Beginners (2010)

Regie: Mike Mills | 105 minuten | drama, komedie | Acteurs: Ewan McGregor, Christopher Plummer, Mélanie Laurent, Goran Visnjic, Kai Lennox, Mary Page Keller, Keegan Boos, China Shavers, Melissa Tang, Amanda Payton, Luke Diliberto, Lou Taylor Pucci, Bambadjan Bamba, Hana Hwang, Samuel T. Ritter

Als je al je hele leven droomt van een leeuw, kun je dan genoegen nemen met een giraffe en het er verder bij laten zitten? Een giraffe is wel geen leeuw, maar kan misschien ook best de moeite waard zijn. Met deze analogie beschrijft Hal op zijn sterfbed zijn dilemma als jonge homoseksuele man aan zijn zoon Oliver. De giraffe, Olivers moeder, was in dit geval “veilig” en direct en met zekerheid beschikbaar terwijl de leeuw – een bewust, actief leven als homoseksueel – weliswaar de mogelijkheid bood op ultiem geluk maar daarnaast  waarschijnlijk een leven vol gevaar en onzekerheid met zich mee zou brengen. Het is wat cru, maar wanneer Hals vrouw overlijdt, ziet hij op vijfenzeventigjarige leeftijd eindelijk de kans om echt te gaan leven en zijn leeuw na te jagen. Voor een homoseksuele man in de jaren zestig lag dit niet echt voor de hand. Oliver – heteroseksueel, en in een welvarender tijd – heeft nu meer keuzes, maar zit gevangen in zijn eigen (liefdes)angst en kan nog veel leren van zijn recentelijk vrijgevochten vader. Het zijn twee verhalen die elkaar op een prachtige, organische manier versterken in Mike Mills’ sterk autobiografische ‘Beginners’.

Een opsomming van de verhaalelementen, personages en belangrijke plotpunten in de film zal ongetwijfeld verschillende alarmbellen doen afgaan bij veel filmliefhebbers. Men noeme: verschillende sterfgevallen; een flamboyante, bejaarde homoseksueel  die aan kanker leidt; een depressieve, onsuccesvolle grafisch ontwerper met als langdurig project: “de geschiedenis van droefheid”; twee geliefden met bindingsangst; een mooie jonge vrouw die aanvankelijk niet kan praten en communiceert via haar notitieblok; een “pratende hond” wiens gedachten en observaties via ondertitels kenbaar worden gemaakt aan de kijker.  Kortom, dit kan normaal gesproken niets anders dan een draak van een film worden, tot de rand gevuld met melodrama, artsy fartsy pretentie en kinderlijke humor.  Maar het pakt allemaal bijzonder goed uit en de regisseur smeedt alles op een subtiele manier tot een boeiend geheel, daarbij erg goed geholpen door een uitmuntende cast, met als uitschieter een met de jaren steeds beter wordende Christopher Plummer, vooral bekend als kapitein Von Trapp uit ‘The Sound of Music’.

De geweldige acteurs slagen er in om de film vrijwel de gehele tijd boeiend te houden, ook wanneer sommige episodes – zoals anarchistisch en romantisch bedoelde graffiti-kliederpartijen in de stad – wat minder interessant zijn of het tempo wel heel lethargisch wordt.  Christopher Plummer is droogkomisch, aanstekelijk levenslustig, en aandoenlijk als de oude Hal die zich prima vermaakt met zijn nieuwe identiteit en met zijn veel jongere vriendje (Goran Visjnic). Zijn scènes met zijn zoon Oliver zijn boeiend, grappig en ontroerend en zijn samenspel met Ewan McGregor komt dan ook natuurlijk en oprecht over. McGregor heeft op zijn beurt de moeilijke taak om afwisselend neerslachtig, luchtig en verliefd over te komen wanneer de situatie daarom vraagt, en hij kwijt zich bijzonder goed van deze taak.

‘Beginners’ is niet bepaald een film om vrolijk van te worden – met een mislukt huwelijk, ziekte, depressie en sterfgevallen als grote componenten – maar door McGregors geslaagde ironische commentaar en grappige en aandoenlijke omgang met zijn vader, vriendin (in spé), en hond wordt het nooit te zwaar. Hier dragen overigens ook de stilistische touches van de regisseur aan bij, die wel enigszins doen denken aan het werk van de vrouw van regisseur, video-artist en filmmaakster Miranda July, bekend van de bijzondere arthousefilm ‘Me and You and Everyone We Know’. Regelmatig komen namelijk de tekeningen van Oliver voorbij, die de geschiedenis van droefheid uitbeelden en even dikwijls komt er een montage van foto’s in beeld, waarbij – zoals verklaard via de voice-over van Oliver – het “heden” (2003) wordt vergeleken met de situatie uit de jeugd van Oliver. Zo ziet de kijker hoe een mooie vrouw er  toen uitzag ten opzichte van nu, hoe “gelukkig” er uit zag (lachende mensen op de foto), en de president van toen en nu. Veel verschillende of veranderde opvattingen van algemene concepten komen op deze manier voorbij, maar ook valt op dat het universum – de zon en de sterren – onveranderd zijn.  Wellicht een troost voor sommigen die menen dat alles vroeger beter was of dat de wereld of de toekomst verdoemd is.  Een les die dan ook op zijn minst uit de film getrokken kan worden, is dat het nooit te laat is om van het leven, en elkaar, te genieten en om er echt wat van te maken. Uiteindelijk heeft iedereen zelf die macht.

Melanie Laurents Anna is een ideale love interest voor Oliver, want ze heeft net zo’n moeite om zich te binden als hij, gedeeltelijk vanuit praktische zin, omdat ze als actrice alleen maar aan het reizen is, maar het zit ook duidelijk in haar karakter.  Aan de ene kant is het een onmogelijkheid voor deze twee personen om bij elkaar te blijven, maar aan de andere kant zijn zij juist degenen die elkaar het beste begrijpen en vormen zij samen misschien de enigen die er, al groeiende, uit kunnen komen. Dat ze tegen het einde van de film daarom even uit elkaar gaan lijkt in deze film alleen maar logisch te zijn, maar toch voelt het ook hier weer aan als een gekunstelde conventie van het genre. Misschien is de wijze waarop  het hier gebeurt niet natuurlijk of geloofwaardig genoeg. Of misschien is het omdat de rest van de film zich zo buiten alle gebaande paden begeeft dat zo’n clichématige wending onheus aanvoelt.

Toch deert het de film allemaal weinig en de momenten tussen Anna en Oliver zijn heel vaak betoverend en soms zelfs onvergetelijk. Zoals de wijze waarop ze elkaar ontmoeten, op een gekostumeerd feest. Hij is verkleed als Freud en behandelt daar enkele “patiënten”, die spontaan op de bank gaan liggen waarnaast hij zit. Wanneer Anna op de bank gaat liggen ziet ze meteen dat hij somber is, waarnaar ze vraagt via krabbels in haar notitieblok. Het is het charmante begin van een aandoenlijke en speelse romance, die zich kenmerkt door bijzondere uitstapjes, verliefde blikken en af en toe diepgaande gesprekken.

Een van de grootste bronnen van humor in de film is de Jack Russell Arthur, die soms een ware filosoof blijkt als het op de relatie van Anna en Oliver aankomt, en andere keren gewoon typische “hondse” dingen denkt. Gecombineerd met zijn schattige toetje en zijn getrippel  is het in ieder geval altijd grappig en zegt de wijze waarop de mensen om hem heen op hem reageren soms veel over hun emoties of karakters.

De film eindigt op de juiste noot, licht optimistisch en hoopvol, maar onzeker over de toekomst, omdat Anna en Oliver eigenlijk nog maar beginners op het liefdespad zijn. Maar wel beginners die samen de sprong durven te nemen en niet bang zijn om grote fouten te maken of veel verdriet te ervaren als dit betekent dat ze ook het ultieme geluk kunnen proeven. Laten we hopen dat ze er wat moois van maken. Pluk de dag!

Bart Rietvink

Waardering: 4

Bioscooprelease: 13 oktober 2011
DVD-release: 22 maart 2012