Cecil B. DeMented (2000)

Regie: John Waters | 87 minuten | komedie | Acteurs: Melanie Griffith, Stephen Dorff, Alicia Witt, Adrian Grenier, Larry Gilliard Jr., Maggie Gyllenhaal, Jack Noseworthy, Mink Stole, Ricki Lake, Patricia Hearst, Michael Shannon, Kevin Nealon, Eric Barry, Zenzele Uzoma, Erika Lynn Rupli

Een weinig geloofwaardig gegeven in een komedie die waarschijnlijk niet eens geloofwaardig wil zijn en misschien zelfs niet eens grappig. Huh? Wat wil het dan wel zijn? Het verhaal is wat simpel, maar je proeft dat er meer achter zit. Het is een manifest, of een luchtig gebrachte aanklacht en een ode aan de art-film. Maar is ‘Cecil B. DeMented’, gemaakt met minimale middelen, dan zelf ook een art-film?

De decors ogen quasi eighties, musicalachtig, met veel kleur en kitscherige poeha. Dat is duidelijk het werk van John Waters (de regisseur), die in het verleden cultfilms maakte met een hoog travestiegehalte, waaronder het in 2007 als musical herverfilmde ‘Hairspray’, waarvan hij het script schreef en waarin John Travolta een vrouw speelt! Ook in ‘Cecil B. DeMented’, verwacht je dat ze elk moment gaan zingen en ja hoor, een paar keer gebeurt dat ook, zij het meer terloops dan in een musical.

Maggie Gyllenaal is een goede actrice, zij valt eigenlijk nooit tegen, ook hier niet. Ze is een van de weinigen in de film die van het magere materiaal nog iets weet te maken. En Melanie Griffith? Ach, die doet wat ze is, een al wat oudere actrice die haar ego nog wat wil oppompen maar hiervoor de verkeerde film heeft uitgekozen. De rol van Cecil zelf had ook beter gekund, Stephen Dorff lijkt het allemaal net niet te geloven. Zijn gezicht doet je overigens erg denken aan Jack Black, die het in deze rol vast beter had gedaan.

Tja, eigenlijk is ‘Cecil B. DeMented’ geen beste film. Voor een art-film is het te glad, te oppervlakkig. De verwijzingen naar andere cultfiguren doen gekunsteld en betweterig aan. En voor een komedie is het allemaal niet leuk genoeg (behalve dan die scène waarin rukkende pornokijkers transformeren in zombies). De opbouw is matig en een en ander oogt amateuristisch af en toe. Kleine bijrollen worden duidelijk vervuld door enthousiastelingen die van straat geplukt zijn en niet kunnen acteren.

Maar waarom heeft een gerenommeerde actrice als Melanie Griffith zich dan geleend voor zo’n project? Omdat ze weet wie John Waters is en wat hij heeft gedaan. Hij probeert het binnen het systeem toch wel anders te doen. De film hakt in op alle dingen die in de filmwereld als ‘normaal’ worden beschouwd en dat is waar het om gaat. De boodschap is hier belangrijker dan het verhaal. Met dit in je achterhoofd is de film een stuk dragelijker en op bepaalde momenten zelfs scherp. Maar toch: als je wilt dat een boodschap werkelijk overkomt, moet je ook zorgen dat hij overkomt en dat had beter gekund, ook met weinig geld. Domweg door je eigen werk nog net iets serieuzer te nemen.

Arjen Dijkstra