De verloren kolonie (2008)

Regie: Astrid Bussink | 70 minuten | documentaire

In de voormalige Sovjetrepubliek Abchazië was ooit een van ’s werelds toonaangevende apenlaboratoria gevestigd. Dankzij de onafhankelijkheidstrijd, die in de regio woedt sinds de jaren negentig van de vorige eeuw, is er van dit wetenschappelijke instituut, waar ooit baanbrekend onderzoek werd gepleegd naar ziektes als kanker, maar ook minder fraaie experimenten als het kruisen van apen met mensen gedaan werden, niet veel meer over. De apen zijn meegenomen door de militairen, door voormalig laboratoriumdirecteur Professor Lapin naar zijn nieuwe instituut in Sochi Adler (Rusland), of ze zijn gevlucht in de bergen. Het veelal oudere personeel dat achtergebleven is houdt echter hoop op een betere toekomst en klampt zich wanhopig vast aan vage beloftes van investeerders en ideeën voor een safaripark.

De Nederlandse regisseuse Astrid Bussink stuitte op het verhaal van het apenlaboratorium, toen zij een krantenartikel las over het enge geëxperimenteer met het mengen van het menselijk ras met apen. Research leerde haar dat het apenlaboratorium het oudste ter wereld is en toen ze met eigen ogen zag hoe moeilijk het land het heeft met zijn pas verworven zelfstandigheid (dat overigens nog internationaal erkend moet worden), groeide haar interesse. Ze besloot een documentaire te maken. Dat is een fijne beslissing geweest.

Hoewel ‘De verloren kolonie’ vooral een mooi en uniek sfeerbeeld geeft van een bedrijf dat op sterven na dood is, en daarmee een ontroerend portret van de mensen die trouw blijven aan het instituut, kan de documentaire tegelijkertijd beschouwd worden als weergave van de Abchazische mentaliteit: de positieve instelling dat er verbetering op komst is, terwijl de omstandigheden zo erbarmelijk zijn. Omlijst met stemmige muziek toont de regisseuse leed op microniveau, dat juist daardoor meer indruk maakt. Er is gelukkig ook ruimte voor humor, zodat het geheel niet te zwaar op de hand wordt.

Waar het wel een beetje aan ontbreekt in ‘De verloren kolonie’ is wat achtergrondinformatie. De kijker wordt slechts door de beelden ingelicht over de geschiedenis, huidige toestand en toekomst van het laboratorium en is daardoor afhankelijk van wat de geïnterviewden – soms slechts mijmerend – laten weten. Voorbeeld daarvan zijn de eenzijdig in beeld gebrachte telefoongesprekken die de huidige directeur van het laboratorium houdt met potentiële investeerders. Voor de plannen om het laboratorium te veranderen in een safaripark, waarin bezoekers kunnen rondrijden op stieren (!) om inheemse dieren te bekijken is natuurlijk veel geld nodig. Hij probeert – op een overigens vrij onbeholpen manier – investeerders aan te trekken die terughoudend zijn omdat het land nog niet erkend is. Wie die investeerders zijn, blijft onduidelijk, wat precies de bedoeling is van het safaripark ook. Is het bedoeld als extra inkomstenbron, om zo het apenlaboratorium weer op de rails te krijgen? Het blijft gissen. Ook de rol van de voormalig directeur in het geheel blijft onder de oppervlakte. Hij is ten tijde van de burgeroorlog gevlucht naar Rusland en heeft daar een nieuw wetenschappelijk instituut opgericht. Hij geeft aan niet te verwachten dat de in de wildernis gevluchte apen het vijftien tot zeventien jaar overleefd hebben in de extreem koude winters van Abchazië. Zijn hulp wordt ingeroepen voor de voorbereidingen van de internationale conferentie die het slot vormt van de documentaire, maar afgezien van de conclusie dat de twee directeuren qua leidinggevende kwaliteiten twee tegenpolen zijn, kan de kijker niet veel met zijn optreden.

Deze kleine minpuntjes maken ‘De verloren kolonie’ wellicht wat minder informatief dan gewenst, maar wat overblijft is zonder meer de moeite waard. Astrid Bussink bewijst met haar interessante onderwerp goed uit de voeten te kunnen en zet met haar aandacht voor sfeer en emotie, niet alleen het laboratorium, maar ook het land op de kaart.

Monica Meijer

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 29 mei 2008