Dante’s Inferno (2007)

Regie: Sean Meredith | 77 minuten | drama, animatie, geschiedenis | Originele stemmencast: Dermot Mulroney, James Cromwell, Sean Forester, Paul Zaloom, Scott Adsit, Matt Besser, Bill Chott, Mike Coleman, Andrew Daly, John Fleck, Tony Hale, Tom Hallick, Brandon Johnson, Laura Krafft, Martha Plimpton, Kit Pongetti, Mark Ritts, Tami Sagher, Dana Snyder, Janet Varney, Matt Walsh

‘Dante’s Inferno’ is een geëngageerd project van twee kunstenaars, Paul Zaloom en Elyse Pignolet en gebaseerd op het gelijknamige boek van Sandow Birk en Mark Sanders. Wat begon als een kleinschalig kunstproject, een soort video installatie, voor een kunstpubliek, ontwikkelde zich gaandeweg tot een complete speelfilm. En die film, die eerst alleen op universiteiten werd vertoond, kreeg een heuse release, in arthouses en op kleinere filmfestivals, zoals het AFFF (Amsterdam Fantastic Film Festival). Deze omvang hadden de makers niet durven dromen.

Het idee om Dante Aligheri’s beroemde veertiende-eeuwse epische gedicht ‘La Divina Commedia’ te gebruiken als inspiratie voor een hedendaags verhaal over schuld en boete – de parallellen met de hel van de moderne tijd zijn gemakkelijk te trekken – is niet bijster origineel. Om hiervoor papieren poppetjes te gebruiken is daarentegen absoluut uniek en werkt op zich prima; het is mooi gedaan en versterkt het absurdistische beeld dat geschetst wordt.

Toch blijft het verhaal wat steken in een paar grappige verwijzingen naar de moderne tijd, zoals het downloaden van illegale software en de frauduleuze praktijken van grote bedrijven zoals Enron. De gemoderniseerde tocht van Dante naar het centrum van de hel en het ‘schuld en boete’ gegeven op zichzelf werken een beetje als een wijzende vinger, ondanks het relativerende tegengeluid van de hoofdfiguur die ons, zondaars die we zijn, vertegenwoordigt. Een en ander komt wat negatief over, mede doordat de humor vooral cynisch en sarcastisch is. Niet bevorderlijk voor een positief wereldbeeld en zeker niet bij studenten. Bovendien zijn vele grappen en verwijzingen zo Amerikaans dat ook een deel van de humor voor ‘ons’ verdwijnt.

Wat dan overblijft, is een bijzonder prachtig vormgegeven kunstwerkje, dat voor even interessant is, mooi om naar te kijken, maar dat vervolgens meer en meer aan kracht inboet doordat ook de visuele vondsten niet meer verrassen. Ineens kijk je toch weer gewoon naar een geëngageerde video-installatie. En omdat het verhaal geen dramatische gelaagdheid heeft gekregen die het nodig heeft om te blijven boeien – het ontwikkelt zich erg rechtlijnig – houd je een film over die vooral het intellect prikkelt bij insiders en voor de rest hier en daar slaapverwekkend is. Leuk voor in de galerie, maar net niet boeiend genoeg om een bioscoopfilm van bijna anderhalf uur te dragen. Voor wie hem nog gaat zien is een ondertitelde versie overigens sterk aan te raden.

Arjen Dijkstra