De buik vol (2011)

Regie: Arjen Rooseboom | 75 minuten | komedie | Acteurs: Maartje Michelbrink, Lise Rietveld, Annemarijn Lukassen, Rosan Schrave, Ciska Bakker, Maartje van der Meij, Steffi de Haan, Dennis Bus, Arjen Rooseboom, Patrick Snijder, Bart Spiekstra, Arend Rooseboom, Rens Kruis

Slapstick is een genre wat de laatste decennia ondergewaardeerd is, stelt met ‘De buik vol’ debuterend filmmaker Arjen Rooseboom. De regisseur is van mening dat ordinaire humorkomedies zoals ‘Superhero Movie’, ‘Scary Movie’ en ‘Meet the Spartans’ hun langste tijd gehad hebben. Tijd voor een “re-vamping” van de slapstick van weleer. En dank denk je vooral aan de slapstick van Laurel & Hardy, Buster Keaton, The Three Stooges en latere voorbeelden, die Rooseboom overigens niet noemt, zoals Bud Spencer & Terence Hill of Bennie Hill. Ongegeneerd lachen om banale en uitstekend getimede grappen en het beter gooi- en smijtwerk. Mooi dat daar eens een Nederlandse variant op gemaakt wordt.

Rooseboom brengt dan ook maar meteen een stukje cultuurkritiek als hij stelt dat hij zijn fetisj voor vrouwenbuiken wil combineren met een kritiek op hoe dit lichaamsdeel tegenwoordig puur seksueel wordt geëxploiteerd. Benny Hill zou er wel raad mee weten!

In zijn voorliefde voor slapstick, ingegeven door zijn vader die overigens een bijrolletje heeft in ‘De Buik Vol’, gaat Rooseboom heel ver. Hij ontleedt het genre en past dit vervolgens één op één toe in zijn eigen film waarbij een hoop visuele gags van grote voorbeelden zoals De Dikke en De Dunne en The Three Stooges worden gekopiëerd. Dit gecombineerd met de grappige geluiden en dito pianomuziekjes zoals we kennen uit de oude slapstickcomedies moet eenzelfde sfeer op roepen zoals bij de films van zijn grote voorbeelden. Tel daarbij op de meer moderne thema’s zoals modern taal- en kleurengebruik en jongere acteurs en de film zou voor iedereen aantrekkelijk moeten zijn, zowel jong als oud.

Allereerst moet het enthousiasme en ondernemerschap van Rooseboom en zijn crew worden gecomplimenteerd. Met weinig middelen en door het werven van sponsoren hebben zij toch een mooie locatie weten te regelen om de film in elkaar te zetten. En hoewel Rooseboom zelf toegeeft dat geld voor goede belichting niet voorhanden was, stoort dit niet echt. De cameravoering is vaak prima in orde en sommige special effects zijn prima te pruimen. Ook zijn sommige gags goed getimed en wekken deze een lach op.

Jammer genoeg lijdt de film in het algemeen onder het minimale budget, het vaak amateuristische acteerniveau en de vaak slechte timing van de visual gags. Dit laatste lijkt nochtans toch echt een vereiste te zijn voor goede slapstick. De jonge actrices hebben allemaal ervaring in theater en soms film maar hebben overduidelijk geen ervaring in het maken van slapstick. Ze doen hard hun best maar het werkt vaak gewoon niet. De enige die in dit opzicht echt het doel weet te treffen is regisseur Rooseboom zelf die als agent Sanders een grappige typering geeft van de eeuwige verveelde agent met sigaret in de mondhoek. Het minimale budget zorgt er verder voor dat de meeste special effects vrij amateuristisch aandoen. Ook worden vele gags te matig en in een te laag tempo uitgevoerd om echt te kunnen boeien. Rooseboom had hierbij overigens ook zelf met montage eventueel wat meer in kunnen grijpen.

Zodoende is dit werkstuk een zeer matige exercitie geworden ondanks de goede ideeën en het overduidelijke enthousiasme en talent. Misschien kan Rooseboom zijn ideeën over het slapstickgenre beter uitwerken met behulp van regisseur Steven de Jong (de ‘Kameleon’ films) waarmee Rooseboom volgens eigen zeggen een serie met slapstick als thema aan het ontwikkelen is. Dit belooft in ieder geval wat.

Joost Hoedemaeckers

Waardering: 2