Beats, Rhymes and Life: The Travels of A Tribe Called Quest (2011)

Regie: Michael Rapaport | 97 minuten | muziek, documentaire

‘De meest intelligente en artistieke rapgroep van de jaren negentig’, zo noemt John Bush van de prestigieuze ‘All Music Guide’ A Tribe Called Quest. Het New Yorkse collectief, dat halverwege de jaren tachtig was ontstaan en tussen 1990 en 1998 vijf succesvolle albums uitbracht, onderscheidde zich niet alleen met hun jazzy sound en spitsvondige teksten, maar ook met de sociaal bewuste boodschappen in hun muziek. Agressieve politieke statements, zoals Public Enemy die maakte, lieten ze achterwege; hun toon was positief. Ze zongen bovendien met respect over vrouwen, zo is onder meer te horen in de single ‘Bonita Applebum’, afkomstig van het eerste album ‘People’s Instinctive Travels and the Path of Rhythm’ uit 1990. A Tribe Called Quest vormde daarmee een alternatief gezelschap in de door machogedrag (ja, ook toen al) beheerste hiphopwereld. Met hun kleurrijke outfits en kunstzinnige artwork durfden ze anders te zijn. Het leverde het viertal alom respect op.

In de documentaire ‘Beats, Rhymes and Life: The Travels of A Tribe Called Quest’ (2011) – van de hand van acteur Michael Rapaport (‘True Romance’, 1993), die hiermee zijn debuut als regisseur maakt – blikken Q-Tip, Phife Dawg, Ali Shaheed Muhammad en Jarobi White terug op hun periode bij A Tribe Called Quest. Ze vertellen over hun jeugd in Queens (Q-Tip en Phife kennen elkaar al vanaf hun tweede jaar) en het opgroeien in de jaren zeventig en tachtig. “Ik keek stiekem naar ‘Soul Train’,” herinnert de in een strenge kerkgemeenschap opgegroeide Phife. Op high school ontmoetten ze Ali Shaheed Muhammad, met wie ze muziek begonnen te maken. Jarobi White, een vriend van Phife, voegde zich bij het gezelschap en dankzij The Jungle Brothers, een hiphopcollectief dat op dezelfde school zat, kwamen ze aan de naam A Tribe Called Quest. Dankzij diezelfde groep belandde hun EP’tjes bij de invloedrijke dj Red Alert, waarna het balletje begon te rollen. Rapaport weet een heel authentieke sfeer te creëren, alsof je met de jongens weer terug gaat naar eind jaren tachtig, toen het voor hen allemaal begon. Zodra Q-Tip vertelt over zijn inspiratie (de platencollectie van zijn ouders), beginnen zijn ogen te glimmen: het jeugdige enthousiasme druipt er vanaf.

Na het eerste album verliet Jarobi het gezelschap; hij had besloten dat hij liever in de keuken wilde staan. Als drietal ging A Tribe Called Quest verder, waarna met de albums ‘The Low End Theory’ (1991) en ‘Midnight Marauders’ (1993) twee regelrechte klassiekers gelanceerd werden. Het is in die jaren dat A Tribe Called Quest zijn creatieve hoogtepunt beleeft. De muziek uit die periode heeft ook latere generaties hiphoppers beïnvloed, leren we uit de gesprekken die Rapaport voerde met dj’s, rappers en andere betrokkenen. A Tribe Called Quest had (en heeft) goede banden met collega’s als Beasty Boys, De La Soul en Run DMC en zij waren dan ook graag bereid mee te werken aan de documentaire. Na ‘Midnight Marauders’ begon het wat te rommelen binnen de groep. Phife bleek diabetes type 1 te hebben, wat niet echt te rijmen valt met zijn suikerverslaving. Bovendien ontstond er wrijving omdat controlefreak Q-Tip wat al te veel zijn stempel zou willen drukken op de nieuwe plaat. Toen ‘Beats, Rhymes and Life’ in 1996 uitkwam, was de neerwaartse spiraal duidelijk ingezet, hoewel ook dit album, de somberder is dan zijn voorgangers, de critici wist te bekoren. Ten tijde van ‘The Love Movement’ (1998) was de groep op sterven na dood. Niet lang na de release van dat album gaf Q-Tip er de brui aan.

Rapaport heeft heel goed aangevoeld hoe cruciaal de synergie tussen Q-Tip en Phife is voor het succes van de groep. Is die wisselwerking er, dan gebeuren er prachtige dingen op het podium en in de studio. Is de chemie weg, dan botsen de twee gigantisch met elkaar. De meer evenwichtige en rustige Ali Shaheed zit er een beetje tussenin, probeert de lieve vrede te bewaren. Intrigerende beelden maakte Rapaport tijdens een reünietour in 2008. Phife stemde met de tour in vanwege de ziekenhuisrekeningen die zich maar bleven opstapelen. Zijn ziekte houdt hem dusdanig in zijn greep dat er maar iets hoeft te gebeuren en hij ontploft. En laat Q-Tip nou net de verkeerde opmerking maken. Zelden werd een haat-liefdeverhouding treffender in beeld gebracht; Rapaport zit er bovenop. Wie hen zo ziet zou denken dat het nooit meer goed zal komen tussen die twee.

‘Beats, Rhymes and Life: The Travels of A Tribe Called Quest’ had een standaard muziekdocumentaire kunnen worden, gemaakt door een enthousiaste fan die vroeger de platen van de groep grijs draaide. Nou zal Rapaport, die veel liefde in zijn film stopte, dat ongetwijfeld gedaan hebben. Wat zijn film zo sterk maakt is dat hij ook de teloorgang van het collectief nauwlettend observeert en dit op een dynamische wijze doet. De hoofdrolspelers in het conflict durven door zijn bescheiden opstelling openhartig te zijn, wat intrigerende beelden oplevert. De onderlinge spanningen zijn vóelbaar. Zeker voor hiphopliefhebbers van het eerste uur is deze uitstekende gemaakte muziekdocumentaire niet te missen!

Patricia Smagge

Waardering: 4

Bioscooprelease: 19 januari 2012
DVD-release: 27 februari 2012