Frailty (2001)

Regie: Bill Paxton | 100 minuten | drama, horror, thriller | Acteurs: Matthew McConaughey, Bill Paxton, Powers Boothe, Matthew O’Leary, Jeremy Sumpter, Luke Askew, Levi Kreis, Derk Cheetwood, Missy Crider, Alan Davidson, Cynthia Ettinger, Vincent Chase, Gwen McGee, Edmond Scott Ratliff, Rebecca Tilney

Toen acteur Bill Paxton benaderd werd voor de rol van vader door de producent van ‘Frailty’, vond hij het heel interessant personage en verhaal maar was het voor hem wel een voorwaarde dat de regisseur goed oog zou hebben voor de nuances en gevoeligheden van het materiaal. En toen kwam ineens het besef dat hij eigenlijk zelf wel graag die regisseur zou willen zijn. Een gedurfde zet, maar het pakt verrassend goed uit. Niet alleen doet hij het uitstekend àchter de camera – met sfeervol camerawerk, een goede focus op acteurs en personages, en efficiënte scènes – maar ook als acteur zet hij één van zijn beste rollen neer: een tamelijk realistisch portret van een in essentie goed mens dat afschuwelijke dingen doet. Hoewel de film in het midden wat eentonig wordt en er een beetje vals gespeeld wordt door de ware toedracht op sommige punten vervormd weer te geven, is ‘Frailty’ een opvallend sterke, originele en – vooral op psychologisch vlak –  bloedstollende horrorfilm geworden.

Vanwege de flashbackvorm waarin het verhaal verteld wordt – Matthew McConnaughey komt bij sheriff Powers Boothe opbiechten wie de moordenaar is – hangt er meteen een onheilspellende sfeer over de film heen, maar het feitelijke verhaal begint eigenlijk heel ingetogen en idyllisch, waarbij het moederloze gezinnetje van Paxton en zijn twee zoons centraal staat. Fenton (Matt O’Leary) heeft zo’n beetje de moederrol op zich genomen: hij verzorgt het eten wanneer zijn vader thuis komt van zijn werk en ontfermt zich in toenemende mate over zijn jongere broertje. Paxton zelf is de belichaming van de perfecte vader. Hij grapt tijdens het eten met zijn jongste over diens liefde voor doperwtjes en spreekt zijn oudste bemoedigend toe en stelt voor hem te helpen met zijn huiswerk. Deze thuissituatie, en de manier waarop de kinderen centraal staan en alles vanuit hun oogpunt beschouwd wordt, roept herinneringen op aan de klassieker ‘To Kill a Mockingbird’, waarin Gregory Peck de grote, moreel onfeilbare held (van het gezin) was. Ook in die film kwamen de kinderen in aanraking met het Kwaad maar middels deze confrontatie konden ze wel tot nieuwe inzichten komen en eerste stappen zetten op de weg naar volwassenheid. In die film bleek het aanvankelijke Kwaad onschuldig te zijn en was het meer een symptoom van de hele maatschappij. Dit laatste geldt ook wel voor ‘Frailty’ maar van onschuld is hier alleen weinig sprake.

Wanneer Paxton middenin de nacht ineens een visioen krijgt – een beetje knullig, via licht dat hem beschijnt vanachter een sporttrofee – en hij overstuur de kamer van zijn zoontjes in snelt om ze te vertellen over zijn goddelijke missie, hoop je dat het allemaal nog wel goed zal komen. De jongste zoon, Adam, is makkelijk te beïnvloeden en gelooft echt dat zij superhelden zijn geworden die demonen moeten vernietigen, maar Fenton is vanaf het begin sceptisch. Hij hoopt dat het allemaal vergeten zal worden of herinnerd als een moment van verstandsverbijstering, maar zijn vader wil verdergaan met zijn missie. De meest voor de hand liggende verklaring is dat pa een tik van de molen heeft gekregen. Fenton oppert later ook voorzichtig: “Misschien heb je ze niet goed op een rijtje…”, waarop vaderlief begripvol maar nog steeds overtuigd van zijn missie reageert. Het lijkt nog steeds zo’n sympathieke en verstandige man te zijn. Maar wanneer hij thuis komt met een stel handschoenen, een loden pijp en een bijl, gaat het duidelijk de verkeerde kant op. En wanneer hij het eerste slachtoffer mee naar huis neemt, en de zoontjes in afgrijzen moeten toezien, hoe hij haar met een bijl te lijf gaat, is er definitief geen weg meer terug.

De zoons moeten weg bij hun vader, maar Adam wil niet en gelooft zijn vader. Hij zegt ook echt de zonden van de slachtoffers (of demonen) te kunnen zien waaraan de vader zegt dat zij zich schuldig hebben gemaakt. De casting van Paxton is zo perfect omdat zijn goedige uitstraling het zo onmogelijk maakt dat hij dit soort dingen zou doen. Zelfs wanneer hij verschillende moorden heeft gepleegd wil je nog geloven in zijn goede inborst en blijf je als kijker sympathie voor hem voelen. Deze portrettering is verfrissend. Meestal wordt het van de andere kant getoond: de brute moorden, of de resultaten, zijn zichtbaar, maar de focus ligt vervolgens op de agent of rechercheur die hem probeert te pakken.

Het meest huiveringwekkende aspect van de film is waarschijnlijk de wijze waarop (de) kinderen beïnvloed (kunnen) worden door ouders (en volwassenen in het algemeen). De kleine Adam is gehersenspoeld, zo lijkt het, door de fanatiek religieuze vader, die echter op zijn beurt ook gelooft in de waarheid van zijn missie. Hij vermoordt geen mensen, zo zegt hij, maar hij vernietigt demonen, van wie hij de namen in visioenen medegedeeld krijgt. Hier wordt op interessante wijze door de filmmakers mee gespeeld wanneer Adam op een ochtend met zijn eigen lijstje demonen de keuken in komt gelopen. Hij had die nacht ook een visioen gehad, zo vertelt hij. “Maar, is dit niet de jongen die je zo pest?”, vraagt zijn vader wanneer hij een naam van het lijstje bekijkt. “Zeg eens eerlijk, je hebt dit lijstje zelf gemaakt hè?”. “Dit zijn mensen, die je zou vermoorden. De mensen op mijn lijstje zijn demonen, en die moeten we vernietigen.” De ironie kan de kijker niet ontgaan, hoewel de vraag zich wel blijft aandienen, hoe de vader aan al die namen is gekomen. Het lijken immers mensen te zijn die hij niet kent en nog nooit heeft ontmoet…

Scenarist Brent Hanley heeft, naar eigen zeggen, zijn inspiratie uit het Oude Testament gehaald en  de vele Stephen King-boeken die hij als kind las. Zelf vindt hij het zo boeiend dat dit verhaal multi-interpretabel is. Dat nooit goed duidelijk is of hij knettergek is of echt contact met God heeft gehad en demonen aan het uitroeien is (of dat misschien allebei het geval is). Deze onzekerheid en ambiguïteit is ook zeker een tijd lang het geval, maar helaas blijft er uiteindelijk toch echt maar één oplossing over. Hoewel de overgebleven uitleg ook erg intrigerend is en zorgt voor nieuwe psychologische en morele vraagstukken (alsmede een verontrustend einde waar nog lang over nagesproken kan worden), is het wel een beetje jammer dat de vrijheid van interpretatie bij de kijker wordt weggehaald.

In het midden van de film, wordt het allemaal een beetje veel van hetzelfde, zonder dat de kinderen of de vader zich op een interessante manier ontwikkelen, maar gelukkig gaat in het laatste half uur het roer om wanneer Fenton tot zijn eigen inzichten komt in hoe zijn dilemma op te lossen. Het maakt de film weer onvoorspelbaar en (daardoor) spannend. Het einde is wat dubbel. Enerzijds is het een – hoewel voorspelbaar – sterk uitgevoerd en onheilspellend einde vol met twists en anderzijds is het allemaal wat te netjes en ongeloofwaardig afgerond. Toch doet dit weinig om de impact van de film te verminderen en mag dit debuut van Paxton als meer dan geslaagd worden beschouwd. Deze uitstekende acteur laat met ‘Frailty’ zien ook als regisseur over veel stijl en vakmanschap te beschikken.

Bart Rietvink

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 17 oktober 2002