Elvis Is Alive – Elvis Is Alive! I Swear I Saw Him Eating Ding Dongs Outside the Piggly Wiggly’s (2001)

Regie: Robert Diaz LeRoy | 96 minuten | komedie | Acteurs: Robert Diaz LeRoy, Craig Stark, Jaimsyne Blakely, Shayne Kubby, Jeromy A Dunn, Mickey Epps, Leonard Machtinger, Ed Bannon, Daniel Klein, Samual W Fustan, Carol Connors, Fred Willard, Mary Willard, Mr. Blackwell, Rip Taylor, G. Larry Butler, Bob Cousy, Don Murray, Christopher Otcasek

Die Elvis moest ‘ns weten dat er zelfs na zijn dood totale gekte is rondom zijn persoon. Wellicht was het nog redelijk te bevatten tijdens zijn leven. Maar zijn dood zou toch een einde moeten maken aan de persoonsverheerlijking en de imitaties. De film ‘Elvis Is Alive’ gaat in op het aspect van de Elvis sightings. Vanaf het moment dat The King in 1977 overleed, zijn er mensen die beweren dat ze Elvis gezien hebben. Dit zou passen in de mythe dat Elvis zijn eigen dood in scène heeft gezet om te ontsnappen aan zijn leven van beroemdheid, fastfood en drugs.

Hoofdpersoon is documentairemaker Robert. Hij weet een gemêleerd gezelschap voor zijn camera te krijgen. Al deze mensen beweren dat ze Elvis hebben gezien. De een zweert dat Elvis nu een Elvis-imitator is geworden. De ander zegt dat hij nu in de politiek actief is en dat hij zijn naam in Bill Clinton heeft veranderd. En de derde weet zeker dood is en als geest op aarde is, immers als hij nog zou leven dan had hij wel ingegrepen toen ‘zijn dochter met die loser ging trouwen’

De film is erg fragmentarisch en hysterisch. Robert laat iedereen zijn verhaal doen over waar men Elvis heeft gezien en is niet kritisch. Dat levert beelden op die niet grappig zijn, beelden die niet de magie van Elvis verklaart en de vertellers lijken op niets meer dan heel erg slechte acteurs. Geen moment neem je de verhalen voor waar aan. Het verhaal is niet spannend. Op zich zou het grappig of goed doordacht kunnen zijn dat de film ‘Elvis Is Alive’ parallel loopt aan de documentaire waar de film over gaat. De documentaire van Robert kampt met dezelfde problemen als de speelfilm. In beide films mist de lijn, opbouw en einde. En dat zorgt ervoor dat de kijker niet meeleeft met de totstandkoming van de docu.

Aan het eind van de film – wat ook het einde is van de documentaire – roept zijn opdrachtgever Veronica dat ze de film ‘boring boring’ vindt. Daarmee vat ze de film uitstekend samen.

Eline Lubberts