Friday Night Lights (2004)

Regie: Peter Berg, Josh Pate | 113 minuten | actie, drama, sport | Acteurs: Billy Bob Thornton, Lucas Black, Garrett Hedlund, Derek Luke, Jay Hernandez, Lee Jackson, Lee Thomspon Young, Tim McGraw, Grover Coulson, Connie Britton, Connie Cooper, Kasey Stevens, Ryanne Duzich, Amber Heard, Morgan Farris, Laine Kelly, Gavin Grazer, Turk Pipkin, Dr. Carey Windler, Tommy G. Kendrick, Brad Leland, Lilian Langford, Christian Kane

De strijd die de jonge mannen van de Permian High Panthers leveren om het staatskampioenschap binnen te halen en zo de grenzen van hun geboortestad te ontstijgen, staat symbool voor de opkomst van acteur/regisseur Peter Berg. Die overigens ook een hand had in het script, dat gebaseerd werd op het waargebeurde verhaal van Pulitzerprijs winnend journalist Buzz Bissinger. Maakte Berg hiervoor nog (andere) kleine films als ‘Very Bad Things’ en ‘The Rundown’, na het sterke ‘Friday Night Lights’ (waar twee jaar later een succesvolle tv-serie van werd gemaakt) mocht hij de opstap maken naar de grote projecten, zoals ‘Hancock’ en ‘The Kingdom.’ Hij dankt dat aan een strakke regie, geslaagde montages en flitsend camerawerk dat ondanks de vluchtige beelden nergens afleidt van de diepere lagen van het verhaal.

De film heeft daarom, naast alle logische vergelijkingen, een hoop raakvlakken met het portret van de professionals in ‘Any Given Sunday,’ waarin ook Oliver Stone slaagt de razendsnelle acties van de hectische sport knap in beeld te brengen zonder de kijker te irriteren met te haastig handcamerawerk. Berg gebruikt daar overigens echte wedstrijdbeelden voor uit het seizoen 2003, die hij afwisselt met eigen opnames waarbij de acteurs tenues dragen die identiek zijn aan die van het team dat ze uit moeten beelden. Daarnaast doet de intensiteit die Billy Bob Thornton brengt in zijn vertolking van coach Gaines niet onder voor Al Pacino’s Tony D’Amato. Op het veld een krachtige leider, naast het veld een in zichzelf gekeerde, kalme aanwezigheid. Hetzelfde kan overigens gezegd worden voor de gehele cast, die ondanks een groot aantal onbekende namen een zeer steekhoudend beeld van het turbulente wereldje brengen. Neem bijvoorbeeld Garrett Hedlund, die voor zijn rol als verdediger in de schaduw van zijn alcoholistische vader (die ooit zelf het kampioenschap won) ongeveer tien kilo aan spiermassa won, nadat hij kort ervoor voor ‘Troy’ al vijftien kilo aankwam. Of de dertigjarige Derek Luke, die overtuigend de rol van zwaar geblesseerde zeventienjarige quarterback James ‘Boobie’ Miles speelt. De pijn en vooral de frustratie van zijn gebroken dromen komen ook voor de kijker hard aan. Tijdens een aantal scènes is de echte ‘Boobie’ overigens naast Luke in beeld te zien.

De voornaamste kracht van ‘Friday Night Lights’ echter is niet wat er in het stadion gebeurt, maar daar buiten. De strijd van de individuele teamspelers om zichzelf aan een betere toekomst te helpen dan hun omgeving ze anderzijds biedt ontstijgt daarmee het niveau van ‘Any Given Sunday.’ Door een aantal belangrijke spelers hun eigen verhaallijn te geven binnen de verwikkelingen, krijg je als kijker een duidelijk en enigszins beklemmend beeld van de invloed van een lokale sportclub (met een rijke geschiedenis) op de sfeer in een arbeidersstadje als Odessa, Texas. En vice versa. De aandacht en vooral druk waar de jonge spelers mee te maken krijgen, maakt het ze des te bewuster van het belang van hun prestaties, waardoor ze nauwelijks de kans krijgen zich naar hun leeftijd te gedragen (treffend verwoord door teamleider Mike Winchell (Lucas Black): ‘I don’t feel seventeen. Do you?’). De film verdient daarbij extra krediet omdat het die wereld niet mooier wil maken dan het is, en ook in de slotfase van het verhaal niet zwicht voor de karakteristieke eisen van Hollywood. ‘Friday Night Lights’ is daarmee een geslaagd en bijzonder menselijk portret van zowel de glorieuze als de roemloze kant van topsport in Little America.

Robert Nijman