All That Jazz (1979)

Regie: Bob Fosse | 123 minuten | drama, fantasie, musical | Acteurs: Roy Scheider, Jessica Lange, Leland Palmer, Ann Reinking, Cliff Gorman, Ben Vereen, Erzsebet Foldi, Michael Tolan, Max Wright, William LeMassena, Irene Kane, Deborah Geffner, Kathryn Doby, Anthony Holland, Robert Hitt

Tijdens de openingsscène klinkt veelzeggend het catchy lied ‘On Broadway’. De massaal aangetreden dansers moeten hun talent bewijzen aan regisseur en choreograaf Joe Gideon die bezig is een nieuwe productie op te zetten. Op het podium is amper genoeg ruimte voor zoveel mensen om goed uit de voeten te kunnen. De sfeer van de hele film is hiermee samengevat. Het gaat over het moeizaam tot stand brengen van grootse dromen, onvermijdelijke afwijzingen, teleurstellingen, drama, liefde, lust, bedrog en de eindigheid van alles. En alles op smakelijke wijze in zang en dans verpakt met een constante, broeierige onderstroom van erotiek. Hoofdpersoon Joe Gideon lijkt alleen maar voortgedreven te worden door zijn creatieve impulsen en seksuele lust en sleept iedereen in zijn omgeving in deze maalstroom mee.

Dat het hart van Joe Gideon op een gegeven moment begint te protesteren, is niet verwonderlijk. Hij is niet alleen bezig met een nieuwe Broadway productie, hij moet ook nog een film afmonteren waar heel veel mensen met smart op zitten te wachten. En hij heeft een liefdesleven om u tegen te zeggen. Om dit allemaal vol te kunnen houden, slikt hij pepmiddelen, rookt als een schoorsteen en drinkt wanneer hij maar kan. Elke ochtend staat hij weer een tintje bleker voor de spiegel. Dan spreidt hij op guitige wijze zijn handen, tovert een grijns tevoorschijn en zegt: ‘It’s showtime, folks’. Vooral de herhaling van deze steeds moeizamer geuite woorden met die welgemeende, maar bleke grijns maken de tragiek van dit showdier pur sang zo schrijnend.

De scène waarin ook voor Gideon duidelijk wordt dat zijn hart mankementen vertoont, is niet alleen de mooiste van de film, maar een van de allermooiste scènes uit de filmgeschiedenis. Een gezelschap van acteurs aan wie de rollen zijn toegekend en een stel anderen zitten ontspannen en onder luid gelach het scenario te lezen. Gideon hoort al snel niets meer en de kijker ook niet. De film wordt plotseling vacuüm gezogen. In een luchtbel staat hij op of kijkt om zich heen, maar er is geen enkel contact met de buitenwereld. Als hij achter zijn rug met een droge knak een potlood in tweeën breekt, is dit te midden van de diepe stilte wel te horen en is het net alsof er een bom inslaat.

Roy Scheider speelt een van zijn beste rollen. Hij straalt een dierlijke, oprecht gevoelde lust uit jegens vrouwen en niemand hoeft te twijfelen aan de oprechte liefde waarmee hij zijn vak uitoefent. De gedrevenheid om zijn creativiteit vorm te geven en de bijbehorende zucht naar perfectie, is meeslepend. Dat hij daarbij Gideon ook nog een ontroerend, kwetsbare kant weet mee te geven, is erg knap, zoals in de scène waarin hij samen met zijn dochter danst en tegelijkertijd het leven met haar doorneemt. Hij is een liefhebbende, beschermende vader en tegelijkertijd een gepassioneerde, strenge choreograaf die precies weet hoe hij het wil hebben.

‘All That Jazz’ is opvallend modern, op enkele punten verwaarloosbare punten na die wel gedateerd aandoen. Dit vrijwel tijdloze karakter is alleen weggelegd voor films als deze die met oprechte intentie en veel zorg en liefde zijn gemaakt.

Diana Tjin-A Cheong

Waardering: 4

Bioscooprelease: 4 september 1980