Das Herz ist ein dunkler Wald (2007)

Regie: Nicolette Krebitz | 86 minuten | drama | Acteurs: Nina Hoss, Devid Striesow, Franziska Petri, Marc Hosemann, Monica Bleibtreu, Otto Sander, Angelika Taschen, Max Herbrechter, Günther Maria Halmer, Laurie Young, Jonathan Meese, Bruno Brunnet, Katrin Riedel-Kelly

Het is bijna maandelijks, zo niet wekelijks in het nieuws: familiedrama’s. Een in psychische nood verkerende vader of moeder die in uiterste wanhoop de kinderen neersteekt of –schiet, vaak de echtgenoot of echtgenote ook vermoordt en eindigt met zelfmoord. Het zijn schokkende berichten die je de rillingen bezorgen. Wat gaat er om in die persoon, hoe kom je tot zo’n afschuwelijke wanhoopsdaad? Met haar tweede langspeelfilm ‘Das Herz ist ein dunkler Wald’ doet de Duitse actrice Nicolette Krebitz een poging dit te interpreteren. In het door haar geschreven scenario maken we kennis met de aantrekkelijke huismoeder Marie (Nina Hoss). Zij heeft samen met de van oorsprong klassiek geschoolde violist Thomas (Devid Striesow) twee jonge kinderen. Er zijn wat spanningen, maar niets om je druk over te maken, lijkt Marie te denken. Zo kijkt ze niet meer vreemd op dat Thomas ’s ochtends op de bank ligt (hij kwam laat thuis van een repetitie) en is ze verbaasd wanneer Thomas voorstelt haar moeder in plaats van ’s avonds voor een feestje waar hij op zal treden de volgende ochtend op te laten passen zodat ze samen een wandeling kunnen maken en bij kunnen praten. Echt idyllisch wordt het ontbijttafereeltje niet, waardoor je als kijker meteen op je hoede bent.

Wanneer dochtertje de viool in Thomas’ vioolkist omwisselt voor haar pop en Marie daar pas na zijn vertrek achterkomt, neemt ze een haastig besluit. Ze installeert de kids voor de tv, en laat hen onder het genot van een dvd-tje Barbapapa en voldoende drinken achter om haar geliefde op de fiets zijn viool te brengen. Wanneer hij echter een andere richting uitgaat, zien we aan Marie’s gezichtsuitdrukking – die steeds meer vertwijfelend wordt – dat het goed mis is. Marie belt aan bij een rijtjeshuis dat erg op het hare lijkt en treft daar tot haar grote ontzetting Thomas aan in een bijna exacte kopie van de ontbijtscène bij hen thuis. Het enige dat ze uit kan brengen is “Kom, we gaan” en als de andere vrouw haar voorstelt aan hun zoontje Paul, “En ik wilde onze zoon Paul noemen en dat wilde je niet!”.

Marie is in deze film in de eerste plaats gewraakte echtgenoot, dan pas moeder. Zo herinnert ze zich haar kinderen pas weer als er een stel de bus instappen, waarin zij in een opwelling ook is gestapt. Geschrokken en gehaast keert ze terug naar huis, waar haar dochter verwijtend vraagt waar ze bleef. De rest van de dag beleeft Marie in een roes. Nina Hoss weet uitstekend het personage te verbeelden, haar radeloosheid, haar wanhoop en verdriet. De film vergt veel van de actrice, zij geeft zich letterlijk helemaal bloot.

Toch blijft de kijker een beetje aan de zijlijn staan toekijken en lukt het niet om helemaal betrokken te raken bij het verhaal. Dat ligt deels aan het feit dat er niet veel is gedaan om een band te krijgen met de familie, het dubbele leven van Thomas komt al vrij snel uit. Een andere oorzaak is de aparte stijl die Krebitz heeft gekozen voor haar film, die er echter weer wel voor zorgt dat de film boven de middenmoot uitsteekt. Zij mixt de dramatische realistische scènes met theatrale sequenties, waarin Thomas en Marie op een podium scènes uit hun leven na lijken te spelen. Ook het feest, waar Marie op het laatste moment toch besluit heen te gaan (wederom haar kinderen alleen achterlatend), heeft een vervreemdende werking. Het is een duidelijke ode aan Stanley Kubrick’s ‘Eyes Wide Shut’, waarin een gemaskerd feest uitliep op een orgie.

Krebitz’ film is niet vrolijk, noch verhelderend. Die klik in Marie’s hoofd, dat het einde – dat onvermijdelijk is – veroorzaakt, zien we niet gebeuren. Het is alsof ze zichzelf inspireerde en dat alle omgevingsfactoren haar gewoon een handje mee hebben geholpen. Die laatste scènes, waarin Marie vroeg in de ochtend poedelnaakt in de bus op weg naar huis stapt, een wapen in haar hand maakt enorme indruk. Het feit dat de camera voor het huis gepositioneerd blijft en de kijker verder geen deelgenoot maakt van wat er zich verder voltrekt, bewijst des te meer dat het nooit de bedoeling van de regisseur is geweest om de kijker emotioneel te betrekken bij haar verhaal. En zeg nou zelf: is dat met de afgrijselijke journaalberichten anders?

Monica Meijer