El Cid (1961)

Regie: Anthony Mann | 182 minuten | actie, drama, oorlog, romantiek, biografie, geschiedenis | Acteurs: Charlton Heston, Sophia Loren, Raf Vallone, Geneviève Page, John Fraser, Gary Raymond, Hurd Hatfield, Massimo Serato, Frank Thring, Michael Hordern, Andrew Cruickshank, Douglas Wilmer, Tullio Carminati, Ralph Truman, Christopher Rhodes, Carlo Giustini, Gérard Tichy, Fausto Tozzi, Barbara Everest, Katina Noble, Nerio Bernardi, Franco Fantasia, Herbert Lom, Antonio Mayans, Paul Muller, Rosalba Neri, Virgilio Teixeira

Hoewel Spanje nog altijd een lappendeken is van culturen, volkeren en talen – een inwoner van Barcelona voelt zich bijvoorbeeld altijd éérst Catalaan en dan pas Spanjaard – is er inmiddels toch sprake van enige eenheid. Dat is heel lang anders geweest. In de vroege Middeleeuwen vochten de koningen van de verschillende regio’s onderling uit wie er de sterkste was. Volgens de overlevering was de heldhaftige ridder Rodrigo Díaz de Vivar, die leefde van 1040 tot 1099, er voor een belangrijk deel voor verantwoordelijk dat de koningen van de verschillende streken uiteindelijk inzagen dat ze maar beter samen konden werken als de situatie daarom vroeg. Eendracht maakt tenslotte macht. Bovendien stonden ze als een blok sterker tegen de oprukkende moslims uit Noord-Afrika. Rodrigo sloot vrede met enkele Moorse koningen die al in Spanje waren en kreeg hen bereid om samen met de Spanjaarden ten strijde te trekken. Dankzij de inzet van deze moedige krijger bleef Spanje uit handen van de moslims en kon het christendom verder opbloeien.

Over deze mythische figuur, die de bijnaam ‘El Cid’ (de heer) kreeg van bevriende Moorse koningen, gaat deze epische speelfilm van Anthony Mann uit 1961. Het verhaal begint in 1080, wanneer de strijd tot het behoud van het rooms-katholieke Spanje in alle hevigheid is losgebarsten, waarbij diverse koninkrijken zich verenigen in de strijd tegen de Moren. Zo ook koning Ferdinand van Castilië, Léon en Asturias (Ralph Truman). Zijn beste en moedigste strijdkracht is Rodrigo Díaz de Vivar (Charlton Heston), die op een zeker moment besluit om enkele Moorse koningen te bevrijden om zo vrede te stichten in het verdeelde Spanje. Zijn nobele daad valt niet bij iedereen even goed en hij komt in een kwaad daglicht te staan bij zijn koning. Rodrigo weet zijn status weer te heroveren door in een duel een van diens beste strijders te doden. Laat dit nu net ook de vader van zijn aanstaande, de mooie Jimena (Sophia Loren), zijn…

Als Ferdinand overlijdt verdeelt hij zijn koninkrijk onder zijn kinderen. Sancho (Gary Raymond) meent de troon naar zich toe te kunnen trekken. Door een listig plan dat zijn snode zus prinses Urraca (Geneviève Page) bedenkt, wordt hij echter vermoord, zodat de veel zwakkere prins Alfonso (John Fraser) – waarvan men denkt dat hij achter de dood van zijn broer zit – tot koning wordt gekroond. Intussen probeert de verbannen Rodrigo, die het inmiddels heeft bijgelegd met Jimena en met haar getrouwd is, Spanje te behoeden voor de ondergang, aangezien aan de overzijde van de Middellandse zee de moordzuchtige veroveraar emir Ben Yussuf (Herbert Lom) klaar staat om in naam van Allah meedogenloos toe te slaan in het verdeelde Spanje en van daaruit de rest van Europa te veroveren. El Cid weet een groot leger, inclusief de bevriende moren, op de been te krijgen om deze tiran te weerstaan.

‘El Cid’ is een bijzonder groots opgezet spektakel, waarin Anthony Mann zijn voorliefde voor veldslagen volop kan botvieren. Het waargebeurde verhaal werd tot een scenario verwerkt door Fredric M. Frank, Philip Yordan en Ben Barzman. Zoals gebruikelijk bij Hollywoodfilms werd er wel wat gesjoemeld met de tijd; om een soepel lopend verhaal te creëren werden hier en daar de jaartallen iets aangepast. Zo begint de film in 1080, maar stierf koning Ferdinand al in 1065! Het zal Mann een worst zijn geweest, want het lijkt erop alsof de belangrijkste reden voor hem om deze film te maken is geweest om er een weelderig spektakel van te maken. Groots, met duizenden figuranten en imponerende decors. En daarin is hij met vlag en wimpel geslaagd. Wie deze film gaat bekijken kan dat maar beter op een zo groot mogelijk scherm doen, want Mann gebruikt werkelijk elk hoekje van het 70mm Super Technirama breedbeeld dat hem tot beschikking stond. Vooral bij groots opgezette scènes, zoals de veldslagen, geeft dit een overweldigend effect. Het is alleen jammer dat Manns aandacht zo opgaat aan het zo mooi mogelijk in beeld brengen van de actie dat hij het verhaal nog wel eens uit het oog verliest. Zo is het niet altijd duidelijk wie er nou tegen wie vecht… Naast de prachtige beelden zijn ook de kostuums en de setting tot in de puntjes verzorgd.

Hoe weelderig de beelden ook zijn, ze kunnen de tekortkomingen niet verbloemen. Het meest in het oog springende minpunt is het acteerwerk. Charlton Heston heeft zo ongeveer zijn carrière opgebouwd op het spelen van masculiene helden en was ten tijden van ‘El Cid‘ op het hoogtepunt van zijn roem. Een mythische figuur als Rodrigo Díaz de Vivar zou het hart sneller moeten laten kloppen, men zou ontzag voor hem moeten hebben. Maar Heston zet hem dusdanig houterig en vlak neer dat het je eigenlijk niet kan schelen wat er met hem gebeurt. Op papier mag zijn Rodrigo dan een held zijn, je gelooft er geen snars van! Hij krijgt namelijk alles in zijn schoot geworpen. Sophia Loren is net als altijd een plaatje om naar te kijken, maar ze krijgt in de passieve rol van Jimena eigenwijk weinig meer te doen dan de smachtende mooie meid uit te hangen. Zonde van deze getalenteerde vrouw! De acteurs in de bijrollen hebben weinig mogelijkheid om zich te onderscheiden; eigenlijk doen alleen Geneviève Page en in mindere mate John Fraser dat. Overigens is het opvallend dat deze film een zeer internationale cast heeft maar het toch weer de Amerikaanse superster is die de hoofdrol toebedeeld heeft gekregen. En dat terwijl alle castleden stuk voor stuk meer talent hebben dan Heston… De muziek van Miklós Rósza is mooi maar soms wat té pompeus en overdaad schaadt – maar dat geldt in feite voor de hele film.

In 1961 was ‘El Cid’, net als andere spektakelfilms, razend populair. De film bracht veel geld in het laatje en sleepte drie Oscarnominaties in de wacht (beste muziek, beste song en beste art direction). Je zou denken dat dit dan ook een klassieker eerste klas is, van het kaliber ‘Ben Hur’ (1959) en ‘Spartacus’ (1960). Dat is helaas niet het geval. Aan de oppervlakte heeft deze prent alles; een mythische held, twee hoofdrolspelers op de top van hun roem, oneindig veel spektakel, weelderige beelden en een capabele regisseur. Maar achter al dat uiterlijk vertoon gaat een verhaal schuil dat de juiste snaar maar niet weet te raken. In feite mist deze film een hart en een ziel. Onderhoudend is deze drie uur (!) durende film zeker wel – vooral voor de liefhebber van epische saga’s. Maar je blijft na die 180 minuten toch met een leeg gevoel achter. Een typisch voorbeeld van ‘veel geschreeuw, weinig wol’.

Patricia Smagge