Far from the Villages (2008)

Regie: Olivier Zuchuat | 75 minuten | documentaire |

De Zwitserse regisseur Olivier Zuchuat filmde in het vluchtelingenkamp Djabel in de regio Gouroukoun aan de grens tussen Tsjaad en Soedan. Daar wachten vluchtelingen, ver weg van huis en haard op een einde van het oorlogsconflict, in Europa bekend als Darfur. In het kamp ‘wonen’ circa 20.000 mensen onder moeilijke en armzalige omstandigheden. Zij beginnen de hoop op een beter leven langzamerhand te verliezen en kunnen geen kant op. Zuchuat is daar twee maanden geweest en heeft hen gefilmd met grote terughoudendheid. Respect voor de situatie waarin deze mensen verkeren stond bij hem voorop.

Het resultaat is een mooie film, waarin vooral de nadruk ligt op de uitzichtloosheid van hun leven in die omstandigheden. Alhoewel het kamp geen muren heeft, ligt het zo afgelegen dat het in feite een soort gevangenis is waaruit zij niet echt kunnen ontsnappen. Het nabije oorlogsconflict zorgt er voor dat zij geen kant op kunnen. Zij zijn er vaak slecht aan toe en hebben op hun vlucht bijna alles moeten achterlaten. Zij zijn vaak zowel psychisch als fysiek beschadigd, maar toch is hun ‘spirit’ niet geknakt. Het bijzondere van de film is dat het gaat over de gevolgen van oorlog zonder dat er enige oorlogshandeling zichtbaar is.

Tien kilometer verderop is de oorlog volop gaande, de dood loert, verkrachtingen zijn aan de orde van de dag. Het vluchtelingenkamp biedt hen bescherming, maar toch moeten zij er vaak op uit trekken om water te halen en hout te sprokkelen. Deze mensen dragen hun verleden met al hun oorlogsherinneringen mee. Nachtmerries, verminkingen, et cetera zijn een onderdeel van hun leven geworden. Zijn zij ooit veilig of kan het hen weer opnieuw overkomen?

In de film wordt fraai zichtbaar gemaakt dat het nieuwe bestaan van deze vluchtelingen in het kamp eigenlijk bestaat uit wachten. Het hele bestaan speelt zich af in een extreem vertraagd tempo en als het wachten op de voedseluitreiking beloond is met een karige maaltijd, begint al weer een nieuwe wachtrij. Olivier Zuchuat brengt dit leven fraai gefilmd in beeld. Mensen proberen onder deze omstandigheden toch zoveel mogelijk hun dagelijkse handelingen te verrichten en hun tradities en gebruiken te handhaven.

Juist de sfeer van het bijna continue wachten is subliem vastgelegd. De camera glijdt met langzame bewegingen langs mensen en hutjes en volgt hen op hun zoektocht naar voedsel en hout. Vrouwen vertellen ondertussen over hun leed en wat zij meegemaakt hebben, de mannen vergaderen over de gearrangeerde huwelijken en wat de bruidsschat moet gaan worden.

Het heeft Zuchuat veel tijd gekost het vertrouwen van deze zwaar getraumatiseerde mensen te winnen zodat zij hun verhaal voor de camera wilden vertellen. De fotografie en het camerawerk is prima verzorgd, de sfeer van de levensomstandigheden wordt indringend en geloofwaardig overgebracht. Het ritueel van het wachten is zo overtuigend dat de traagheid daarvan op den duur ook zijn uitwerking heeft op de kijker en diens beleving. De aandacht dreigt dan afgeleid te gaan worden. Aan de andere kant is het een moedige keuze om dat wachten zo indringend zichtbaar en voelbaar te maken. De kracht van het verhaal zou groter zijn bij een kortere duur daarvan.

De regisseur is er in geslaagd het paradoxale van zijn doel vast te leggen: het maken van een oorlogsverslag zonder het laten zien van oorlogshandelingen. De film is vooral een verslag op het menselijk niveau, de politieke achtergrond van het conflict blijft vrijwel buiten beeld.

Rob Veerman