De troon (2010)

Regie: Erik de Bruyn | 300 minuten | drama, biografie, geschiedenis | Acteurs: Lies Visschedijk, Dragan Bakema, Femke Stasse, Jasper Boeke, Guy Clemens, Nasrdin Dchar, Nanette Drazic, Loes Haverkort, Kevin Janssens, Bianca Krijgsman, Matteo van der Grijn, Bracha van Doesburgh, Yorick van Wageningen, Beppie Melissen, Dimitri Merkoulov, Marcel Musters, Mike Reus, Catherine ten Bruggencate, Raymond Thiry, Michel van Dousselaere, Elisabeth van Nimwegen, Veerle van Overloop, Steven van Watermeulen, Sophie van Winden, Bram Verhoofstad, Daan Verhoofstad, Egbert Jan Weeber, Ward Weemhoff, Jeroen Willems, Diede Zillinger Molenaar

‘De troon’ is een interessante, maar onevenwichtige serie over de drie Willems die achtereenvolgens op de troon van het Koninkrijk der Nederlanden zaten. Oorspronkelijk in zes delen uitgezonden productie van de AVRO, die de kijker meeneemt naar het begin van de negentiende eeuw en de lotgevallen van de Oranje-Nassaus een eeuw lang volgt.  De tv-serie is gebaseerd op het boek ‘Voor de troon wordt men niet ongestraft geboren’ van Dorine Hermans en Daniëla Hooghiemstra, dat behoorlijk wat stof deed opwaaien toen het werd gepubliceerd. De schrijfsters hadden namelijk van koningin Beatrix toegang gekregen tot het Koninklijk huisarchief, waar zij – volgens velen – nogal selectief in hadden zitten shoppen. Het boek citeerde uitvoerig uit correspondentie tussen leden van het Koninklijk Huis zelf, de hofhouding en diverse ministers, waarbij vooral het beeld oprees dat er over al die Willems genoeg smeuïgs te verhalen viel. Of het beeld dat over deze koningen oprijst uit het boek – en de serie – correct is, moet maar aan historici overgelaten worden.

Het Nederlandse koningshuis heeft wellicht niet zo’n roemruchte geschiedenis als dat van bijvoorbeeld het Britse/Engelse, waar de Plantagenets, Tudors, Stuarts en Windsors de scepter zwaai(d)en en die talloze toneelschrijvers, Shakespeare voorop, en filmmakers inspireerden tot fraaie drama’s. Met een schamele tweehonderd jaar op de troon is er in Nederland heel wat minder spektakel, oorlog en liefdesverhalen te vertellen dan in andere landen met een langer lopende monarchie. Desalniettemin is er ook in Nederland genoeg stof te vinden voor meeslepend drama.

En ‘De troon’ levert wat dat betreft genoeg intriges, bedrog en familievetes op, vaak gegoten in fraaie scènes, waarin sterk geacteerd wordt. Alle drie de koningen komen ruimschoots aan bod: de ambitieuze en tegelijk zo lamlendige Willem I (Yorick van Wageningen) en diens conflict met zijn opstandige biseksuele zoon Guillot (Dragan Bakema), later als Willem II gespeeld door Jeroen Willems en de lompe, botte Kleintie (Guy Clemens), die als Willem III door Marcel Musters wordt vertolkt. De keuze van de makers om Willem II en III door verschillende acteurs uit te beelden, is goed te verdedigen, omdat er een flinke tijdsperiode verstrijkt. Toch wordt met name Jeroen Willems erg tekort gedaan. Halverwege aflevering vier komt hij pas in beeld, als hij als koning Willem II wordt ingehuldigd en dan is hij ook zo weer verdwenen.

Clemens en Musters lijken overigens zo op elkaar, dat ze bij wijze van spreken vader en zoon hadden kunnen zijn. Ook de overgang van Nanette Drazic naar Catharine ten Bruggencate bij de rol van de jonge en oudere Anna Paulowna is zeer geloofwaardig. Alle acteurs gooien zich er vol in, al worstelen ze soms zichtbaar met het materiaal en met name met sommige statische dialogen. Zeker omdat die in modern Nederlands zijn geschreven en niet altijd naturel overkomen. Op enkele cruciale momenten slaat zo de dramatische spanning dood (ook niet geholpen door de wat vlakke muziek).

Toch verdient ‘De troon’ alle lof om een degelijk kostuumdrama neer te zetten over de historie van het Huis van Oranje. Het valt de makers te prijzen dat ze zoveel geld (zo’n drie miljoen euro) in een productie als deze gestoken hebben en dat er veel talent voor en achter de schermen aan de serie heeft meegewerkt, is er wel aan af te zien. De foutjes die gemaakt worden met de kostuums (stroken niet altijd met de juiste tijd) en locaties (kerkinterieuren en paleizen) zullen veel kijkers niet eens opvallen en vallen te vergeven. Om de kosten te drukken, is de serie overigens grotendeels in Hongarije opgenomen. Gelukkig valt dat meestal niet erg op en wat buitenshots van bijvoorbeeld Paleis Noordeinde geven het geheel toch een tintje van authenticiteit.

Tegelijkertijd het ergens ook wel jammer dat de serie zich zo focust op de persoonlijke handel en wandel van de vorsten en hun troonopvolgers. Hierdoor ontstaat soms wel een soap-achtige sfeer. Weliswaar een soap met betere acteurs en een mooiere aankleding, maar toch. Is het nu werkelijk zo interessant dat Willem II een intieme vriend had in bisschop Zwijsen (Steven van Watermeulen), wanneer hij tegelijk ook in de clinch ligt met Johan Rudolf Thorbecke (Raymond Thiry) over de grenzen van de macht van de monarch en de vestiging van de constitutionele monarchie? Of zoals de liberale staatsman zelf fijntjes opmerkt: ‘de parlementaire democratie’. Overigens: Thiry is zo goed gekapt en gekleed, dat hij direct herkenbaar is als Thorbecke voordat hij ook maar één woord gezegd heeft.

De botsing tussen een autoritaire vorst en een hervormende minister en de strijd om de macht in ons land is veel boeiender dan wie de bedgenoot van de vorst is. De aandacht voor het privéleven van het koningshuis valt te meer op als de scènes tussen Willem II en Thorbecke versneden zijn met een discussie tussen prinses Marianne (Bracha van Doesburg), Anna Paulowna en Sophie van Würtemberg (Loes Haverkort) over het overspelige gedrag van Kleintie. ‘De Troon’ laat de historische dimensies wel de revue passeren, maar laat hier en daar na om juist de fundamentele vraagstukken niet verder uit te diepen. Dat is een gemiste kans, want juist die veranderingen hebben het Nederland tot stand gebracht en dat is stof genoeg voor meeslepend drama.

Hans Geurts