Doghouse (2009)

Regie: Jake West | 89 minuten | horror, komedie | Acteurs: Danny Dyer, Stephen Graham, Noel Clarke, Terry Stone, Christina Cole, Lee Ingleby, Keith-Lee Castle, Emil Marwa, Neil Maskell, Adele Silva, Toby Richards, Emily Booth, Alison Carroll, Billy Murray, Tree Carr

Een waarschuwing vooraf: ‘Doghouse’ is geen film voor kijkers die op zoek zijn naar subtiliteit, politieke correctheid of intellectueel verantwoord vermaak. Wie daarentegen niet terugschrikt voor wat bloederige taferelen en een flinke portie gortdroge Britse humor, heeft met deze film goud in handen. Het verhaal is simpel: hoofdpersoon Vince is recentelijk gescheiden en bevindt zich in een midlifecrisis. Om zijn verdwenen levenslust weer wat aan te wakkeren, besluiten zijn vrienden om Vince te trakteren op een ouderwets mannenweekend. De Londenaren reizen af naar het idyllische dorpje Moodley. De plannen: ontspannen, veel bier drinken en lekker de beest uithangen. Dit moet kunnen, want het dorp heeft een flink vrouwenoverschot. Maar een dood schaap, verse bloedsporen en een berg gemutileerde lijken vertellen een ander verhaal. De vriendengroep komt er spoedig achter dat er iets niet pluis is in de uitgestorven plattelandsgemeente waar ze hun mannenweekend willen doorbrengen.

Zombies behoren zonder twijfel tot de meest geëxploiteerde griezels uit de filmgeschiedenis. Soms spelen ze de hoofdrol in maatschappijkritische werken (George A. Romero), maar meestal dienen ze als kanonnenvoer voor stoere helden of heldinnen in dubieuze horrorfilms en explosieve actievehikels. Maar de zombiekomedie is weer een heel apart subgenre, een filmrecept dat met name aan de overkant van de Noordzee al meermaals is beproefd. Ook Jake West, de regisseur van ‘Doghouse’, heeft al de nodige ervaring opgedaan (‘Razor Blade Smile’, ‘Evil Aliens’, ‘Pumpkinhead: Ashes to Ashes’) met het maken van horrorfilms van dubieus allooi. Ook ‘Doghouse’ is op zijn minst een opmerkelijke film te noemen. Typisch Britse (mannen)humor gaat hand in hand met het betere soort zombiehorror. Er worden heel wat lichamen doorboord, opengesneden, verminkt of gekortwiekt, maar nooit zonder een satirische kwinkslag. Het spervuur aan grappen levert niet louter voltreffers op, maar er zitten wel een aantal rasechte juweeltjes tussen. Voorbeelden zijn de scènes waarin de ‘helden’ van dit horroravontuur het leger moorddadige (en veelal met zwaarden, slagersmessen, scharen of tandartsboren gewapende) zombiefeeksen te lijf trachten te gaan met waterpistolen of de momenten waarop de mobiele telefoons van het heroïeke zestal (later zeven) rinkelen. Wat blijkt: ze hebben allemaal dezelfde ringtone, de openingstune van het legendarische BBC-voetbalprogramma ‘Match of the Day’. Ondanks hun gedeelde passie voor voetbal, zijn de zeven Londense vrienden heel verschillende types. Neil is bijvoorbeeld een macho met seksistische trekjes, terwijl Graham een metroseksuele, overspelige homo is. Dit contrast tussen de diverse hoofdpersonen wordt aardig uitgewerkt en geeft de film een extra meerwaarde.

Hoe veel plezier de kijker aan ‘Doghouse’ zal beleven, hangt grotendeels af van zijn of haar stemming, verwachtingen, gevoel voor humor en immuniteit voor bloed, uitpuilende ingewanden en (gewelddadig) geamputeerde ledematen. De film haalt niet het niveau van de ongeëvenaarde genretopper ‘Shaun of the Dead’, maar is zeker genietbaar als je enige affiniteit hebt met het genre of Britse humor in het algemeen. Wie streeft naar diepgang of fijngevoeligheid kan beter een andere film in de dvd-speler stoppen, maar met een kratje bier bij de hand, het verstand op nul en een paar gelijkgestemde maten op bezoek staat de pikante strijd tussen de seksen die ‘Doghouse’ de kijker voorschotelt garant voor een plezierige avond.

Frank Heinen