De klokkenluider van de Notre Dame – The Hunchback of Notre Dame (1996)

Regie: Gary Trousdale, Kirk Wise | 90 minuten | animatie, drama, familie, musical, romantiek | Originele stemmencast: Tom Hulce, Heidi Mollenhauer, Demi Moore, Jason Alexander, Mary Kay Bergman, Tony Jay, Paul Kandel, Charles Kimbrough, Kevin Kline, Gary Trousdale, Frank Welker, David Ogden Stiers, Patrick Pinney | Nederlandse stemmencast: Raymond Kuivers, Vera Mann, Edmond Classen, Ernst Daniël Smid, Peter Blok, Bill van Dijk, Kees van Lier, Jerome Reehuis, Lia Dorama, Ger Smit

Ironie of niet, maar ‘De klokkenluider van de Notre Dame’ (‘The Hunchback of Notre Dame’) lijkt, net als de gebochelde titelfiguur, niet helemaal op waarde geschat te worden. De film wordt doorgaans niet tot de beste Disney-klassiekers gerekend en wordt daarom maar een beetje als een, zij het vermakelijke, voetnoot terzijde geschoven, terwijl deze geanimeerde bewerking van het beroemde boek van Victor Hugo – “Notre Dame de Paris” – heel veel te bieden heeft. Animatie, muziek, en thematiek zijn allemaal zeer de moeite waard. Los van de verplichte grollen van komische sidekicks, die vaak wat haaks staan op de tragische inhoud, is ‘The Hunchback of Notre Dame’ ook nog eens één van de meest volwassen Disney-films ooit, met onderwerpen als etnische zuiveringen en het buitensluiten van anderen, en met een religieus en seksueel geconflicteerde schurk. En o ja, er wordt ook nog in gezongen.

Disneys ‘The Hunchback of Notre Dame’ bevindt zich noodgedwongen in een moeilijke spagaat, vanwege de keuze voor het bronmateriaal. Een Disneyversie van het tragische, duistere, en gewelddadige verhaal van Victor Hugo? Het idee alleen al zal waarschijnlijk overkomen als heiligschennis voor veel liefhebbers van het boek. En een blik op de filmposter – met een vrolijk lachende Quasimodo, Esmeralda, en tot leven gewekte waterspuwers bovenop de Notre Dame – doet het ergste vermoeden. Dit verhaal kan toch onmogelijk met goed geweten in het Disneykeurslijf van een lollig, kindvriendelijk zang-en-dans-festijn gegoten worden? Want, het verhaal moet hoe dan ook een jonge doelgroep kunnen aanspreken en met deze serieuze thematiek is dit op zijn minst een uitdaging.

Er lijkt nauwelijks een compromis mogelijk: of de Hugo-liefhebber wordt teleurgesteld, of het geheel is niet luchtig genoeg om de jeugdige kijker te kunnen vermaken. En inderdaad, de balans is soms wat onzalig. Na een bloedserieuze scène, kan er zomaar omgeschakeld worden naar een vrolijk, gekscherend dansnummer of slapstickhumor en vice versa. Maar gezien de patstelling waarin de makers zich bevonden, is het bewonderenswaardig hoe goed beide kampen uiteindelijk bediend worden. ‘The Hunchback of Notre Dame’ is een audiovisueel spektakel, met humor, overweldigende kleurexplosies, en leuke personages, dat tegelijkertijd zware thema’s uit Hugo’s roman aansnijdt, verontrustende handelingen toont en een duistere toon neerzet. In deze vorm kan de film onmogelijk iedereen tevreden stellen, en er zal voor de meeste altijd wel iets zijn dat hem of haar tegenstaat, maar de regisseurs van deze 34ste Disneyfilm hebben ongetwijfeld een prestatie van formaat neergezet.

Er zijn wat scherpe randjes van het boek van Hugo afgehaald: “Quasi”, zoals hij hier soms liefkozend wordt genoemd, is een stuk onschuldiger en minder gelaagd dan in het originele verhaal, de religieuze achtergrond van Frollo is getemperd, en het einde is hier wel heel rooskleurig: er is perfecte harmonie tussen de helden Quasi, Esmeralda en soldaat Phoebus, en ze gaan allemaal gelukkig (en levend) de ondergaande zon tegemoet. Maar de volledige tragiek van het origineel, inclusief alle dood en verderf, was ook wel wat te deprimerend geweest voor een Disneyverhaal. Wat overblijft is een soort nieuwe versie van ‘The Beauty and the Beast’, met specifieke sociaal-maatschappelijke thematiek en als stralende architectonische middelpunt de Notre Dame van een pittoresk Parijs.

De gelijkenissen met ‘The Beauty and the Beast’ – niet alleen inhoudelijk, maar ook qua animatie en dynamiek – zijn niet helemaal toevallig, aangezien de regisseurs van die film, Gary Trousdale en Kirk Wise, zich ook over ‘The Hunchback of the Notre Dame’ hebben ontfermd. De film is ook werkelijk oogstrelend, met verschillende scènes die zich kunnen meten met de beroemde balzaalscène in ‘Beauty and the Beast’. Veel van de mooiste scènes betreffen zang-en-dans-nummers. Het kleurenfestijn van “Topsy Turvy”, vol confetti-explosies en gekleurde kostuums, en het bijna Wagneriaanse “Hellfire”, waarin Frollo zijn innerlijke worstelingen blootgeeft door toe te geven dat hij in verleiding wordt gebracht door de door hem gehate zigeunerin Esmeralda. De expressionistische animatie hier is intimiderend, met Frollo die door gigantische, vurige schimmen van priesters en een dansende Esmeralda wordt overspoeld. Maar ook de spectaculaire scène in de laatste akte van de film, waarin Quasimodo Esmeralda redt van een schavot – zwierend aan een touw over de hoofden van een joelende menigte, maakt indruk.

Verschillende personages zijn geslaagd – Phoebus (Kevin Kline) vooral vanwege zijn sarcastische opmerkingen, Esmeralda (Demi Moore) vanwege haar pittige verschijning, en Quasimodo (Tom Hulce) vanwege zijn innemendheid – maar het meest memorabel is toch wel de wrede Frollo, die van een heerlijke hooghartige stem wordt voorzien door Tony Jay en de vertegenwoordiging is van de meest verontrustende emoties en thema’s in de film. Zijn vreemdelingenhaat blijft helaas nog steeds actueel. Voor Frollo is er geen grijs gebied en hij heeft ook nauwelijks een humaan botje in zijn lichaam. Zijn wreedheid komt goed naar voren wanneer hij zonder pardon een huis afbrandt van boeren die hij ervan verdenkt zigeuners te beschermen. Ook het advies dat hij aan een zweepslagen uitdelende soldaat geeft, is gruwelijk tekenend: “Zorg dat je even wacht tussen de zweepslagen. Anders is er bijna geen effect van de volgende zweepslag omdat hij nog de pijn voelt van de vorige.” De tekst van “Hellfire” lijkt een deel van de oorzaak van zijn haat aan te wijzen: een angst voor zichzelf. Hij wil namelijk een vroom, religieus man zijn (in het origineel is hij een hoge geestelijke) maar wordt verraden door zijn menselijke verlangens (“burning desire is turning me to sin”). Frollo lijkt, in ieder geval voor een deel, mensen van zich te willen verwijderen of vernietigen omdat ze te veel van zijn ware aard in hem losmaken.

Maar misschien is het meest memorabele personage wel de Notre Dame zelf, die beeldschoon en in al zijn glorie figureert in de film en enkele keren een mooi, schilderachtig (soms té schilderachtig) uitzicht geeft op het onderliggende plein en de omgeving van Parijs. De doorgangen, galerijen, en bogen, de vele versieringen, beelden, en uitsteeksels, de ramen, daken en poorten: veel wordt in detail getoond en door Quasimodo gebruikt om doorheen, tussendoor of overheen te lopen of vanaf te zwaaien. Één van de trotsen van Parijs, en van heel Frankrijk, komt in deze film op een prachtige, authentieke manier “tot leven”. Het is niet vaak dat authentieke architectuur zo’n prominente, indrukwekkende rol speelt in een Disneyfilm. En de kerk vormt niet alleen een mooi plaatje, uiteraard. Inhoudelijk heeft het ook betekenis. Quasimodo zit daar op die hoge, prachtige plek gevangen, tussen hemel en hel. Het is een vreselijke tantaluskwelling. Hij heeft het mooiste uitzicht van iedereen, op een bruisende wereld die hij niet mag betreden. Maar de thema van de film zit ook in de architectuur zelf gevangen. Zo staat het beroemde glas-in-lood roosvenster, dat in het lied “Heaven’s light” schitterend tot zijn recht komt, voor de geboorte van licht uit de duisternis. Dit komt terug in de lichtval en de afbeelding van bloemblaadjes die zich naar buiten openvouwen. Een meer ideale setting voor Quasimodo en zijn verhaal is, kortom, niet te vinden.

Wie vrede kan hebben met de frictieloze happy ending (Quasimodo krijgt niet alles wat hij wil, maar is blijkbaar toch volmaakt gelukkig), en de grappen makende waterspuwers – die soms wel geestig zijn, maar niet altijd goed passen in de film – kan in ‘The Hunchback of Notre Dame’ veel vinden om te koesteren en van te genieten. De animatie is meeslepend, de inhoud interessant en verontrustend (en waarschijnlijk wat te serieus voor echt jonge kinderen), en de muziek, hoewel qua melodie geen deuntjes die je nog dagenlang in je hoofd hebt, is tekstueel sterk en pas perfect bij de gotische sfeer van de film, vooral wanneer er gebruik wordt gemaakt van stemmige kerkkoren en klassieke teksten (“Kyrie Eleison”, “Dies irae”). ‘The Hunchback of the Notre Dame’ is misschien net geen Disney-meesterwerk geworden, maar behoort wel degelijk tot het betere werk van de beroemde animatiestudio.

Bart Rietvink

Waardering: 4

Bioscooprelease: 28 november 1996
Blu-ray-release: 20 maart 2013