Chambre 666 – Room 666 (1982)

Regie: Wim Wenders | 44 minuten | documentaire | Met: Jean-Luc Godard, Romain Goupil, Chantal Akerman, Monte Hellman, Michelangelo Antonioni, Maroun Bagdadi, Ana Carolina, Mike De Leon, Rainer Werner Fassbinder, Yilmaz Güney, Werner Herzog, Robert Kramer, Paul Morrissey, Susan Seidelman, Noël Simsolo, Steven Spielberg, Wim Wenders

Het idee is simpel maar doeltreffend. Plaats een statische camera in een hotelkamer, schrijf op een briefje een paar vragen en stellingen, nodig een aantal collega-regisseurs uit en laat ze alleen met de camera, de bandrecorder (het is 1982) en hun gedachten. De Duitse regisseur Wim Wenders deed het tijdens het filmfestival van Cannes. Zijn collega’s moesten zich buigen over de vraag of ‘cinema’ als kunstuiting en taal nog toekomst had. Zoveel cineasten, zoveel meningen. Wenders heeft van de beelden een compilatie van bijna drie kwartier gemaakt, en laat sommige van zijn collega’s langer aan het woord dan andere. De standpunten lopen uiteen, de een is pessimistisch, de ander lijkt de vraag bijna absurd te vinden en maakt zich niet druk. Een enkele geïnterviewde weet helemaal niets zinnigs over het onderwerp te zeggen en verlaat voor de tien minuten die hij heeft al de kamer.

Het grappige is, en het is niet zeker of Wenders dat wel beseft heeft toen hij de film maakte, dat de film zoveel jaren later eigenlijk in betekenis heeft toegenomen. De voorspelling bijvoorbeeld van Michelangelo Antonioni, dat de filmindustrie zal profiteren van digitale en high definition video, is natuurlijk honderd procent uitgekomen. Wat een vooruitziende blik! Werner Herzog is ook een van de positief ingestelde filmmakers, hij is ervan overtuigd dat films zullen overleven en dat de komst van televisie hier nauwelijks invloed op heeft. Zo ook Steven Spielberg, die ten tijde van de opnamen voor deze documentaire net ‘E.T.’ heeft uitgebracht, geeft aan dat hij zich geen zorgen maakt. Hij spreekt echter wel zijn zorgen uit over het feit dat de kosten van het filmmaken de pan uit rijzen en dat de industrie daarom meer zeggenschap heeft over wat er gemaakt wordt. Dit is een mening die Jean-Luc Godard deelt, die overigens het langst aan het woord is in het begin van ‘Chambre 666’, hij geeft aan dat Hollywood maar een soort film voor iedereen wil. Zijn monotone monoloog is geen goed gekozen begin voor de documentaire, de aandacht van de kijker verslapt. Veel grappiger is bijvoorbeeld Werner Herzog die zegt dat hij op zo’n vraag alleen maar barrevoets antwoord kan geven en die we vervolgens de tv uit zien doen en zijn schoenen en sokken zien uittrekken. De aandacht van de kijker wordt bovendien ook afgeleid door de televisie in de hotelkamer. Het lijkt alsof Wenders hierin een verborgen boodschap heeft gestopt, dat de programma’s op de achtergrond iets willen zeggen over de geïnterviewde regisseur of zijn of haar mening, maar al gauw blijkt dat de beelden volledig willekeurig zijn.

‘Chambre 666’ is niet voor iedereen een aanrader, maar voor echte cinefielen wellicht een interessante documentaire om eens te zien, vooral vanwege de historische waarde. Dit is bijvoorbeeld de laatste keer dat Wenders en Fassbinder elkaar zagen, drie weken na de opnamen vond de laatste de dood.

Monica Meijer