Alphaville: une étrange aventure de Lemmy Caution – Alphaville: A Strange Adventure of Lemmy Caution (1965)

Regie: Jean-Luc Godard | 95 minuten | drama, thriller, romantiek, science fiction | Acteurs: Eddie Constantine, Anna Karina, Akim Tamiroff, Valérie Boisgel, Jean-Louis Comolli, Michel Delahaye, Jean-André Fieschi, Christa Lang, Jean-Pierre Léaud, László Szabó, Howard Vernon

Jean-Luc Godard was een baanbrekend cineast, die in de jaren zestig, na zijn overrompelende debuutfilm ‘A bout de souffle’ film na film afleverde. ‘Alphaville: une étrange aventure de Lemmy Caution’ is zijn eerste science fiction film, hoewel deze genre aanduiding niet helemaal volledig is. ‘Alphaville’ is namelijk net zo veel film-noir als Godards visie op de toekomst. Ook heeft de film parodie-achtige kenmerken. Deze vreemde mengeling maakt van de prent geen makkelijke zit. ‘Alphaville’ vergt nogal wat van de kijker: veel delen van de film zijn traag – zoals veel van Godards werk overigens – en de betekenis van de beelden is onder diepe lagen verstopt. In essentie is ‘Alphaville’ echter een eenvoudige vertelling, waarin de aloude tegenpolen liefde en poëzie maar weer eens lijnrecht tegenover technologie en wetenschap worden gezet.

Pluspunten zijn de mooie beelden van de bijzonder getalenteerde cinematograaf Raoul Coultard. Het Parijs in de jaren zestig doet dienst als decor voor het kille, hypergeavanceerde Alphaville. Godard liet geen sets bouwen, maar week met filmploeg uit naar moderne, glazen gebouwen die in Parijs uit de grond gestampt werden. Het werkt goed, het zwart is zwarter dan ooit en het wit doet soms pijn aan je ogen. Het enige licht is afkomstig van neonverlichting en autolampen. Dit is zwart-wit op zijn best!

De in 1993 overleden B-acteur Eddie Constantine maakte van zijn optredens in Franse detectivefilms zijn handelskenmerk. Godard castte deze vergeten acteur en gaf hem de hoofdrol als geheim agent Lemmy Caution, een rol die hij in de eerder genoemde film noirs ook al vertolkte. Zo ongeveer als Tarantino tegenwoordig gewezen actiehelden een nieuwe carrière-impuls geeft, deed Godard dat dus al veel eerder. Caution wordt naar Alphaville gestuurd om professor Von Braun (Howard Vernon) uit te schakelen. Grappig is dat hoewel Alphaville zich kennelijk ergens in de melkweg bevindt, Caution de reis ernaar toe maakt met een Ford Galaxy, over de snelweg. Al snel komt Caution er achter dat Von Braun niet de belangrijkste schakel is, die rol is weggelegd voor supercomputer Alpha 60. Alpha 60 is zo intelligent, dat hij zichzelf opnieuw heeft geprogrammeerd en nu in staat is zelf te denken. Een volledige dictatuur is het gevolg en alle inwoners van Alphaville dienen naar zijn pijpen te dansen. Zijn ultieme doel is het creëren van een staat waarin logica heerst. Emoties worden langzaam maar zeker verbannen van de planeet; mensen die laten blijken nog gevoelens te hebben, worden geëxecuteerd in een zwembad gevuld met vrouwen die een soort waterballet opvoeren voor ze het lijk uit het zwembad halen. Woorden als ‘liefde’ en ‘waarom’ verdwijnen. Het is deze wereld waar Caution zich ineens bevindt en waaruit hij moet zien te ontsnappen.

De vrouwelijke hoofdrol is perfect ingevuld door Godards echtgenote en muze Anna Karina. Als dochter van Von Braun, Natascha, heeft zij geleerd geen emoties meer te voelen, maar Lemmy weet toch tot haar door te dringen. Karina laat zien niet alleen over een klassieke schoonheid te bezitten, maar ook over acteertalent: haar transformatie wordt volkomen geloofwaardig en ontroerend gespeeld. Een andere belangrijke rol is voor Alpha 60, er zullen weinig mensen zijn bij wie de doordringende stem van deze supercomputer geen indruk heeft gemaakt, of je je er nu aan ergert of niet, deze stem vergeet je je leven lang niet meer. Hetzelfde kan eigenlijk van de film gezegd worden. Geen film om rustig achterover te leunen, voor een optimale beleving van ‘Alphaville’ moet je je eigen interne computer aan het werk zetten. Vreemd? Dat zeker, maar ook heel inventief en eigenzinnig.

Monica Meijer