Finding Dory (2016)

Regie: Andrew Stanton, Angus MacLane | 103 minuten | animatie, avontuur, komedie, familie | Originele stemmencast: Ellen DeGeneres, Albert Brooks, Ed O’Neill, Kaitlin Olson, Hayden Rolence, Ty Burrell, Diane Keaton, Eugene Levy, Sloane Murray, Idris Elba, Dominic West, Bob Peterson, Kate McKinnon, Bill Hader, Sigourney Weaver, Alexander Gould, Torbin Xan Bullock, Andrew Stanton, Katherine Ringgold, Lucia Geddes, Bennett Dammann, John Ratzenberger, Angus MacLane, Willem Dafoe, Brad Garrett, Allison Janney

Jarenlang zette actrice en talkshowhost Ellen DeGeneres zich in voor een vervolg op de Pixar-klassieker ‘Finding Nemo’ (2003), waarin zij de chaotische, vergeetachtige Picasso-doktervis Dory van een stem voorzag. Haar campagne werd uiteindelijk beloond, en ze mocht zelf in haar eigen talkshow aankondigen dat er aan een sequel gewerkt werd. “Ik heb lange, lange, lange, lange, lange, lange tijd op deze dag gewacht. Ik overdrijf niet, het duurde echt zo lang. Ik weet dat de mensen bij Pixar druk waren met het creëren van ‘Toy Story 16’. Maar het was het wachten zeker waard. Het script is fantastisch. En het heeft alles wat ik van de eerste film zo leuk vond: het heeft een groot hart, het is erg grappig en het mooiste van allemaal – het heeft heel veel Dory.” Regisseur Andrew Stanton is naar eigen zeggen normaal niet zo happig op vervolgfilms, maar toen in het kader van het tienjarig bestaan van ‘Finding Nemo’ een 3D-versie van die film in roulatie werd gebracht en Stanton zijn geesteskind na jaren weer eens zag, begon er toch wat te kriebelen. Dory, die helderblauwe vis die zo makkelijk de weg kwijtraakte; wie is zij eigenlijk en wat is er met haar gebeurd waardoor ze helemaal in haar eentje door de oceaan zwerft? Stanton: “Ik wilde er zeker van zijn dat zij haar nieuwe familie terug zou kunnen vinden, als ze weer eens zou verdwalen. De vader in mij maakte zich zorgen om haar.”

Dory is inderdaad een intrigerend en mysterieus personage, maar zitten we wel op een vervolg op ‘Finding Nemo’ te wachten? Het komt maar zelden voor dat vervolgfilms het niveau halen van het origineel, en het is nóg zeldzamer dat een sequel zijn voorganger naar de kroon steekt. Het enige voorbeeld uit de stal van Disney/Pixar dat dat vooroordeel over vervolgfilms teniet wist te doen was de onovertroffen ‘Toy Story’-trilogie; alle andere tweede en derde delen lijken toch hoofdzakelijk te zijn gecreëerd om geld in het laatje te brengen, met de verkoop van bioscoopkaartjes én merchandise. Hoewel men ook bij Disney/Pixar niet kan ontkennen dat sequels nodig zijn om het spreekwoordelijke schip drijvende te houden (hoe kunnen ze anders een derde deel van ‘Cars’ in productie nemen?), waakt men er naar eigen zeggen voor de standaard voor wat betreft creativiteit en originaliteit hoog te houden. Dat heeft automatisch tot gevolg dat de verwachtingen van elke Pixar-film torenhoog zijn. Ook voor sequels. Zeker als het zo’n geliefd personage als Dory betreft. Door háár en niet Nemo of Marlin het centrale karakter te maken en de gebeurtenissen te verplaatsen naar een andere locatie, wordt al een stap in de goede richting gezet. Natuurlijk, de oceaan is gigantisch, biedt volop mogelijkheden voor variatie en is een prachtig theater om de animatoren van Pixar zich te laten uitleven met allerhande vissen, zeepaardjes, krabben, koraalriffen en al het andere kleurrijke wat de zeebodem te bieden heeft. Het decor in ‘Finding Dory’ is echter een enorm zeeaquarium, wat compleet nieuwe mogelijkheden biedt.

‘Finding Dory’ speelt ongeveer een jaar na ‘Finding Nemo’. Dory (stem van Ellen DeGeneres) heeft na de hereniging van Marlin (Albert Brooks) en Nemo (Hayden Rolence vervangt Alexander Gould uit ‘Finding Nemo’) een vaste plek ingenomen in het clownsvissengezin. Ze voelt zich thuis en geborgen. Maar door al dat familiegeluk worden wel herinneringen aan haar eigen jeugd aangewakkerd, zeker nadat ze met Nemo’s klas op excursie gaat en plekken begint te herkennen. Herinneringen die ze door haar kortetermijngeheugenverlies lange tijd vergeten was, komen boven. Ineens verlangt Dory naar haar vader en moeder en wil ze weten waar ze vandaan komt. Even vreest de (kritische) filmkijker op een herhaling van zetten: krijgen we nu een ‘Finding Nemo 2.0’ voorgeschoteld? Maar waar de roadtrip in ‘Finding Nemo’ uitgesponnen werd over anderhalf uur, bereiken we hier al vlotjes de bestemming: The Jewel of Morro Bay, een groot zeedierenpark waar onderzoek wordt gedaan naar het leven in zee en waar gewonde dieren verzorgd worden tot ze weer kunnen worden uitgezet. Op een onbewaakt ogenblik laat Dory zich door parkomroepster Sigourney Weaver letterlijk in de val lokken. De meegereisde Nemo en Marlin blijven beteuterd in zee achter. Terwijl zij hun weg naar binnen proberen te vinden om hun nieuwe gezinslid te redden, ontmoet Dory allerlei nieuwe vrienden én enkele oude bekenden in haar zoektocht naar zichzelf.

Over de kwaliteit van de animaties kunnen we kort zijn, die is zoals we van Pixar mogen verwachten uitzonderlijk hoog. Zeer realistisch en verfijnd, maar ook kleur- en fantasierijk. Visuele vondsten zijn er weer te over, met verwijzingen naar eerdere Pixar-films wat het voor de liefhebber nóg leuker maakt om de film te kijken, maar ook op zich zelf staande gebbetjes. Neem nou het belangrijkste nieuwe personage, de inktvis Hank (op zeer toepasselijke wijze van stem voorzien door Ed ‘Al Bundy’ O’Neill). Deze octopus (of – zoals Dory terecht opmerkt – eigenlijk septopus, aangezien hij één tentakel mist) gebruikt zijn camouflagetechnieken op wel heel inventieve wijze. Hank is sowieso een heerlijk nieuw personage: een knorrige opportunist die Dory alleen wil helpen omdat hij er zelf beter van wordt. Maar achter dat misantropische masker gaat een lobbes met een klein hartje schuil. Mocht Disney/Pixar ooit overwegen een derde film te maken, dan bevelen wij van harte ‘Finding Hank’ aan. Andere nieuwe personages die voorbijkomen zijn een slechtziende walvishaai, een ijdele beloega (witte dolfijn) en twee hilarische zeeleeuwen – en één nogal onnozele – die overal commentaar op leveren (à la Stadler and Waldorff).

Vanaf het moment dat Dory in het zeeaquarium arriveert, schiet het tempo omhoog. Tussen al die ontsnappingen en achtervolgingen, is ook ruimte voor emotie. Dat begin eigenlijk al in de allereerste minuten van de film, wanneer we de piepjonge Dory (een ieniemienie visje met enorme uitpuilende ogen die zelfs de meest kille kijker doet smelten) met haar ouders zien. Dat zijn de herinneringen die ineens weer komen opborrelen en die Dory doen besluiten haar ouders te zoeken. Juist de emoties die we bij dit soort scènes voelen opkomen, maken dit een échte Pixar-film en stellen ons gerust dat deze film ook echt met liefde gemaakt is en niet met uitsluitend dollartekens in de ogen. Een klassieker als ‘Finding Nemo’ zal deze film waarschijnlijk niet worden, maar ‘Finding Dory’ komt aardig in de buurt. Met humor en avontuur, een lach en een traan en een keur aan kleurrijke (neven)personages laat je je zonder moeite zó weer inpakken door Stanton en co. O ja, zorg trouwens dat je op tijd in de bioscoop zit voor het prachtige, hartverwarmende korte filmpje ‘Piper’ van Alan Barillaro, én blijf na afloop nog even hangen voor de leuke eindcredits!

Patricia Smagge

Waardering: 4

Bioscooprelease: 29 juni 2016
DVD- en blu-ray-release: 2 november 2016