Aldus Libelle (2011)

Regie: Juul Bovenberg | 75 minuten | documentaire

Tijdschriften komen en tijdschriften gaan. Maar weinig titels houden het zo lang vol als Libelle, het vrouwenweekblad dat in 1934 (!) voor het eerst verscheen en nog altijd een van de best gelezen magazines van Nederland. Wekelijks lezen maar liefst 2,7 miljoen mensen de Libelle. En dat zijn zeker niet allemaal vrouwen. In de documentaire ‘Aldus Libelle’ (2011) onderzoekt Juul Bovenberg het geheim achter het succes van het grootste, oudste en meest invloedrijke vrouwenweekblad. Wie zijn de vrouwen die de inhoud van het blad bepalen, welke plaats neemt het blad in in het leven van de lezeres? Hoofdredacteur Franska Stuy definieert de Libelle als een vriendin met wie je lief en leed deelt. Geen vriendin die aan je kop zeurt, maar iemand die je juist opbeurt en steunt. Of, zoals redacteur en columnist Femke Sterken zegt: “Het leven is soms nogal kut en als je dan ‘Libelle’ gelezen hebt, dan denk je, nou, het komt allemaal wel weer goed.”

Bovenberg, die naar eigen zeggen graag een ‘Libelle’-moeder had gehad maar het moest stellen met een ‘Opzij’-moeder, volgt de redactie in de aanloop naar de twee belangrijkste edities: het dubbeldikke zomernummer en het kerstnummer. Een jaar lang liep ze mee op de redactie, waarbij ze zich focust op vier hoofdrolspelers: naast Stuy en Sterken zijn dat adjunct-directeur Maureen Belderink en redactiemanager Human Interest Barbara van Erp. Bij elk onderwerp dat in brainstormsessies voorbij komt moet beoordeeld worden hoe de ‘Libelle’-lezeres erover denkt. De ene redacteur meet zich die specifieke stijl gemakkelijker aan dan de ander, wat soms wel eens tot wrijving leidt. Want wat is ‘Libelle’ en wat niet, hoe ver kun je gaan en hoe maak je bepaalde onderwerpen bespreekbaar voor de ‘Libelle’-lezeres? Want keihard nieuws hoort niet in de ‘Libelle’. Het moet gezellig en dicht bij de lezeres blijven, zonder dat het truttig wordt (want daar waakt de onverbiddellijke Franska Stuy voor).

Juul Bovenberg filmde ruim tachtig uur op de redactie van ‘Libelle’. De scènes die ze in haar film verwerkte geven een globaal beeld van de werkzaamheden achter de schermen van een tijdschrift. Van de druk die de redacteurs moeten voelen en de dynamiek van een wekelijkse deadline, is helaas niets terug te zien: het lijkt wel alsof de dames zeeën van tijd hebben en slechts twee edities uit te geven hebben: een zomer- en een kersteditie. Dit is natuurlijk zeker niet het geval, maar de film focust daar wel op. We krijgen wel een goed beeld van hoe cruciaal – en hoe lastig – het is om een bladformule trouw te blijven en dat er constant gewikt en gewogen moet worden of een onderwerp wel in het straatje van de lezeres past. Dat de vrouwen plezier hebben in hun werk, staat buiten kijf. De redactie bestaat uit enthousiaste en creatieve mensen die elkaar inspireren en samen elke week iets moois proberen neer te zetten. ‘Aldus Libelle’ is een interessante film die het werk achter de schermen van een tijdschrift op een frisse manier belicht, al blijft de documentaire helaas net iets te veel aan de oppervlakte.

Patricia Smagge