Dirty Sanchez: The Movie (2006)

Regie: Jim Hickey | 96 minuten | komedie | Acteurs: Lee Dainton, Dan Joyce, Kasumi Kitano, Michael Pancho Locke, Mike Locke, Myke Hawke Pierce, Matthew Pritchard, Elizabeth Tan

Alles waar je wel eens van hebt gehoord, maar nooit gedaan, zie je in ‘Dirty Sanchez: The Movie’. Vier oudere jongeren uit Wales, zo gek als een deur, trekken de wereld rond om hun grensverleggende stunts te tonen. Lachen natuurlijk, maar de grappen zijn soms zo onsmakelijk, dat het lachen je langzaam vergaat. Is dit het eindpunt van reality televisie?

Er wordt veel gelachen in ‘Sanchez’. Het zijn vooral de vier hoofdrolspelers zelf, die het meest in een deuk liggen van hun abnormale gedrag. Alcohol drinken, boeren en winden laten kán ook best leuk zijn, maar dat is voor deze jongens slechts het begin. Toegegeven, iemand half kaal scheren, is ook best grappig evenals een spuitbus pakken en de kleinste van het stel groen spuiten. Het lachen verandert gaandeweg in afgrijzen wanneer de Sanchez-mannen de goorste dingen doen en alle denkbare lichaamssappen (álle lichaamsvloeistoffen!) de revue laten passeren.

De titel verraadt het al: van ‘Sanchez’ bestaat al enige tijd een serie, op MTV. Sommigen zien ‘Sanchez’ als de goedkope versie van Jackass. Op MTV doet de Sanchez-familie zijn gewaagde stunts in een tijdsbestek van 25 minuten, inclusief een stortvloed aan commercials, en dit past hen beter. Maar de film behelst meer dan anderhalf uur en je vraagt je meermaals af hoe lang het allemaal nog duurt. Dat komt door de onsmakelijke stunts, het kinderachtige gedrag van de vier en ook door het nagenoeg ontbreken van een verhaal. Voor zover een verhaal of iets dat er op lijkt nodig is in dit genre.

‘Sanchez’ draait om de zeven zonden van het leven en het viertal doet zijn uiterste best om aan de verwachtingen te voldoen. Soms levert het aardige momenten op wanneer het bijvoorbeeld gaat om jaloezie, opgenomen op het eiland Ko Phi Phi in Thailand. Een weddenschap resulteert erin dat twee van de vier Sanchez-jongens een nacht mogen doorbrengen in een luxueus verblijf, terwijl de verliezers een nacht wakker liggen in het goorste huisje van het eiland, compleet met ratten, spinnen en kakkerlakken. Vaak echter leidt het verhaal tot teleurstellingen. Of het nu gaat om het leegschieten van een paintballpistool op een van de leden of het doorspoelen van anussen met bier: het is allemaal zo triest, zo nutteloos.

Wat ‘Sanchez’ wel bewijst, is dat het einde van reality televisie in zicht komt. De voortdurende stroom aan pulp van de straat, die al jaren de televisie- en filmwereld teistert, vindt zijn Waterloo wellicht bij ‘Sanchez’. Een stel dertigers dat zich krom lacht over elkaars geslachtsdeel en achterste en zich masturbeert om te zien wie een condoom het best kan vullen, is een triest voorbeeld van culturele armoede. Veel erger, misselijker en droeviger dan dit kan het niet meer worden, zou je denken.

Robbert Bitter