Awaydays (2009)

Regie: Pat Holden | 101 minuten | drama | Acteurs: Stephen Graham, Nicky Bell, Liam Boyle, Oliver Lee, Lee Battle, Sean Ward, Michael Ryan, Ian Puleston-Davis, Holly Grainger, Sacha Parkinson, Samantha McCarthy, Dean Smith, Rebecca Atkinson, Daniel Hewitson, Dave Hewitson, Andrew Osbourne

Over voetbalhooligans bestaan nogal wat mythes en foutieve stereotypen. Het zijn in de dagelijkse praktijk bijvoorbeeld zeker niet allemaal asociale delinquenten die hun leven slijten aan de zelfkant van de maatschappij. Sterker, zeker in Engeland zijn hooligans doorgaans afkomstig uit alle lagen van de bevolking en zijn het vaak mensen met een gewone baan en een gezin die alleen in het weekend helemaal losgaan. Het toonbeeld van deze tweeslachtigheid in ‘Awaydays’ is John Godden, de leider van The Pack. Doordeweeks is hij een werkende vader van drie kinderen, in het weekend een beest dat zijn opgekropte woede botviert op de hoofden en lichamen van rivaliserende voetbalfanaten. De wekelijkse voetbalwedstrijd vervult voor hooligans de functie van een gewelddadige hoogmis, met een geheel eigen scala aan regels, gewoonten, normen en waarden. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de kledingkeuze: de hooligans zijn niet de in clubtenue gestoken fans die je voorafgaand aan een wedstrijd door de stad ziet paraderen. Zeker Britse hooligans dragen meestal dure merkkleding, vaak speciaal aangeschaft voor de wekelijkse voetbalpot.

Groot-Brittannië vormt de bakermat van het moderne voetbal. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er op het eiland met enige regelmaat films en documentaires over het fenomeen voetbalhooliganisme opduiken. Denk bijvoorbeeld aan het enigszins geromantiseerde ‘Hooligans’ (een Brits-Amerikaanse productie), het rauwere epos ‘The Football Factory’ of het recente ‘The Firm’ (2009). Toch is ‘Awaydays’ alleen aan de oppervlakte een vergelijkbare film. Deze vertelling is namelijk eerder een drama over het zware, monotone, saaie en uitzichtloze leven in een verpauperd deel van een niet nader genoemde Britse stad tegen het einde van de jaren zeventig, het tijdperk waarin Margaret Thatcher aan de macht kwam, de neoliberale afbraak van de Britse verzorgingsstaat gestalte begon te krijgen en het idealisme van de jaren zestig een stille dood stierf. De belichaming van die constant doorschemerende uitzichtloosheid zijn Paul Carty en Elvis. Carty is een intelligente jongen met het nodige toekomstperspectief. Er is alleen een probleem: hij wil koste wat het kost deel uitmaken van de plaatselijke hooliganbende, jongens tegen wie hij huizenhoog opkijkt. Elvis is daarentegen een rebelse vrijbuiter, maar tevens een sombere binnenvetter die de innerlijke leegte tracht op te vullen met muziek, drugs en intense knokpartijen rondom de uitwedstrijden van zijn club. De somberheid van het bestaan in een ruige wijk, waar de fonkelende diamant van de ongebreidelde welvaartsgroei verscholen blijft achter een muur van rottend beton en roestend staal, wordt aangedikt door de sombere klanken van Joy Division, Lou Reed en Ultravox. De twee jongens delen hun voorliefde voor muziek en raken op die manier al snel bevriend. Dankzij de vriendschap met Elvis gaat een lang gekoesterde wens van Paul in vervulling: hij wordt opgenomen in The Pack en mag de groepsleden voortaan vergezellen op hun knokreizen door het land. Terwijl Paul steeds meer opgaat in het extreme voetbalgeweld, begint Elvis gaandeweg minder plezier te beleven aan zijn bestaan als voetbalhooligan. Hij droomt van een leven in Berlijn, een stedelijk symbool voor de antiburgerlijke postpunkbeweging.

In ‘Awaydays’ wordt hooliganisme feitelijk gepresenteerd als een vorm van escapisme. Doordat alternatieven ontbreken, en zeker de twee hoofdpersonen in mentaal opzicht verweesde jongeren zonder een mentaal anker zijn, heeft een groep die wijd en zijd angst en respect inboezemt natuurlijk veel aantrekkingskracht. ‘Awaydays’ werd matig ontvangen en trok in Engeland geen volle zalen. De oorzaak is waarschijnlijk dat de film zich bevindt in een schemergebied tussen arthouse en commercialiteit. Als je naar de hoes kijkt, krijg je al snel het idee dat je te maken hebt met een gewelddadig, zeer realistisch actiespektakel. En de knokscènes zijn bij tijd en wijle inderdaad niet van de poes. Mensen worden zonder gêne met vuisten, voeten en steekwapens behoorlijk toegetakeld. Maar realistisch zijn de gevechten lang niet altijd. De leden van The Pack doorstaan de veldslagen – vaak tegen oudere, grotere en beduidend forsere tegenstanders – steevast zonder kleerscheuren. Opvallend is ook dat het planten van een stiletto in iemands oogkas of halsslagader in ‘Awaydays’ blijkbaar niet uitmondt in strafrechtelijke repercussies. Stilistisch lijkt de film vooral te mikken op filmhuiskijkers. Helaas graaft ‘Awaydays’ inhoudelijk niet diep genoeg om de meest kritische individuen onder het filmhuispubliek echt in vervoering te brengen. De prent is daarentegen weer net een tikkeltje te onconventioneel om commercieel hoge ogen te kunnen gooien.

‘Awaydays’ is zeker geen slechte film. Het lijkt alleen alsof de makers een beetje in dubio hebben gestaan: willen we nou een dieptestudie van het hooliganisme, een rauwe knokfilm, een donkere karakterstudie van twee met zichzelf worstelende jongeren of een tijdsdocument van het Engeland in de late jaren zeventig maken? Het uiteindelijke antwoord valt na 101 kijkminuten moeilijk te geven.

Frank Heinen