Enfances (2007)

Regie: Ismaël Ferroukhi, Corinne Garfin, Joana Hadjithomas, Khalil Joreige, Isild Le Besco, Yann Le Gal, Safy Nebbou | 80 minuten | drama, biografie | Acteurs : Maurice Antoni, Octave Arveiller, Grégoire Azouvy, Anne Benoît, Emmanuelle Bercot, Marc Bodnar, Pascal Bongard, Brandon Daraï, Pascal Elso, Patrick Fierry, Serge Gaborieau, Delphine Garfin, Julie Gayet, Clotilde Hesme, Jonathan Joss, Maxime Juravliov, Bernard Lapène, Isild Le Besco, Virgil Leclaire, Eliott Margue, Margot Meynard, Camille Natta, Frédéric Papalia, Lucie Pichon, Max Renaudin, Vincent Solignac, Gilbert Traina, Elsa Zylberstein

De Franse cineast Yann Le Gal liep rond met een origineel idee: hij wilde een film maken waarin cruciale momenten uit de jeugd van een aantal van de belangrijkste filmmakers van de twintigste eeuw worden geschetst. Hoe zijn ze geworden zoals ze waren en in hoeverre zijn de gebeurtenissen uit hun jeugd terug te vinden in hun latere meesterwerken. Le Gal trommelde een groep vakgenoten op (die hij elk een segment laat regisseren) en selecteerde zes filmmakers – Fritz Lang, Orson Welles, Jacques Tati, Jean Renoir, Alfred Hitchcock en Ingmar Bergman – wiens jeugd van invloed is geweest op hun latere werk. Het zesluik ‘Enfances’ (2007) bestaat uit zes korte segmenten (in lengte variërend van zeven tot twintig minuten), waarin steeds een andere filmmaker centraal staat. Wie veel kennis heeft van de regisseurs heeft wellicht al eerder door over wie het segment gaat, anderen moeten wachten tot het einde van het hoofdstuk. Le Gal sluit elk segment namelijk af met een veelzeggend citaat van de desbetreffende regisseur.

Niet elk hoofdstuk is even boeiend, maar ze zijn wel allemaal gemaakt in de stijl van de betreffende filmmaker. Eén van de hoogtepunten is het eerste segment, door Le Gal zelf geregisseerd, waarin we zien hoe een jonge Fritz Lang geconfronteerd wordt met een geheim uit zijn jeugd. Hij groeit op in een tijd waarin steeds meer haat tegenover joden wordt gepredikt en zo jong als hij is, zelf is hij ook al politiek geëngageerd. Op school wordt hem geleerd dat Oostenrijk een land moet worden met ‘zuiver rechtschapen katholieken’ en daar staat hij vierkant achter. Tot hij ontdekt dat hij zelf joods bloed heeft. Ook het hoofdstuk rond Jean Renoir is meer dan de moeite waard. De eenzame jonge Renoir, zelf afkomstig uit een rijk en onderdrukkend milieu, raakt bevriend met een straatarm leeftijdsgenootje. Die leert hem jagen, in bomen klimmen en geeft hem een gevoel van vrijheid. Voor het eerst ontdekt hij wat kameraadschap is. Maar het verschil in leefmilieu tussen beide jongens zit een langdurige vriendschap in de weg. De kenmerken uit Renoirs werk – de klassenstrijd, de relatie tussen mens en natuur en het schilderachtige en levendige kleurgebruik – zien we in dit kleine, door Ismaël Ferroukhi gemaakte portret in volle overtuiging terug.

Joana Hadjithomas en Khalil Joreige maakten een stijlvol segment over Jacques Tati, die al op zijn twaalfde twee koppen boven zijn klasgenootjes uitstak. Geheel in de stijl van Tati is het een komisch portret geworden, waarin visuele grapjes de boventoon voeren en dialoog schaars is. De jonge Jacques is een dromer, die niets moet hebben van autoriteit. Naar zijn leraar luistert hij dan ook niet, hij dwaalt liever door de school. Het hoofdstuk dat Safy Nebbou maakte over Ingmar Bergman is al even stijlvol. Ingmar en zijn oudere broer hebben het helemaal voor elkaar, maar wanneer hun kleine zusje geboren wordt komen ze opeens op het tweede plan te staan. Ingmar laat zich door zijn broer ompraten: de baby moet uit de weg geruimd worden en híj is degene die dat moet doen. In het segment rond de jonge Alfred Hitchcock leren we hoe zijn meedogenloze moeder ervoor verantwoordelijk was dat hij zijn seksuele verlangens altijd heeft moeten onderdrukken. In zijn films zien we dat terug. De stijl die Corinne Garfin hanteert is aardig afgekeken van Hitch, maar het ligt er té dik bovenop dat ze hem nadoet. Daardoor is dit hoofdstukje een van de minst geslaagde van het zestal geworden. Ook het verhaal rond Orson Welles (door Isild Le Besco gefilmd), waarin de nauwe band die hij had met zijn moeder wordt uitgebeeld, komt helaas nauwelijks van de grond.

‘Enfances’ is een intrigerend zesluik geworden dat gedragen wordt door zes jonge Franse acteurs, die allen uitstekend voor de dag komen. Ze zijn niet alleen het jonge evenbeeld van de regisseur die ze voor moeten stellen, maar acteren ook nog eens bijzonder overtuigend. Het is alleen jammer dat iedereen Frans spreekt in deze film – bij Lang, Welles, Hitchcock en Bergman gaat dat ten koste van de geloofwaardigheid van de filmpjes. Hoewel niet elk deel van deze bijzondere regisseurscollage even sterk uit de verf komt (wat ook te maken heeft met het feit dat niet elk verhaaltje genoeg tijd krijgt om volledig op te bloeien), is het alles bij elkaar toch een geslaagd project geworden van Le Gal. Elk hoofdstukje is namelijk schitterend gemaakt. Zeker voor de liefhebbers van de klassieke film, de makers daarvan en hun persoonlijke levensreis, is ‘Enfances’ een interessant filmdocument dat meer dan de moeite waard is. Een bijzondere hommage aan zes onvergetelijke filmmakers.

Patricia Smagge