Airport ’77 (1977)

Regie: Jerry Jameson | 114 minuten | actie, drama, thriller | Acteurs: Jack Lemmon, Lee Grant, Brenda Vaccaro, Joseph Cotten, Olivia de Havilland, James Stewart, George Kennedy, Darren McGavin, Christopher Lee, Robert Foxworth, Robert Hooks, Monte Markham, Kathleen Quinlan, Gil Gerard, James Booth, Monica Lewis, Maidie Norman, Pamela Bellwood, Arlene Golonka, Tom Sullivan, M. Emmet Walsh, Michael Richardson, Michael Pataki, George Furth, Richard Venture, Ross Bikell, Peter Fox, Beverly Gill, Charles Macauly, Tom Rosqui, Arthur Adams, Anthony Battaglia,

Het derde deel van de ‘Airport’-reeks is het kijken waard. Belangrijk zijn de prestaties van een groot aantal acteurs, dat er blijkbaar zin in had. De ramp met het vliegtuig is in deze film grootser én fantasierijker dan in voorgaande delen. Niettemin lijken de makers er daadwerkelijk geloof in gehad te hebben om van ‘Airport ’77’ een goede film te maken met een redelijk verhaal, spannende momenten en interessante hoofdrolspelers.

Christopher Lee stond voor deze film vooral bekend als graaf Dracula of als andere engerd uit het horrorgenre. Lee is in ‘Airport ’77’ echter een van de grote namen die plezierig overkomt als zakenman die nogal wat te stellen heeft met zijn vrouw, Lee Grant. Grant (‘Shampoo’) speelt een fantastische rol als getormenteerde vrouw op leeftijd, die haar schoonheid verliest en redding zoekt in de fles. Andere rollen zijn eveneens noemenswaardig. Zo is Jack Lemmon (‘The Odd Couple’) als vanouds op dreef in een voor hem vreemde rol als piloot en komt de oudere James Stewart (‘Vertigo’) aimabel over als rijke kunsthandelaar die gek is van zijn dochter en kleinkind. Robert Foxworth is een onbetrouwbare pion net als in ‘Damien: Omen II’ van een jaar later en George Kennedy is wederom van de partij als Patroni.

Het verhaal van ‘Airport ’77’ steekt aardig in elkaar, in ieder geval aardig genoeg om je de hele film te boeien. De slechteriken aan boord komen ook over als rotzakken en regisseur Jameson neemt je regelmatig mee naar de beslommeringen van een van de passagiers aan boord. De ramp die zich afspeelt is wel een minpunt, vooral vanwege de ongeloofwaardige wijze waarop de catastrofe zich voltrekt. Zet je het mindere gevoel echter even opzij en denk je aan een film als ‘The Poseidon Adventure’, dan kun je evenwel genieten van hetgeen zich afspeelt. De gebeurtenissen onder water (je leest het goed: onder water) zijn okay wat betreft spanning en kwaliteit, waardoor het allemaal wel te pruimen is. Alleen het slotstuk van de film gaat een brug te ver wat betreft aannemelijkheid. Maar goed, dit is Hollywood!

De setting aan boord van het grote passagiersvliegtuig is een van rijkdom en weldaad en had gepast in het Amerika van Ronald Reagan, enkele jaren later. Luxe fauteuils, dure juwelen, zakelijke deals en een (zwarte) barman die de drank verzorgt. De puissant rijke Stewart zorgt ervoor dat iedereen die hij heeft uitgenodigd voor zijn nieuw te openen kunstmuseum het goed naar de zin heeft. Nieuwe romances bloeien op aan boord, oude liefdes herleven. Het lijkt soms wel ‘Love Boat’. De scènes van figuren die het feest willen bederven worden begeleid door coole, zware synthesizerklanken, die vaker voorkomen in films van eind jaren zeventig. De special effects komen wat gedateerd over, maar dat is ook meteen de charme van een film als deze.

Van de vier ‘Airport’-films is deel drie zeker niet de minste. Sterker, ‘Airport ’77’ staat gelijk aan de film waar het allemaal mee begon in 1970. Okay, de impact van een derde deel kan bijna niet groter zijn dan een succesvolle eerste film, maar de acteurs, het verhaal en de spanning maken een hoop goed. De duikvlucht van de Boeing in de open zee en met name het eind van de film over de reddingsoperatie maken het er helaas niet geloofwaardiger op. Niettemin is ‘Airport ’77’ het kijken zeker waard.

Robbert Bitter

Waardering: 3

Bioscooprelease: 22 september 1977