Dirty Carnival – Biyeolhan geori (2006)

Regie: Yoo Ha | 133 minuten | actie, drama, thriller | Acteurs: Ho-jin Chun, In-jae Heo, Yoon Jae-Moon, Ku Jin, Byeong-chun Kim, Yun-Hee Kim, Tae-won Kwon, Bo-young Lee, Jong-hyeok Lee, Min Nam-koong, In-sung Zo

De Koreaanse cinema heeft een goede reputatie wat betreft misdaadfilms. Het land produceert veel in dit genre en vaak ook van uitstekende kwaliteit. ‘Old Boy’, ‘Memories of Murder’ en ‘Public Enemy’ zijn maar enkele voorbeelden van recente films die allemaal op zijn minst interessant en soms zelfs briljant waren. ‘Dirty Carnival’ hoort zonder twijfel thuis in de hogere regionen van de indrukwekkende output van dit land. Deze gangsterfilm verhaalt over de opkomst van een kleine crimineel die worstelt met zijn identiteit en eigenlijk wel weg zou willen uit “het wereldje” maar zich gedwongen voelt hierin te blijven werken om zijn familie financieel te kunnen ondersteunen. Nu zijn er wel meer gangsterfilms met dit soort piekerende en “in essentie” goede hoofdpersonages, maar ‘Dirty Carnival’ weet een welhaast perfecte combinatie te vinden tussen rauwe observaties, opwindende actie, pakkend drama en melancholiek.

De film voelt in zijn portrettering van de gangsterwereld aan als ‘The Godfather’. Ook hier staan de personages, hun onderlinge verhoudingen, loyaliteit en familie (zowel de “echte” als de gangsterfamilie) centraal en is het gangsterleven eenvoudigweg de context waarbinnen de gebeurtenissen plaatsvinden. Ook krijgen de personages diepgang: er zijn weinig echte schurken, die puur en alleen door hun slechte eigenschappen worden gedefinieerd en voor verschillende figuren krijg je zelfs een zekere mate van sympathie. Hoofdpersoon Byung-doo biedt hiertoe natuurlijk de meeste mogelijkheid, met zijn moeder die uit huis gezet dreigt te worden en zijn moeilijke verlopende romance met oude schoolvriendin Hyun-joo. Aan de andere kant zijn zijn meedogenloze handelingen als gangster moeilijk te rijmen met zijn oprechte verhalen en zijn schijnbare trauma’s opgelopen door zijn moordpartijen. Het blijft namelijk niet alleen beperkt tot het vermoorden en mishandelen van andere criminelen. Ook gewone burgers kunnen flinke klappen krijgen wanneer ze bijvoorbeeld een vastgoedproject van zijn baas hinderen. Toch komt zijn menselijkheid mooi naar voren en kan ook gesteld worden dat hij gewoon voor zijn zelfbehoud een knop moet omzetten wanneer hij zijn werk doet. Dat hij gewoonweg geen ruimte kan bieden voor emoties, want anders gaat hij eraan onderdoor. Dit blijkt wanneer hij Min-ho, zijn schoolvriend van vroeger die hem komt opzoeken omdat hij een film wil maken over de gangsterwereld – toevertrouwt dat hij mensen met een messteek heeft vermoord en dat hier alleen mee te leven is wanneer je de slachtoffers niet in de ogen kijkt als je ze neersteekt. Want deze blik blijft je altijd bij, zo vertelt Byung-doo.

Dit soort momenten geeft ‘Dirty Carnival’ een interessante, menselijke laag. Dit wordt nog eens versterkt door de ontmoeting tussen Byung-doo en zijn oude schoolvrienden. Op deze manier kan de kijker de Byung-doo van vroeger leren kennen, en biedt het verhaal een mooie mogelijkheid om hem met dit verleden te confronteren, toen Byung-doo – zoals Hyun-joo zegt – zo teder en goed was. Het geeft de film een melancholische lading aangezien Byung-doo enerzijds terugverlangt naar deze tijd, onderstreept door zijn kortstondige romance met Hyun-joo, maar uiteindelijk inziet dat hij nooit meer hiernaar kan terugkeren.

Ook al is de film in de basis een drama, er is wel degelijk genoeg wilde, originele actie in de film aanwezig om liefhebbers van hakwerk van het ‘Oldboy’-kaliber tevreden te houden. Er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van knuppels en messen in de uitbundig gechoreografeerde vechtsessies tussen verschillende gangs. Deze scènes zijn nog redelijk opwindend, afgezien van de messteken, die met geluidseffecten pijnlijk voelbaar worden gemaakt. Het wordt nog gruwelijker wanneer later in de film spijkers aan de knuppels worden bevestigd. Wat dat betreft wordt geweld niet bepaald sensationeel verbeeld. Ook de persoonlijke moorden door messteek zijn shockerend.

Hoe menselijk Byung-doo ook vormgegeven wordt in bepaalde scènes, en hoezeer de relatie met Hyun-joo ook op iets romantisch of verlossends lijkt af te stevenen, regisseur Yoo Ha blijft trouw aan de realistische benadering die hij voor zijn film heeft gekozen en laat Byung-doo niet op ongeloofwaardige wijze ineens tot inkeer komen – zoals bijvoorbeeld Leonardo di Caprio’s personage in ‘Blood Diamond’ – of een romantische toekomst tegemoet gaan. ‘Dirty Carnival’ voelt daarmee authentiek aan. Er is ruimte voor menselijkheid, melancholiek en (de hoop op) romantiek, maar de film blijft rauw en meedogenloos. Zoals het hoort bij goede misdaadfilms.

Bart Rietvink