Biutiful (2010)

Regie: Alejandro González Iñárritu | 147 minuten | drama | Acteurs: Javier Bardem, Maricel Álvarez, Hanaa Bouchaib, Guillermo Estrella, Eduard Fernández, Cheikh Ndiaye, Diaryatou Daff, Cheng Tai Shen, Luo Jin, George Chibuikwem Chukwuma, Lang Sofia Lin, Yodian Yang, Tuo Lin, Xueheng Chen, Xiaoyan Zhang, Ailie Ye, Xianlin Bao, Ana Wagener, Rubén Ochandiano

‘Biutiful’ begint lekker verwarrend. Twee handen, een ring, dialoog op fluistertoon. Mooie beelden volgen, maar het duurt zeker een kwartier voordat van het verhaal enige kaas te maken is. Dit is niet geheel atypisch voor regisseur Alejandro González Iñárritu: in diens eerdere films – ‘Amores Perros’, ’21 Grams’ en ‘Babel’ – prevaleren mozaïekachtige verhalen met wisselende locaties en karakters, die pas laat in het verhaal definitief met elkaar verbonden worden.

Ditmaal, in zijn eerste film zonder vaste scenarist Guillermo Arriaga (die inmiddels zelf films regisseert), is dat echter niet het geval: de spotlight is volledig op Uxbal (Javier Bardem) gericht. Uxbal is iemand die het drama aan zijn kont heeft hangen: hij is een alleenstaande vader van twee kinderen met een tamelijk fragiele ex-vrouw, die met verschillende klusjes zijn boterham bij elkaar ritselt. Sommigen daar zijn erg banaal, zoals een handeltje in namaaktassen en het leveren van illegale Chinese bouwvakkers, maar daar tegenover vertoeft Uxbal ook weleens in het zweverige: of hij werkelijk met de doden kan praten, laat de film knap in het midden, maar hij vindt genoeg mensen die hem ervoor betalen om boodschappen vanuit en naar het hiernamaals door te geven.

Bardem maakt welhaast per film een volledige metamorfose door, wat voor een groot deel te maken heeft met zijn talent als acteur. Na rollen als onder meer een bedlegerige senior in ‘Mar Adentro’, een griezelige afgezant van Magere Hein in ‘No Country for Old Men’ en een warmbloedige latin lover in ‘Vicky Christina Barcelona’, laat hij zich nu van zijn groezeligste kant zien: ongeschoren, vuil matje in de nek en met een weinig charmante oorbel. Een pure held is zijn karakter Uxbal dan ook allerminst: dat hij al zijn rommelklusjes in de marge van de samenleving doet om zijn kinderen te kunnen voeden is begrijpelijk, maar met zijn botheid en slordigheid is hij zeker geen modelvader.

Het wordt echter allemaal nog stukken dramatischer wanneer Uxbal te horen krijgt dat hij uitgezaaide prostaatkanker heeft, waartegen niets hem meer kan redden. Hij heeft hooguit nog een paar maanden, zeggen de dokters. Het is uiterst wrang: de man die zelf nooit zijn vader meegemaakt heeft, beseft dat zijn eigen kinderen dezelfde rampspoed te wachten staat. Uxbal probeert er in de resterende tijd duidelijk het beste van te maken met her en der wat plotselinge, attente gestes, maar die werken veelal zo averechts dat het duidelijk wordt dat zijn gifbeker helemaal leeg moet.

De worstelingen van de hoofdpersoon grijpen behoorlijk aan, zeker omdat Uxbal zo’n boeiend, complex karakter is en Bardem met steengoed acteerwerk de hele film naar zich toe trekt. Hij is echter niet het enige aspect van de film dat lof verdient. ‘Biutiful’ is stilistisch interessant: de film speelt zich af in Barcelona, maar anders dan een bewegende reisgids als ‘Vicky Christina Barcelona’ komen vooral de ruige buitenwijken in beeld die elke toerist ontloopt. De bekende iconen (la Rambla, de Sagrada Família) komen wel voorbij, maar ogenschijnlijk met frisse tegenzin en met grauwe regenwolken omgeven. Later in de film begint (weer) enige vorm van schoonheid wel zijn weg in de shots te vinden, maar altijd op een ambigue manier – de mogelijkheid om ‘Biutiful’ tot flauwe woordgrappen over de titel te reduceren wordt hiermee knap omzeild.

Het sound design is misschien nog wel intrigerender, met name in de dialogen. Tijdens de frequente omhelzingen hoor je de harten bonzen, ademhalingen langs oorschelpen suizen en handen schouders vastpakken. Het is alsof je tussen de acteurs in de omhelzing staat en daarmee erg effectief.

Het is enigszins spijtig dat ‘Biutiful’ met zijn bijna 150 minuten er wel erg lang over doet om tot een conclusie te komen – het is bij vlagen moeilijk te verduren hoe ‘Biutiful’ in een tergend langzaam tempo de hele film drama op drama stapelt. Ook is het gebruik van muziek wel ietwat ongeïnspireerd: met de regelmaat van de klok komt er ieder kwartier een emotionele scène langs waar weer een droevig muziekstuk achter is geplakt. Het is een iets te opzichtige en geforceerde manier om de reacties van de kijker te sturen; in combinatie met de lange speelduur gaat deze mate van repetitie wat tegenstaan.

Die muziek heeft de film uiteindelijk helemaal niet nodig: aan het eind verstomt het geluid grotendeels en ontroert dat des te meer. Uiteindelijk heeft de desoriëntatie uit het begin van de film plaatsgemaakt voor wat niet een duidelijk statement genoemd kan worden, maar wel het gevoel geeft dat Iñárritu de puzzelstukjes stilletjes op zijn plaats heeft gelegd. Ondanks dat het wat lang duurt is dat toch indrukwekkend.

David van Marlen

Waardering: 4

Bioscooprelease: 3 februari 2011