Beck: De politiemoordenaar – Polismördaren (1994)

Regie: Peter Keglevic | 90 minuten | misdaad | Acteurs: Gösta Ekman, Kjell Bergqvist, Rolf Lassgård, Tomas Norström, Johan Widerberg, Anica Dobra, Helmut Zierl, Heinz Hoenig, Jonas Falk, Agneta Ekmanner, Stig Engström, Anne-Li Norberg, Johan H:son Kjellgren, Pia Green, Petra Nielsen, Mattias Knave, Matti Boustedt, Christer Söderlund, Gustaf Elander, Magnus Skogsberg, Fredrik Hammar, Bibi Nordin, Annmari Kastrup, Ola Sanderfelt, Mikael Persbrandt, Lars Göran Persson, Mari Therese Sarrazin, Lars Adaktusson, Mats Hådell, Maj Sjöwall

‘De politiemoordenaar’ is de vijfde en de voorlaatste verfilming van de Martin Beck tv-films gebaseerd op de misdaadromans van het Zweedse echtpaar Sjöwall en Wahlöö. Het gelijknamige boek is toevallig tevens het voorlaatste deel in de reeks, maar wel de negende van tien boeken. Kwalitatief is het echter wel één van de minder goede delen uit de filmserie, waarbij vooral opvalt dat dit vooral het geval is waar er van de plot van de oorspronkelijke roman wordt afgeweken.

In het dorpje plattelandsdorpje Moby wordt de alleenstaande Sigbrit Mård (Anne-Li Norberg) gewurgd in haar ondergoed aangetroffen in een gebouwtje op een verlaten kermisterrein. Voor de lokale politie en de pers is het een uitgemaakte zaak: buurman Gunnar Danielsson (Helmut Zierl) moet wel de dader zijn. Hij heeft immers eerder zijn vrouw vermoord en daarvoor zijn straf uitgezeten. Danielsson weigert te spreken en schrijft de naam van Martin Beck op, de man die hem tien jaar eerder arresteerde en waar Danielsson vertrouwen in lijkt te hebben. Beck (Gösta Ekmann) reist vanuit Stockholm per trein naar Moby, later per auto gevolgd door Lennart Kollberg (Kjell Bergqvist) en Gunvald Larsson (Rolf Lassgård). Hun baas Malm (Jonas Falk) is er eveneens van overtuigd dat Danielsson de moordenaar is en laat dat duidelijk blijken.

Wanneer blijkt dat twee getuigen op de plaats van het misdrijf een rode Japanse jeep hebben zien wegrijden met daarin twee mannen, lijkt Danielsson onschuldig te zijn. De kijker weet dit al vanaf de veel te lang uitgesponnen openingsscène, omdat de auto van de moordenaar toevallig wordt gestolen door het wilde meisje Kia (Anica Dobra) en de bedeesde jongen Kasper (Johan Widerberg). Malm wil dat het onderzoek zich op deze personen richt, als mogelijke moordenaars van Sigbrit Mård. Beck is het daarmee oneens en blijft stug doorwroeten in Moby, vooral als uit brieven naar voren komt dat Sigbrit een geheime minnaar genaamd Kaj had. Ook haar ex-man, een ruwe kapitein (Heinz Hoenig) met een grondig alcoholprobleem, wordt ondervraagd en is in beeld als moordenaar. Hij heeft in de jaren 70 tijdens verlof een andere zeeman doodgeslagen en staat bekend als agressief. Verdachten genoeg dus, maar het verhaal neemt een totaal andere wending als de jeep wordt aangehouden door een surveillancewagen van de politie en er een wilde schietpartij ontstaat. De titel ‘politiemoordenaar’ doet hierbij zijn intrede als predikaat voor de voortvluchtige Kasper. Zowel Sjöwall en Wahlöö als de filmmakers leggen met de term op sarcastische wijze de rol van de media en van de korpsleiding bloot, die alleen maar voor escalatie zorgt door hun overtrokken en opgeklopte reactie. Vooral Malm valt weer op in zijn incompetentie en “trigger happy” houding. De maatschappijkritiek die het Zweedse schrijversduo veelal in hun boeken legde (en die steeds sterker werd naarmate de serie vorderde) is hier dan ook in zekere mate aanwezig.

In de hele serie tv-films – naar de geest van de boeken – ligt het tempo doorgaans laag om daarmee de soms slepende voortgang van een politieonderzoek aan te geven. In dit deel wordt het soms bijna saai, waarbij de opening – waarin Kia en Kasper elkaar ontmoeten – direct al negatief de toon zet. Net als in sommige andere delen wordt de ontknoping enigszins gekunsteld en ongeloofwaardig uitgevoerd. Hier is het een slordig uitgevoerde actiescène, die geen enkel gevoel van spanning oproept. De film wordt echter gered door het uitstekende acteerwerk van de hoofdrolspelers en de algehele melancholieke sfeer van een Zweedse winter, waar een hoop ongelukkige mensen in ronddolen.

Hans Geurts