Dracula Has Risen From the Grave (1968)

Regie: Freddie Francis | 87 minuten | horror | Acteurs: Christopher Lee, Rupert Davies, Veronica Carlson, Barbara Ewing, Barry Andrews, Ewan Hooper, Marion Mathie, Michael Ripper, John D. Collins, George A. Cooper, Chris Cunningham, Norman Bacon

Deze film is zowel chronologisch als kwalitatief de derde film in een reeks van zeven Hammer House of Horror Draculafilms met Christopher Lee in de titelrol. Nadat in ‘Dracula, Prince of Darkness’ uit 1966 de vampier een ijzig graf heeft gevonden, worden de natuurwetten aangaande leven en dood achteloos door de wetten der filmlogica opzij geschoven wanneer de prins der vampiers onder het geluid van donderslagen weer tot leven komt en zich opmaakt om zijn bloeddorst wederom op de mensheid bot te vieren.

Na Dracula’s teleurstellend optreden in ‘Dracula, Prince of Darkness’ maakt hij in deze film een geslaagde come-back. Wat deze film, meer dan de twee voorgaande films, toevoegt aan de persoonlijkheid van de Hammer-Dracula is de duidelijk tot uiting komende woede en wraaklust die in Dracula huizen, ook op de momenten dat hij niet in gevecht is of geen directe bedreiging voor anderen vormt. Lee is hierbij goed op dreef en straalt als Dracula door zijn van razernij en bezetenheid vertrokken gezichtsuitdrukkingen en onheilspellende uitspraken wederom intense slechtheid en meedogenloosheid uit. Daarnaast komt Dracula’s hypnotische invloed op zijn slachtoffers ook duidelijker dan ooit naar voren. Met angst en beven beschouwen ze hem, maar kunnen geen weerstand aan zijn bevelen bieden….waarbij blijkt dat deze invloed ook niet verbroken kan worden wanneer Dracula hen mishandelt en hen zijn bevelen toeschreeuwt….

Ook Dracula’s opvallende inactiviteit uit het voorgaande deel is verdwenen. Gedreven door wraaklust gaat hij achter Muller aan en maakt meerdere slachtoffers. Hij gaat diverse malen het gevecht aan, springt door ramen en over balkons en gaat op strooptocht over de daken van Keinenberg. Daarnaast raakt Paul herhaaldelijk met hem in gevecht wat erin resulteert dat de vampier wordt bekogeld met brandende kolen waardoor zijn kleding en haar vlam vatten, hij verwoede pogingen moet doen om een in zijn lichaam geslagen staak er weer uit te trekken en hij op uiterst spietsende en indringende wijze met een groot metalen crucifix in aanraking komt….De speciale effecten komen bij het een en ander explicieter en bloederiger in beeld dan in de voorgaande Hammer-vampierfilms, hoewel dit in toekomstige Hammerfilms nog ver overtroffen zou worden.

Wat als nadeel ervaren kan worden is Dracula’s relatief geringe aanwezigheid tijdens het eerste deel van de film: dit blijft voornamelijk beperkt tot de beelden van zijn verrijzenis uit het graf, zijn verbeten blikken wanneer hij wraak zweert en enkele beelden van zijn tocht naar Keinenberg. Daarentegen wordt in het eerste deel van de film ruimschoots de aandacht gegeven aan de ontwikkelingen tussen het liefdespaar Paul en Maria. Het voordeel van deze opbouw is wel dat er een grotere identificatie met hen tot stand kan komen waardoor de snode plannen van de vampier des te bedreigender worden ervaren. Daarnaast komt Dracula, eenmaal in de plaats des onheils gearriveerd, veelvuldig in beeld en wordt door zijn optreden en dreigende uitstraling zijn relatief langzame opkomst ruimschoots overtroffen. Ook wordt zijn dreiging vergroot doordat zijn beoogde slachtoffers geruime tijd onwetend zijn van zijn nabije aanwezigheid en hij diverse onvoorziene aanvallen kan uitvoeren. Verder dragen zijn slachtoffers, de priester en een lokale serveerster, bij aan de dreiging doordat ze de vampier helpen zijn snode plannen uit te voeren…

De rolverdeling is herkenbaar van die in andere Draculafilms. Wederom weigeren de dorpelingen in het dorp bij kasteel Dracula in hun gebruikelijke angst elke hulp aan buitenstaanders. De rol van vampierbestrijder wordt deze keer vervuld door twee personen, in de eerste plaats door Muller die later echter noodgedwongen deze taak aan de held van het verhaal Paul overdraagt. Maria is de gebruikelijke schoonheid die door Dracula belaagd wordt. Wat ook, tenminste eveneens ten opzichte van de voorgaande Draculafilms, in deze film duidelijker naar voren komt is de nadruk die door de Hammerstudio’s op het vrouwelijk schoon wordt gelegd, hoewel ook dit in latere films nog verder zou gaan.

Ook in deze film diverse zwakke punten: van welke vampier is het slachtoffer dat in de kerk wordt gevonden? Dracula ligt op dat moment nog in zijn ijzig graf en er zijn geen andere vampiers… Blijkbaar speelt deze scène zich af nog voor het slot van de film uit 1966, maar erg duidelijk is dit niet. En hoe is dit slachtoffer in de kerk terechtgekomen wanneer Dracula geen gewijde grond kan betreden? Muller slaat, nog voordat de vampier zich aandient, wel onverklaarbaar snel om in zijn houding ten opzichte van Paul. Verder heeft een van Dracula’s slachtoffers na haar dood opeens vampiertanden, hoewel ze voordien slechts onder zijn hypnotische invloed verkeerde en zelf nooit een vampier is geweest. Vreemd is ook dat de priester zich aan Dracula’s invloed kan onttrekken om Paul te helpen, maar daarna toch nog in de macht van de vampier blijkt te zijn…

Een van de betere films uit de Draculaserie met Christopher Lee in de titelrol. Aan het karakter en de zieleroerselen van Dracula wordt ruim aandacht besteed door zijn meer dan ooit van woede en wraaklust vertrokken gezichtsuitdrukkingen wat in grote mate bijdraagt aan de slechtheid en bezetenheid die er van hem afstralen. In het eerste deel van de film is Dracula relatief gering aanwezig, maar dit kan ook als positief ervaren worden al naar gelang de tot stand komende identificatie met zijn beoogde slachtoffers. Dit ter beoordeling van de kijker. Hoe dan ook is het typische Hammer-sfeertje gedurende de hele film volop aanwezig en komt door Lee’s prima optreden de dreiging die er van Dracula uitgaat duidelijk en overtuigend uit de verf. Een aanrader voor alle griezelfans.

Frans Buitendijk

Waardering: 3

Bioscooprelease: 8 mei 1969