Colin, Bruno Allaigre, Alexandre Païta, Jean-Philippe Mayerat, Florence Colombani, Nicolas Graf, Roxy Miéville, Dimitri Basil

Jean-Luc Godard, grootmeester van de Franse cinema, begon zijn carrière reeds in 1959. Als filmdenker en -criticus was hij toen al enige tijd betrokken bij het toonaangevende Les Cahiers du Cinéma. Deze filmkrant stelde de maat voor een nieuw type cinema. Ontregelende maar esthetische en zelfbewuste beeldvoering werd het gemeengoed. Godard is, samen met bijvoorbeeld François Truffaut en Claude Chabrol, een belangrijke exponent van deze zogenaamde Nouvelle Vague. In de jaren erna bleef Godard gestaag films produceren. Tot op de dag van vandaag verschijnen er met enige regelmaat films in de bioscopen. ‘Adieu au langage’ betreft zijn 39ste speelfilm, nota bene in 3D.

Alhoewel, van film is eigenlijk geen sprake. Film omvat gangbaar gezien altijd een narratief, een verhaal. ‘Adieu au langage’ doet het in grote lijnen zonder. Volgens Godard zelf loopt er een verhaallijntje over een stormachtige relatie, maar dat is bijzaak. Het ruziënde koppel en hun onschuldige hond spelen geen directe rol van betekenis. Ze worden ingezet als middel om iets te zeggen over de staat van de huidige samenleving. De gesprekken die de man en vrouw voeren worden ondersteund door een complexe en vrij obscure waterval van beelden en geluiden. Godard schuwt er niet voor om onconventionele en illusiedoorprikkende beelden te gebruiken. Zo ontstaat er een collage van indrukken, denkbeelden en ideeën. Het is dus het experiment dat in ‘Adieu au langage’ op de eerste plek staat. De content staat in dienst van de vorm. Op zijn 84ste maakt Godard nog steeds authentieke avant-garde.

De overvloed van beelden dient natuurlijk niet voor niets. Zoals de titel al verraadt, biedt Godard hier een vrij zwartgallig beeld van de maatschappij. Aan de hand van het werk van verschillende filosofische denkers doet hij zijn opvattingen uit de doeken. Niet alleen laat de regisseur zijn personages een keur aan citaten uitspreken, ook worden die convicties door middel van het beeld gevisualiseerd. Het eind van taal en de daarbij behorende gevolgen staan centraal. Zonder taal is de mogelijkheid tot fantasie bijvoorbeeld verdwenen. Net als het vermogen tot onderlinge communicatie. Uiteindelijk zal ook het denken eronder lijden. Dictatoriale oorlogsvoerders zijn verantwoordelijk. Maar ook de mens zelf is niet zonder blaam, doordat ook zij te vaak taal in dienst van het conflict stellen. Zuiver cultuurpessimisme, het lijkt terug van weggeweest. Alleen de onschuldigheid van de natuur, met daarin een voorname rol van de hond, biedt nog soelaas.

Hoe ziet die negativiteit er in de praktijk dan precies uit? Een kleine microanalyse van de openingsscène, de scherprechter van elke film, biedt misschien meer duidelijkheid. Verhalende elementen in die passage zijn schaars. Het tweetal dat zorgt voor het overkoepelende geraamte van ‘Adieu au langage’ wordt hier geïntroduceerd, maar wie ze precies zijn wordt op het eerste gezicht niet geheel duidelijk. De aandacht gaat onverlet uit naar het beeld. Of meer precies zijn het flarden van beelden.

De kijker begint met een razendsnel beeld van rennende mensen. Een pistoolschot klinkt. Dat shot wordt gevolgd door een klein fragment van Howards Hawks’ klassieker  ‘Only Angels Have Wings’. Daarop wordt de onschuldige hond Roxy geïntroduceerd. Een zwart beeld met witte lichtstreken maakt deze sequentie af. In beeld verschijnt La Nature (de natuur) als tussentitel. Dat hoofdstuk wordt ingeleid met een beeld van een aankomende pont. Ook hier blijft de camera niet lang hangen. Met een shot van een boekenstalletje gaat ‘Adieu au langage’ verder. Enkele mensen hebben zich rond de tafel verzameld, maar zijn allen slechts deels te zien door de ongewone camerahoek. Overzichtsshots zijn tot een minimum gereduceerd. In het volgende shot is een man te zien die al zittend een boek van de Russische schrijver Solzhenitsyn aan het becommentariëren is. Het commentaar gaat over in een discussie over de duim. We zien de toetsen van een mobiele telefoon worden ingedrukt. De telefoon wordt uitgewisseld. Ook hier zijn er geen gezichten te zien. En zo gaat het gedurende de film verder.

In deze scènes maakt Godard gebruik van stilistische technieken als frame freezing, kleureffecten, gekantelde kaders, snelle montage, tussentitels, found footage en geluidsintervallen. Bovendien worden er zes verschillende soorten camera’s ingezet, met alle effecten van dien. Later wordt de diffuse plotlijn uit de opening in enkele spiegelscènes herhaald. Het lijkt allemaal willekeur, maar toch is er een rode draad te ontwaren. Wat de toeschouwer hier te zien krijgt is echter sterk aan interpretatie onderhevig. Een gebrek aan taalkunde verstoort onze beeldinterpretatie, zo lijkt gesuggereerd te worden. Daardoor kunnen deze verraderlijke, associatieve beelden ons geen duidelijkheid verschaffen over de realiteit. De shots staan misschien wel in relatie tot elkaar, maar dat verband is moeilijk te doorzien. Niet alleen het woord, maar ook beeldtaal is niet meer toereikend in onze onderlinge communicatie. Godard pleegt hier een postmoderne, maar ook zeer ludieke en interessante vadermoord.

Het 3D-effect draagt bij aan de opschudding. Soms is de aanzienlijke scherptediepte fraai, een andere keer is het regelmatig zoeken naar de focus. Maar er zijn ook momenten waarop het 3D erg mooi uitpakt. In die scènes is het hedendaagse onvermogen tot communicatie zo verbeeldt dat het linkeroog het ene personage ziet en de rechter het andere, terwijl ze zich in elkaars naaste omgeving bevinden. De patstelling van hun relatie is in die momenten tot de kern teruggebracht. Zeer effectief, al zal menig hersenpaar er aan moeten wennen.  Ook bij het 3D-effect is het dus verscheidenheid troef. Het zegt weeral iets over onze troebele waarneming van de werkelijkheid. Zonder taal is onze receptie beperkt. De mens is als moderne Sisyphus beneveld door zijn eigen incompetente vrijheidsconstructies. Wij zijn zelf het monster van Frankenstein, puur omdat wij onszelf geschapen hebben. De waarheid en het woord hebben een stille dood gevonden. De existentialistische geest van Plato sluimert nog altijd rond.

‘Adieu au langage’ is een film volgens de Franse filosofische traditie. In de eindcredits verschijnt een mooi lijstje van filosofische inspirators. Franse denkers als Roland Barthes, Albert Camus, Ferdinand de Saussure en Gilles Deleuze komen eveneens snel om de hoek kijken. Ook de Duitse Frankfurther Schule is alom tegenwoordig. Het maakt het werk tot een interessant, cinefiel en speels document, dat met gemak meerdere keren bekeken kan worden. Maar een film in de conventionele betekenis is ‘Adieu au langage’ niet. Eerder kan het stuk worden gezien als een audio-visual essay, een nieuw fenomeen dat film op een meer theoretische manier benaderd. En dat doet ‘Adieu au langage’ op een uitdagende manier. Godard heeft nog niks aan scherpte ingeboet. Een cijfer geven is echter niet makkelijk. Laat u dus niet leiden door het aantal sterren onder deze subjectieve recensie, maar ervaar ‘Adieu au langage’ vooral zelf. En reflecteer.

Wouter Los

Waardering: 4

Bioscooprelease: 29 januari 2015
VOD-release: 26 mei 2015