Das Wunder von Berlin (2008)

Regie: Roland Suso Richter | 105 minuten | drama, geschiedenis | Acteurs: Kostja Ullmann, Karoline Herfurth, Veronica Ferres, Heino Ferch, Michael Gwisdek, André Hennicke, Gesine Cukrowski, Tino Mewes, Anna Loos, Hermann Beyer, Christian Blümel, Angelika Gersdorf, Harald Glitz, Christopher Karl Hemeyer, Aaron Hildebrand, Vinzenz Kiefer, Clemens Schick, Kevin Schleker, Julita Witt, Gabriele Domschke

De Berlijnse Muur viel op 9 november 1989. Günter Schabowski, één van de hoogste partijleiders in de DDR, hield aan het begin van de avond een bijzondere persconferentie: voor het eerst was hij bereid zonder vooraf gestelde voorwaarden vragen van journalisten te beantwoorden. In enigszins gebroken Duits stelde een Italiaanse journalist een vraag over een nieuwe reisregeling voor DDR-burgers, waar veel kritiek op was gekomen. Schabowski gaf een ingewikkeld antwoord waarin hij het beleid van de partij verdedigde. Maar toen zei hij plotseling: ‘Maar vandaag is, voor zover ik weet een beslissing genomen… We hebben besloten dat iedere DDR-burger de grens over mag.’ Onmiddellijk volgde de vraag wanneer de regel in werking zou treden. Schabowski bladerde in zijn papieren, keek op en zei: ‘Dat geldt, voor zover ik weet, vanaf nu.’ De verwarring was groot. Had Schabowski nu werkelijk bedoeld dat de grens tussen Oost- en West-Duitsland open was? Of zat er een addertje onder het gras en gold het uitsluitend voor mensen die de DDR voorgoed wilden verlaten of voor iedereen, dus ook de burgers die alleen maar even in West-Duitsland wilden kijken? Pas twee uur later werd duidelijk wat er werkelijk was gebeurd: ‘De DDR opent de grens’, meldde het journaal, waarna een vreugde-explosie losbarstte.

Over deze voor heel Duitsland – en de rest van de wereld – onvergetelijke dag gaat de televisiefilm ‘Das Wunder von Berlin’ (2008). Scenarioschrijver Thomas Kirchner, zelf ooggetuige van de val van de muur, baseerde zich niet alleen op zijn eigen ervaringen, maar tevens op die van Tilo Koch, de bevelhebber van de grensovergang ‘Bornholmer Strasse’, een van de eersten die niet meer wilden wachten tot het leger en de Stasi hadden besloten wat er moest gebeuren en de grens open gooiden. Zijn persoonlijke geschiedenis is voor de film uiteraard geromantiseerd. Zijn verhaal begint in het Oost-Berlijn van 1988. Marco Kaiser (Kostja Ullman) schopt tegen alle heilige huisjes die zijn vader Jürgen (Heino Ferch) – een toegewijd Stasi-kopstuk – zorgvuldig heeft opgebouwd. Hij hangt rond in de punkscene, een beweging die door de Volkspolizei nadrukkelijk de kop wordt ingedrukt. Tijdens een van zijn undergroundfeestjes wordt Marco opgepakt. Zijn vader stelt hem voor de keuze: achttien maanden brommen of drie jaar vrijwillig het leger in zodat hij daarna kan gaan studeren. Met veel tegenzin kiest hij voor het laatste, zich niet beseffende dat de periode in het leger hem wel eens drastisch zou kunnen veranderen.

Zijn familie thuis ervaart de woelige jaren ’88 en ’89 op hun eigen manier. Jürgen houdt er al tijden een andere vrouw op na en houdt krampachtig vast aan zijn communistische idealen. Moeder Hanna (Veronika Ferres) deelde ooit die idealen, maar krijgt steeds meer twijfels. Ze houdt oprecht van Oost-Duitsland, koestert het en wil het beste voor het land. Marco’s vriendin Anja (Karoline Herfurht), een wees die bij de familie is ingetrokken, sluit zich aan bij de progressieve groepering waar ook Hanna hand- en spandiensten voor verleent. Opa Walter (Michael Gwisdek) denkt met weemoed terug aan die goede oude tijd dat hij nog bij de Wehrmacht zat. Terwijl de voormalige punker Marco van een radicale rebel verandert in een toegewijd verdediger van het socialistische vaderland, zorgt de politieke aardverschuiving die aanstaande is zorgt voor een breukvlak binnen de familie. Niemand weet wat hen te wachten staat…

Het is een wonder dat de val van de Berlijnse Muur zonder bloedvergieten heeft kunnen plaatsvinden. Naar dat wonder verwijst de titel van deze film van Roland Suso Richter (in 2000 winnaar van de Cinekid Film Award met ‘Eine Handvoll Gras’). We zien wat voor impact de val van de muur – of liever nog de aanloop ernaartoe – op een doodgewone Oost-Duitse familie heeft. Het zijn mensen die een band hebben gekregen met het afgebakende stuk land, die ervan houden. Richter laat ons de misstanden en het onrecht zien dat plaatsvond in de DDR, maar zeker ook toont hij ons een warme, menselijke kant. Hij doet op een integere wijze, door ons mee te laten leven met realistische personages, figuren van vlees en bloed. Jürgen lijkt op het eerste gezicht een nare man, maar hij toont zijn menselijke kant wanneer hij onthult dat hij altijd heeft moeten opboksen tegen zijn vader. Maar zoals hij, een marionet van de nazi’s, wilde hij absoluut niet zijn. Zijn eigen zoon ervaart nu, jaren later, dezelfde tegenstrijdigheid. Het acteerwerk is over de hele breedte sterk. Vooral Michael Gwisdek, die als opa Walter voor een schaarse komische noot zorgt, is indrukwekkend. Bij de Duitse Television Awards werd hij bekroond met de prijs voor beste mannelijke bijrol. Voor een televisiefilm oogt ‘Das Wunder von Berlin’ schitterend; aan de decors, kostuums en sets is erg veel aandacht besteed en ook het camerawerk van Holly Fink overstijgt in alle opzichten het niveau van de gemiddelde tv-film.

Op meeslepende wijze toont Roland Suso Richter hoe de val van de Berlijnse Muur werd ervaren door een gemiddeld Oost-Duits gezin. De angsten en tegenstrijdigheden, de verwarring en opwinding die er rondwaarde bij de inwoners van de DDR, die geen idee hadden wat hen te wachten stond, maar ook de opluchting dat verandering ook op een vreedzame manier kon plaatsvinden (dat het ook anders had kunnen gebeuren toont Richter aan de hand van televisiefragmenten van onder meer de studentenopstand op het Tiananmenplein in Beijing). Waar Wolfgang Beckers ‘Goodbye, Lenin!’ (2003) de gebeurtenissen rond de val van de muur vooral met een ontwapenende humor belicht, neemt ‘Das Wunder von Berlin’ ons mee in een integer en klein menselijk drama. Beide films vullen elkaar mooi aan.

Patricia Smagge