Barbarossa – Sword Of War – Barbarossa (2009)

Regie: Renzo Martinelli | 197 minuten | drama, geschiedenis | Acteurs: Rutger Hauer, Raz Degan, F. Murray Abraham, Christo Jivkov, Antonio Cupo, Cécile Cassel, Kasia Smutniak, Ángela Molina, Elena Bouryka, Hristo Shopov, Federica Martinelli, Maurizio Tabani, Riccardo Cicogna, Gian Marco Tavani, Robert Baer, Zoltan Butuc, Karl Baker, Vlad Radescu, Marius Chivu, Adrian Stefan, Francesca Ruiz, Alin Olteanu, Stefan Velniciuc, Vasile Albinet, Dicu Aurel, Umberto Bossi, Serban Celea, Thomas Davis, Roxanna Ravenor    

Geslaagde epossen – al dan niet historisch – moeten groots en meeslepend zijn.  Bij voorkeur hebben ze charismatische helden en schurken, opzwepende speeches voor de manschappen, overweldigende veldslagen, een mooie „dame in nood“, en veel verwijzingen naar vrijheid en gerechtigheid. ‘Barbarossa’, een ruim drie uur durend epos met „onze eigen“ Rutger Hauer in de titelrol, lijkt in dat opzicht weinig fout te doen. Deze film van regisseur Renzo Martinelli zet in elke checkbox wel een vinkje, vaak vetgedrukt en met een uitroepteken erbij, maar echt meeslepend wordt het helaas maar zelden.

Met Rutger Hauer – die al veel onuitwisbare schurken heeft neergezet – en Oscarwinnaar F. Murray Abraham (Amadeus) als bad guys, flink wat wapengekletter, en het mooie Italiaanse landschap als decor, zou je denken dat de buit al binnen is, maar dit blijkt tegen te vallen. Hauer doet zijn best om van Barbarossa een interessante, driedimensionale schurk te maken – vaak meedogenloos maar op gezette tijden toch vervuld van compassie en handelend volgens zijn intuïtie en erecodes – maar zijn personage heeft te weinig te doen – het is bijna een bijrol – en is vaak te tandeloos om effectief te kunnen zijn als de grote schurk. Ook veteraan Abraham wordt door de gebrekkige karakteriseringen in de steek gelaten. Zijn karakter is een vreemde mix van bloeddorstigheid, opportunisme, en onderdanigheid (vooral wanneer het op de liefde aankomt), wat niet altijd het meest subtiele acteerwerk naar boven brengt. Helemaal niet wanneer dit gecombineerd wordt met de vaak knullige dialogen in het script.

Het zijn vaak de dialogen die de film gekunsteld laten overkomen. Zo is de wijze waarop enkele onderdanen van Barbarossa commentaar geven tijdens officiële gebeurtenissen zoals zijn kroning en huwelijk (met een hele jonge vrouw) – zowel wat er letterlijk te zien is wordt onderstreept, alsmede wat we hiervan zouden moeten vinden – lachwekkend te noemen en doen scènes waarin groepen een gezaghebber in koor bijvallen met lachsalvo’s of herhaaldelijke kreten als “ga terug naar Milaan”, of “vrijheid, ja, vrijheid!” vooral denken aan het werk van de mannen van Monty Python en vervullen de kijker niet bepaald van hoop, fascinatie, of opwinding.   Toch is de film best kijkbaar. Hauer en Abraham laten hier misschien niet hun beste werk zien, maar het is altijd nog bovengemiddeld en de nuances in de gezichtsuitdrukkingen en intonatie van deze acteurs zijn vaak al fascinerend genoeg. Raz Degan is niet hoogstaand als held Alberto da Guissano maar hij voldoet. Interessanter is de vertolking van Kasia Smutniak, die zijn liefdesobject Eleonora speelt, een sterk intuïtieve vrouw die als jong meisje door de bliksem is getroffen maar het heeft overleefd, en daardoor als heks wordt gezien. Niet alleen is ze beeldschoon, haar ongrijpbare personage intrigeert ook nog. Verder is Cécile Cassel (dochter van acteur en regisseur Vincent Cassel) een aardige aanvulling op de cast. Haar rol als de jonge, maar zeer mondige vrouw van Barbarossa had de aanleiding kunnen zijn voor interessante confrontaties en uitdieping van culturele implicaties voor het patriarchale milieu waarin ze verkeert, maar jammer genoeg moeten we het slechts met enkele aanzetten hiertoe doen. Maar beter iets dan niets.

De veldslagen zijn vaak ook prima gechoreografeerd. Vooral Barbarossa’s belegering van de vesting van Milaan is prachtig, soms bijna adembenemend in beeld gebracht, waarbij een hoofdrol is weggelegd voor de trebuchets, de slingerkatapulten, die bij ieder schot van brandende rotsblokken, verbazing en opwinding bij de kijker veroorzaken. Het blijft een mooi schouwspel om deze apparaten in actie te zien.    Ondanks de geslaagde veldslagen en de soms interessante personages of vertolkingen, blijft ‘Barbarossa’ opmerkelijk vlak en clichématig. Er is hier weinig te zien dat niet al eerder, en beter, is vertoond in films als ‘The Lord of the Rings’, ‘Braveheart’ of ‘Gladiator’ (waarbij Martinelli vaak leentjebuur lijkt te spelen, zowel op inhoudelijk als visueel vlak). En als je na ruim drie uur eigenlijk geen van de personages goed hebt leren kennen, lijkt er toch iets fout te zijn gegaan. Voor fans van Hauer of (historische) veldslagen en wapentuig is ‘Barbarossa’ wellicht nog aan te raden, maar voor de rest is er weinig eer aan te behalen.

Bart Rietvink