Don’t Bother to Knock (1952)

Regie: Roy Ward Baker | 76 minuten | drama, thriller | Acteurs: Richard Widmark, Marilyn Monroe, Anne Bancroft, Donna Corcoran, Jeanne Cagney, Lurene Tuttle, Elisha Cook Jr., Jim Backus, Verna Felton, Willis Bouchey, Don Beddoe, Harry Bartell, John Call, Dick Cogan, Charles J. Conrad, Tom Daly, Elizabeth Flournoy, Bess Flowers, Charles Flynn, Robert Foulk, Marjorie Holliday, Eda Reiss Merin, Harold Miller, Vic Perrin, Olan Soule, Emmett Vogan

“Please don’t make me a joke. End the interview with what I believe. I don’t mind making jokes, but I don’t want to look like one… I want to be an artist, an actress with integrity…” Dit fragment uit een interview halverwege de jaren vijftig lijkt haast een smeekbede van Marilyn Monroe om serieus te worden genomen als actrice. “I want to be an artist… not an erotic freak. I don’t want to be sold to the public as a celluloid aphrodisiacal”, is een uitspraak van soortgelijke strekking. Aan het begin van haar carrière, voordat het grote publiek haar had bestempeld als ’s werelds favoriete seksgodin, was de tragische actrice nog vrij om te doen en laten wat ze wilde. Ze werd er nog niet op afgerekend als ze eens een rol speelde die wat minder vanzelfsprekend voor haar was. In 1952 speelde ze bijvoorbeeld in de thriller ‘Don’t Bother to Knock’, waarin ze een labiele en getroebleerde jonge vrouw speelt die hoopt na een heftig trauma haar leven weer op te kunnen pakken.

In ‘Don’t Bother to Knock’ maken we eerst kennis met piloot Jed Towers (Richard Widmark). Hij is naar het McKinley Hotel gekomen om met zijn vriendin Lyn Lesley (Anne Bancroft), die daar als lounge-zangeres werkt, te praten. Zij wil het uitmaken met hem en hij eist een verklaring. Na zijn weinig succesvolle pleidooi blijft zij echter onverbiddelijk; ze vindt hem te kil. Gedesillusioneerd vertrekt hij naar zijn kamer, waar hij aan de overzijde een wulps dansende jonge vrouw ontdekt, met wie hij begint te flirten om zijn zinnen te verzetten. De vrouw blijkt Nell Forbes (Marilyn Monroe) te zijn, die op aanraden van haar oom Eddie (Elisha Cook Jr.), die de lift bediend in het hotel, een baantje als oppas heeft aangenomen. Met een fles sterke drank op zak nodigt Jed zichzelf uit bij Nell, waar hij al gauw ontdekt dat er iets mis is met deze jonge vrouw. Ze is kort geleden ontslagen uit een inrichting, waar ze zat omdat ze na het overlijden van haar verloofde heftige trauma’s en depressies heeft opgelopen. In haar verwarde toestand ziet ze Jed aan voor haar gestorven geliefde. Alsof dat nog niet genoeg moeilijke situaties oplevert wordt de zevenjarige Bunny (Donna Corcoran), het meisje op wie Nell moest passen, ook nog wakker…

Aan de basis van ‘Don’t Bother to Knock’ staat de roman ‘Mischief’ van Charlotte Armstrong. De getalenteerde scenarioschrijver Daniel Taradash (onder meer bekend van ‘From Here to Eternity’, 1953) verwerkte het verhaal tot een strak script. De Britse regisseur Roy Ward Baker (‘The Anniversary’, 1968) werd aangesteld om het geheel in goede banen te leiden en doet dat sober maar effectief. ‘Don’t Bother to Knock’ heeft alle ingrediënten om een klassieke film noir te zijn, maar toch is de prent altijd in het hoekje van de B-films blijven hangen. De grootste boosdoener is het gebrek aan spanning. Want hoewel de acteurs hun uiterste best doen, zit je als kijker nooit echt op het puntje van je stoel. De wat fletse cinematografie draagt daar tevens een steentje bij. De score doet vermoeden dat we heel wat suspense om de oren krijgen, maar dat werkt juist alleen maar averechts; er wordt met behulp van muziek een spanning gecreëerd die er in beeld niet is.

Aan de acteurs ligt het niet. Richard Widmark is degelijk als altijd. Een andere acteur had de rol ook wel kunnen spelen, maar dan had het personage nooit dezelfde ambigue uitstraling gehad. Met deze Widmark weet je maar nooit wat zijn intenties zijn en dat komt de rol ten goede. Marilyn Monroe laat zien dat ze zeker talent heeft als dramatisch actrice en zet op geloofwaardige wijze de labiele en verwarde Nell neer. Alleen, waar de intentie van de makers wellicht lag in het creëren van een angstaanjagende en gestoorde figuur, wekt de tragiek van Monroe’s Nell vooral medelijden op. Daar is natuurlijk niets mis mee, maar het is maar de vraag of dat de bedoeling was. Anne Bancroft maakt in ‘Don’t Bother to Knock’ haar filmdebuut en dit doet ze zeker niet onverdienstelijk. Haar rol is te klein om zich daadwerkelijk te profileren, maar Bancroft (Mrs. Robinson uit ‘The Graduate’, 1967) licht alvast een tipje van de sluier op van wat we later allemaal nog van haar zouden zien. Interessante bijrollen zijn er van de altijd sterke Elisha Cook Jr. (‘The Maltese Falcon’, 1941), Jim Backus (‘Rebel without a Cause’, 1955) en Lurene Tuttle (‘Niagara’, 1953).

Met zijn slechts 76 minuten is ‘Don’t Bother to Knock’ een aardig en hapklaar tussendoortje voor wie Marilyn Monroe eens in een compleet andere rol wil zien. De film was bedoeld om de actrice te lanceren als de nieuwe grote ster, maar flopte in de theaters. Monroe zou nog een jaartje moeten wachten op haar grote doorbraak, maar toont hier aan als actrice meer in haar mars te hebben dan menigeen van haar dacht. Het is jammer dat de film zelf niet zoveel om het lijf heeft. Spannend is dit als film noir bedoelde drama jammer genoeg niet. Maar dankzij het overtuigende acteerwerk van de gehele cast is dit niemendalletje toch prima uit te zitten.

Patricia Smagge