Butterfly Kiss (1995)

Regie: Michael Winterbottom | 88 minuten | drama, romantiek | Acteurs: Amanda Plummer, Saskia Reeves, Kathy Jamieson, Des Mcaleer, Lisa Riley, Freda Dowie, Paula Tilbrook, Fine Time Fontayne, ELizabeth McGrath, Joanne Cook, Shirley Vaughan, Paul Bown, Emily Aston, Ricky Tomlinson, Katy Murphy, Adele Lawson, Jeffrey Longmore, Suzy Yannis, Julie Walker, Kelly    

Michael Winterbottoms eerste film, ‘Butterfly Kiss’, is het type film dat we inmiddels al vele malen hebben gezien – een roadmovie over twee moordende geliefden die door het land trekken – maar zorgde in 1995 op het filmfestival van Berlijn nog wel voor enige controverse. Inhoudelijk heeft de film weinig toe te voegen aan het bekende repertoire maar de soms interessante personages en het acteerwerk van de twee dames maken de film ten allen tijden kijkbaar.  De film is te vergelijken met het in de in 2003 verschenen ‘Monster’, waarvoor Charlize Theron een Oscar in ontvangst mocht nemen . In die film was er ook sprake van een geestelijk niet geheel bij zinnen zijnde, lesbische vrouw die een band en liefdesrelatie krijgt met een beïnvloedbaar, lief meisje. Wanneer ze vervolgens een seriemoordenares blijkt te zijn, neemt de relatie weliswaar een nieuwe dimensie aan, maar het meisje blijft wel bij de vrouw. Zo ook in ‘Butterfly Kiss’. De simpele Miriam is ingenomen door de doortastende, brutale, en, laten we eerlijk zijn, psychopathische, Eunice en besluit vrij snel om haar leven met Eunice te gaan doorbrengen, deels vanuit een behoefte aan avontuur, en deels om Eunice te proberen te helpen om een goede persoon te worden.

In zwart-wit video-opnames, vermoedelijk vanuit een politiebureau, zien we Miriam namelijk vertellen over haar belevenissen met Eunice, die wij in de film te zien krijgen. Ze vertelt dat ze altijd het goede bleef zien in Eunice, ook al deed ze al die vreselijke dingen. Dat je, als je van iemand houdt, het slechte er ook bij moet nemen. Het is aandoenlijk hoe ze het goede in de mens ziet en hoe ze Eunice probeert te helpen en te begrijpen, en op de momenten waarop Eunice hier ook van onder de indruk lijkt te zijn en zich als een echt voelend, dromend persoon gedraagt, raak je als kijker vervult van trots en een hoop in de essentiële goedheid van de mens. Maar negentig procent van de tijd hebben we in het geval van Eunice te maken met een onbegrijpelijk, compleet amoreel persoon, waar we als kijker weinig mee kunnen. Gelukkig dan dat Amanda Plummer – bekend als “Honey Bunny” uit ‘Pulp Fiction’ – zo’n interessante verschijning is in de film. Met piercings en kettingen behangen, aan haar tepels, en om haar gehele torso, en een fanatieke uitstraling en overtuigend Iers accent, eist ze de volledige aandacht op. Wanneer ze weer eens een lift heeft geregeld en naast een trucker zit, die vervolgens opmerkt dat hij iets hoort rammelen of rinkelen en zij vol trots haar blouse opent en haar naakte, behangen lichaam laat zien, hoeft de kijker alleen maar te wachten op de onvermijdelijke gewelddadige – na de seksuele – afloop. Zowel beangstigend als fascinerend om waar te nemen.

Het punt is, op een gegeven moment begint de plot enigszins te vervelen. Weer wordt er iemand vermoord door Eunice, en weer blijkt Miriam niet (geheel) van haar stuk te brengen te zijn. Ook is Eunice’s personage op zich weinig interessant wanneer je eenmaal aan haar gedragingen bent gewend. We komen weinig te weten over haar motieven, terwijl er wel het een en ander wordt gesuggereerd over Eunice’s zoektocht naar liefde (ze komt steeds een tankstation binnen, vragend naar Judith) en om de behoefte aan erkenning van haar bestaan. Dit laatste brengt tenminste weer een interessante dimensie ter tafel. Eunice heeft namelijk het gevoel dat ze niet opgemerkt wordt door God, omdat ze alles zo maar kan doen en niet wordt gestraft. Ook het einde geeft het geheel weer enige meerwaarde aan het genre, door veranderingen in, en realiseringen van Eunice en Miriam. Lange tijd blijft de film echter betrekkelijk eentonig, hoe intrigerend het onderwerp in zichzelf ook is, en hoezeer de twee actrices ook weten te boeien. Al met al een aardige film binnen het genre, maar uiteindelijk met te weinig diepgang in de personages en te weinig verrassends op verhaalniveau om echt indruk te kunnen maken.

Bart Rietvink

Waardering: 3

Bioscooprelease: 28 maart 1996