Elephant White (2011)

Regie: Prachya Pinkaew | 92 minuten | actie, thriller, misdaad | Acteurs: Kevin Bacon, Djimon Hounsou, Jirantanin Pitakporntrakul, Sahajak Boonthanakit, Ron Smoorenburg

Niemand zal ontkennen dat Djimon Hounsou een imposant lichaam heeft en een indrukwekkende verschijning is. Maar, hoewel hij in verschillende films wel degelijk zijn mannetje heeft moeten staan of dreigend heeft moeten overkomen, wordt hij doorgaans vooral gecast als zwijgzame, tragische held, niet zelden in een slachtofferrol, actieheld, en al helemaal niet als een (semi-)martial arts-vechter. De regisseur van ‘Ong Bak’ en ‘Chocolate’, Prachya Pinkaew, zag dit kennelijk wel voor zich en besloot om Hounsou de hoofdrolspeler te maken in een harde actiethriller en hem flitsende stoten, trappen, en messteken uit te laten delen aan een massa ongelukkige tegenstanders. En, het moet gezegd, dit doet de acteur best overtuigend. Hij heeft niet de snelheid en elegantie van een echte martial artist, maar in combinatie met de juiste choreografie, uitgekiende montage en hier en daar wat slow motion voor dramatisch effect, laat Hounsou het adrenalinepeil op verschillende momenten tot redelijke hoogtes stijgen. Dat de drijfveren van zijn personage nauwelijks duidelijk worden, het verhaal zelf van losse eindjes aan elkaar hangt, en er weinig echte spanning aanwezig is, zorgt er jammer genoeg voor dat er weinig in de film geïnvesteerd kan worden. Geslaagd kan ‘Elephant White’ daarom helaas niet genoemd worden.

Hounsou speelt een zakelijk ingestelde scherpschutter die gaandeweg, mede door de tussenkomst van een filosofisch ingesteld Thais meisje, Mae genaamd, een geweten ontwikkelt en zich inzet voor vele misbruikte en verhandelde andere meisjes. Echt overtuigend is deze omslag echter niet te noemen. Er biggelt een keer een traan over zijn wangen en dat moet dan maar betekenen dat hij geeft om de meisjes en zijn intenties zijn veranderd. Ook de hele gewetensvolle invalshoek van de film, waarbij de kijker kennelijk bewust gemaakt dient te worden van het onrecht van mensenhandel en de grote aantallen jonge vrouwen waarbij dit gebeurt, slaagt er maar niet in om echt indruk te maken op de kijker. Het is een beetje vergelijkbaar met ‘Blood Diamond’, ook een film – tevens met Hounsou – die betrokkenheid bij menselijk onrecht wilde oproepen en daarnaast een spannende avonturenfilm wilde zijn. Maar bij die film was de thematiek tenminste redelijk consistent in plaats van een voetnoot of een bijgedachte in wat toch echt een actiefilm is. De boodschap van de film komt ook een beetje hol over als er naast het opwekken van afkeuring voor mensonterende omstandigheden de bloedlust van de kijker wordt gestimuleerd door de vele krakende botten en bloedfonteintjes die Hounsou bij zijn tegenstanders veroorzaakt.

Gelukkig is de actie vaak best de moeite waard. De scherpschietscènes, waarbij Hounsou zijn tegenstanders, kijkend door zijn vizier, één voor één uitschakelt, geven al best een kick, maar het leukste zijn toch de vuistgevechten, waarbij regisseur Pinkaew zijn choreografische flair voor martial art scènes nog eens kan tonen. Één bepaalde sequentie, waarin Hounsou allerlei trappen op moet om de schurk te bereiken en gaandeweg vele tegenstanders tegenkomt, doet lichtelijk denken aan een eerdere film van Pinkaew, ‘Honour of the Dragon’.

Ook andere “stokpaardjes” van de regisseur, zoals de (witte) olifant – het symbool van Thailand – en verschillende (al dan niet bovennatuurlijke of spirituele) elementen uit de Thaise cultuur of het Boeddhisme, komen terug in de film, om zo toch een uniek en lokaal sausje aan een redelijk standaard actiefilm te kunnen geven. Het helpt een beetje, maar de elementen worden toch nooit echt een organisch geheel. Kevin Bacon zorgt nog voor een “vrolijke” noot als een wapenhandelaar met een belachelijk Brits accent. Zijn personage voegt vrij weinig toe aan de film maar de acteur zorgt wel voor wat amusante momenten, bedoeld of niet. Wat overblijft is een wisselend succesvolle actiefilm, met een interessante casting maar zonder voldoende richting en diepgang. Precies datgene waar Hounsou’s personage in het begin van de film van “beschuldigd” wordt. Noem het ironie.

Bart Rietvink