Dragon Lord – Long xiao ye (1982)

Regie: Jackie Chan | 86 minuten | actie, drama | Acteurs: Paul Chang, Jackie Chan, Wai-Man Chan, Hong-Yip Cheng, Tai Do, Fung Feng, Hark-On Fung, Kam-Kwong Ho, Yeong-mun Kwon, Hoi Mang, Mars, Yuen-Yee Ny, Tsim Po Sham, Lei Suet, Feng Tien, Ing-Sik Whang, Corey Yuen

‘Dragon Lord’ heeft een strijdlustige titel, maar het overgrote deel van de film wordt gespendeerd aan humoristisch bedoelde verwikkelingen op brugklas niveau en een romantisch subplot, dat opeens uit de film verdwijnt. Na de chaotische openingsscène vol halsbrekende toeren, zou het geen kwaad kunnen de film door te spoelen door de finale, waar ten minste bikkelharde kung fu en fraaie stunts uitgevoerd worden. Hier haalt de film haar waardering nog een stuk mee op.

Jackie Chan regisseerde zichzelf in deze film en hoewel dit toch al zijn vierde regie-project was, weet hij er geen coherent geheel van te maken en is het resultaat een slordige mix van elementen geworden. Hij lijkt zich geen raad te weten hoe hij de losse verhaallijnen aan elkaar moet knopen en vooral wat hij eigenlijk wil bereiken.

Het begin is bemoedigend genoeg, met een toernooi waarbij vier verschillende teams een toren van bamboe moeten beklimmen om een gouden rugbybal te bemachtigen. Naar verluidt raakten tientallen stuntmannen hierbij gewond. Het is in elk geval een energieke vertoning, waar de meest smerige trucs worden uitgehaald in de krioelende massa studenten. Verderop in de film is er nog een ongelofelijk sportevenement, waarbij er gevoetbald wordt met een soort shuttle en de meest fantastische toeren worden uitgehaald. Maar er tussenin valt er maar weinig te genieten. De meest basale en ruwe visuele grappen worden uitgehaald en hoewel Chan bekend staat om zijn – behoorlijk grappige – slapstick, komt het hier niet echt uit de verf. Dragon en zijn vriend Cowboy (Mars) zijn eigenlijk maar een stel klieren vol met kinderachtige streken. Hun opspelende hormonen zorgen voor problemen als ze achter hetzelfde meisje aan gaan, maar gelukkig blijft hun vriendschap in stand. Wel zo handig als ze in conflict komen met een stel schurken, die Chinese oudheden aan het Westen willen verkopen. De bende bestaat onder meer aan de toepasselijk genaamde “Killing King” (Hark-On Fung) en “Hatchetman” (Yeong-mun Kwon), maar de overtreffende trap is toch wel “The Big Boss” (Ing-sik Whang). Het blijkt niet mee te vallen om met hen af te rekenen, zeker niet als Mars’ vader gevangen blijkt genomen. Intussen is het subplot rond het meisje van hun dromen zoals gezegd allang stilletjes uit de film verdwenen. Het knokwerk, al dan niet met behulp van toevallig in de buurt liggende attributen (Chan’s handelsmerk) is van een hoog niveau. Wervelend en prachtig gechoreografeerd, waarbij er echt contact gemaakt wordt met het lichaam. In plaats van een snelle montage om een klap of trap te suggereren, zie je de klappen en trappen hier regelmatig ook aankomen.

Uiteraard kent de film een goed einde en wordt de kijker nog getrakteerd op een overbodige en knullig voorspelbare scène waarin Dragon en Cowboy per ongeluk een kanon op hun vaders afschieten. Let op de aftiteling, waar geknipte momenten en mislukte stunts uit de film voorbij komen. Als Chan iets meer bij de les was gebleven, had ‘Dragon Lord’ een echte klassieker kunnen worden. Nu zijn het slecht briljante lichtpuntjes in een verder ondermaats geheel.

Hans Geurts