David Copperfield – The Personal History, Adventures, Experience and Observation of David Copperfield, the Younger (1935)

Regie: George Cukor | 125 minuten | drama, avontuur | Acteurs: Edna May Oliver, Elizabeth Allan, Jessie Ralph, Harry Beresford, Freddie Bartholomew, Hugh Walpole, Basil Rathbone, Herbert Mundin, John Buckler, Fay Chaldecott, Una O’Connor, Lionel Barrymore, Violet Kemble Cooper, Elsa Lanchester, Jean Cadell, W.C. Fields, Lennox Pawle, Renee Gadd, Roland Young, Lewis Stone, Marilyn Knowlden, Frank Lawton, Madge Evans, Hugh Williams, Maureen O’Sullivan

De wereldberoemde Britse schrijver Charles Dickens was al jaren dood toen hij in 1935 plotseling de meest geliefde auteur werd in Hollywood. In dat jaar werden namelijk vier van zijn verhalen verfilmd door drie verschillende productiemaatschappijen. Paramount maakte ‘Scrooge’, een filmversie van ‘A Christmas Carol’. Universal besloot ‘The Mystery of Edwin Drood’, Dickens’ laatste boek die hij nooit af kon maken, te verfilmen. De meest succesvolle adaptaties werden echter op het witte doek gebracht door MGM, de studio die zowel ‘A Tale of Two Cities’ als ‘David Copperfield’ verfilmde. Beide films werden geproduceerd door David O. Selznick, die enkele jaren later de meest invloedrijke producer in Hollywood zou zijn met klassiekers ‘Gone with the Wind’ en ‘Rebecca’ op zijn naam.

‘The Personal History, Adventures, Experience and Observation of David Copperfield, the Younger’ heeft het meest simpele begin in de historie van de film; David (Freddie Bartolomew) wordt geboren. Zijn vader is dan al zes maanden dood en de jongen groeit op bij zijn zachtaardige moeder (Elizabeth Allan) en het lieve en toegewijde kindermeisje op leeftijd Peggotty (Jessie Ralph). Maar wanneer zijn moeder valt voor de charmes van Edward Murdstone (Basil Rathbone) is de rust en vrede snel voorbij. Mr. Murdstone is namelijk een strenge, tirannieke stiefvader. Wanneer zijn moeder overlijdt, wordt de kleine David naar Londen gestuurd om een vak te leren. Daar ontmoet hij de sympathieke maar onverantwoordelijke Micawber (W.C. Fields), met wie hij een vriendschap voor het leven sluit. Maar Micawber wordt achterna gezeten door schuldeisers en belandt in de gevangenis. De wanhopige David besluit naar zijn norse maar goedmoedige tante Betsy (Edna May Oliver) te lopen, een barre en eindeloze trip die uiteindelijk gelukkig de moeite waard blijkt te zijn. Betsy geeft hem, samen met haar maffe huisgenoot Mr. Dick (Lennox Pawle), het stabiele gezinsleven waar hij naar verlangde. Maar op weg naar volwassenheid staan er meer avonturen voor hem op stapel. Door schade en schande leert de opgroeiende David over liefde, verraad en verlies. ‘David Copperfield’ werd geregisseerd door George Cukor, die een carrière had die maar liefst zes decennia lang voortduurde waarin hij klassiekers als ‘My Fair Lady’ en ‘The Philadelphia Story’ voortbracht. Schrijver Hugh Walpole werd, ondanks zijn gebrek aan ervaring met het schrijven van scripts, ingeschakeld om het verhaal van Dickens te bewerken voor het witte doek. De grote kracht van de verhalen van de legendarische Charles Dickens zijn de kleurrijke bijfiguren. En dus werden er flink wat karakteracteurs ingeschakeld, onder wie Lionel Barrymore (als de vriendelijke visser Dan Peggotty), Roland Young (als de geniepige Uriah Heep, de assistent van Davids leraar Mr. Wickfield) en W.C. Fields, wiens aanwezigheid in deze productie in meerdere opzichten bijzonder was. Aanvankelijk was Charles Laughton gecast voor de rol van Micawber, maar die haakte af. Fields was gewend rollen te spelen die speciaal voor hém geschreven waren en moest zich nu vormen naar een al tientallen jaren lang bestaande figuur. Men hield zijn hart vast, maar de als lastig bekend staande Fields zette zijn ego voor een keer opzij en gedroeg zich volgens Cukor voorbeeldig op de set.

Het acteerwerk van de pas elfjarige Bartolomew in de hoofdrol is heel behoorlijk. De oudere David wordt gespeeld door Frank Lawton. Beide worden echter overvleugeld door de excentrieke nevenpersonages. Vooral Oliver, Rathbone, Young en Pawle stelen de show met hun briljante en kleurrijke bijdragen. Ook Jessie Ralph is hartverwarmend als de zorgzame Peggotty. De productie zit uitstekend in elkaar met mooie negentiende eeuwse settings en kostuums (met veel oog voor detail), beeldige zwart-witcinematografie en een prima script dat het verhaal van Dickens zoveel mogelijk in zijn waarde laat. Natuurlijk zijn er noodgedwongen wat passages weggelaten, omdat de vele honderden pagina’s van Dickens’ roman uit 1849 nooit in zijn geheel in twee uur film kon worden gepropt. Zo ontbreekt de episode van David op de kostschool van Mr. Creakle. Maar verder komt zo’n beetje ieder personage aan zijn trekken. Dat het verhaal bij vlagen wat sentimenteel wordt neem je als kijker graag voor lief. De personages zijn simpelweg té boeiend om je daar druk om te maken. Ook op de regie van Cukor is weinig aan te merken.

‘David Copperfield’ is een zeer aangename kijkervaring. Het verhaal is tijdloos en deze versie van George Cukor is de moeite van het kijken meer dan waard. De melodramatische momenten worden vakkundig afgewisseld met hilarische escapades van onvergetelijke personages, precies zoals Charles Dickens dat ook zo bedoeld heeft met zijn verhalen. ‘David Copperfield’ werd genomineerd voor drie Oscars, waaronder die voor beste film, en mag zich dus met recht een van de beste films van 1935 noemen. Het is na ‘Great Expectations’ van David Lean uit 1946, de beste Dickens-verfilming. Wie houdt van de klassiekers uit de jaren dertig moet deze film beslist eens een keer gaan kijken!

Patricia Smagge

Waardering: 4

Bioscooprelease: 11 oktober 1935