De nieuwe wildernis – de driedelige televisieserie (2014)

Regie: Mark Verkerk, Ruben Smit | 150 minuten | natuurserie

De door EMS Films geproduceerde en, zeker voor Nederlandse begrippen, zeer ambitieuze en groots opgezette natuurdocumentaire ‘De nieuwe wildernis’ was in 2013 een groot succes in de bioscopen. De film volgt het wel en wee van diverse dieren in een van Nederlands jongste en meest aansprekende natuurgebieden, de Oostvaardersplassen. Het gebied, dat vroeger gewoon onder water lag en na de inpoldering aanvankelijk voorbestemd leek om een industrieterrein te worden, is heden ten dage onder meer de woonplaats van de imposante zeearend en de grootste kudde wilde paarden op Europees grondgebied.

Bij de film hoort ook een driedelige serie die zich richt op de kringloop van het leven in de Oostvaardersplassen. De cyclus begint met de komst van nieuw leven, dat wordt ingeluid door miljoenen kikkervisjes die onder water uit het kikkerdril proberen te breken. Geen ongevaarlijke missie, want ze worden opgewacht door monsterlijk ogende libellenlarven (ongetwijfeld een inspiratiebron voor verschillende wezens die in sciencefiction- en horrorfilms opduiken) die rammelen van de honger. Op de grasvlakten worden ook de veulens van de konikpaarden geboren, dieren die zich in het voorjaar en de zomer gretig moeten laven aan plantaardig materiaal om de barre winters die Nederland soms teisteren te kunnen overleven. Verder zien we hoe de ijverige aalscholvers en magnifieke zeearenden (die niet voor niets ‘vliegende deuren’ worden genoemd) hun nesten bouwen en felle moederganzen als gevederde kenaus hun pasgeboren kroost beschermen. De komst van nieuw leven krijgt ook gestalte door de jonge vosjes die in hun hol, onder de warme vacht van moeder, voor het eerst hun oogjes openen. Maar als de ijzige winter (het was extreem koud in Nederland toen de winterbeelden voor deze film werden geschoten) zijn intrede doet, waart ook het grimmige spook van de (honger)dood onmiskenbaar rond in de Oostvaardersplassen. De paarden, edelherten en heckrunderen die er niet in geslaagd zijn om in de zomer voldoende vetreserves aan te leggen, redden het meestal niet als de stevige vrieskou erg lang aanhoudt, terwijl ook de visetende ijsvogel, in weerwil van zijn naam, moeite heeft om voldoende voedsel te verzamelen als zijn jachtwateren grotendeels dichtvriezen. Maar de dood is nu eenmaal een onontkoombaar onderdeel van de natuur, een gegeven dat in ‘De nieuwe wildernis: de driedelige serie’ soms met verrassend veel symboliek en schoonheid in beeld wordt gebracht. Zo zien we een stervend edelhert dat zich stilletjes van de kudde afzondert als het besef eenmaal rijst dat het einde nabij is. Het dier begeeft zich te ruste en slaapt vredig in, waarna zich sprookjesachtige ijskristallen op de uitgedoofde ogen van het levenloze hert vormen. Dode dieren vormen bovendien, zeker in tijden van schaarste, een belangrijke voedselbron voor aasminnende soorten zoals de raaf en de vos.

Hoewel veel hoofdpersonen uit de bioscoopfilm, zoals bijvoorbeeld het zwarte konikveulen, de vossenfamilie en het ijsvogelkoppel, ook een belangrijke rol spelen in de serie, is ‘De nieuwe wildernis: de driedelige serie’ zeker geen geval van louter opgewarmde, al eerder geserveerde hap. Natuurlijk, sommige beelden en verhaallijnen uit de film komen ook in de serie terug, maar er is ook genoeg nieuw materiaal waarvan de natuurminnende kijker kan genieten. Daarnaast is de door Menno Bentveld ingesproken serie ook minder fragmentarisch dan de film. Er wordt meer achtergrondinformatie gegeven over de getoonde dieren en de relaties die ze met elkaar aanknopen. Net als de film schept de serie wel een wat geromantiseerd beeld van de Oostvaardersplassen, want in werkelijkheid wordt deze ‘wildernis’ wel gewoon omgeven door hekken en ontbreken de grote carnivoren die normaal gemeengoed zijn in ecosystemen waarin een belangrijke rol is weggelegd voor grote grazers. De hekken zorgen er ook voor dat de (geïntroduceerde) konikpaarden, heckrunderen en edelherten in tijden van schaarste het gebied niet kunnen verlaten, wat ook gelijk het hoge sterftecijfer tijdens barre winters verklaart: in feite is het gebied gewoon te klein voor dermate veel uitbundige wildernis. Ook de maatschappelijke discussie over het wel of niet afschieten van ernstig verzwakte dieren en de door een aantal ornithologen aangekaarte afname van de vogeldiversiteit door de graasdruk van de grote zoogdieren komen nergens terug.

Ondanks dat de omstreden schaduwkanten van het natuurexperiment in de Oostvaardersplassen door de regie listig achterwege worden gehouden, is ‘De nieuwe wildernis: de driedelige serie’ een fraai gemaakte documentairereeks die afwisselend ruimte biedt voor schoonheid, dramatiek, verbazing en ontroering. Zeker een aanrader voor eenieder die ook genoten heeft van de bioscoopprent.

Frank Heinen

‘De nieuwe wildernis – de driedelige televisieserie’ verschijnt vrijdag 21 november 2014 op DVD en blu-ray.