Frontière(s) (2007)

Regie: Xavier Gens | 108 minuten | misdaad, drama, horror, thriller | Acteurs: Karina Testa, Samuel Le Bihan, Estelle Lefébure, Aurélien Wiik, David Saracino, Chems Dahmani, Maud Forget, Amélie Daure, Rosine Favey, Adel Bencherif, Joël Lefrançois, Patrick Ligardes

Waar is het misgegaan met de horrorfilm? Zo maar een vraag die de Franse griezelfilm ‘Frontière(s)’ oproept. De Amerikaanse vloedgolf van glossy films waarin mooie meiden achterna gezeten worden door gemaskerde freaks worden in een klap gedegradeerd tot een verzameling van softe komedies na het zien van deze Franse film. ‘Frontière(s)’ is een naargeestige, razendspannende slasher die na afloop nog dagen in je hoofd rond blijft spoken. Zo goed dus.

De film zet je direct op het verkeerde been door de realistische toonzetting van een door rellen geteisterd Parijs. De reden voor de onlusten, is de verkiezing van een extreemrechtse president die de verhoudingen tussen blank en zwart en arm en rijk op scherp zet. Een jeugdbende ziet het leven in de Franse hoofdstad niet meer zitten en besluit naar Amsterdam te gaan. Dat de groep een roofoverval heeft gepleegd en achterna gezeten wordt door de politie speelt ook een rol, maar dat terzijde.

Als een van de leden, Sami de broer van ‘heldin’ Yasmine, door een kogel getroffen wordt, spitst de groep zich. Tom en Farid gaan alvast de grens over, terwijl Yasmine haar broer samen met haar ex-vriend Alex naar het ziekenhuis brengt. Later voegen ze zich bij de twee vrienden. Tenminste, dat is het plan. Een plan dat het begin van het bittere einde betekent…

Van het verhaal moet ‘Frontière(s)’ het niet hebben. Deze Franse film is een soort kruising tussen ‘The Texas Chainsaw Massacre’ en ‘Killing Zoe’ (minus de bankoverval), maar dan een gebit (en geen paar tandjes dus) harder. Regisseur Xavier Gens zet de film in het eerste half uur neer als een soort urban misdaadverhaal om vervolgens naar keiharde horror over te schakelen. Hoewel de overgang niet helemaal vlekkeloos verloopt, werkt het wel. De sfeer wordt geleidelijk aan steeds ongemakkelijker – en de ronkende promoteksten op de dvd-hoes hebben al duidelijk gemaakt dat je bruut geweld mag verwachten – en je voelt gewoon dat het onmogelijk goed kan aflopen.

Hoe mager het verhaal ook is, de acteurs nemen het bronmateriaal bloedserieus. Het acteerwerk is overtuigend en over de gehele linie genomen erg sterk. Hoofdrolspeelster Karina Testa zet Yasmine neer als een bang vogeltje dat langzaamaan transformeert in een moordmachine, maar dan wel één tegen wil en dank. Ook de realistische sfeer, het grofkorrelige uiterlijk van de film en de spaarzame soundtrack zorgen voor ijzingwekkende spanning. Het is erg knap dat Gens zijn film over kannibalistische moordenaars, een gestoorde familie en een psychopathische nazi toch geloofwaardig kan maken. Als er drie clichématige onderwerpen in horrorfilms bestaan, dan is het die voor het genre heilige drie-eenheid wel.

De grootste verdienste van ‘Frontière(s)’ is dat de film doet wat de meeste horrorfilms nalaten, namelijk het generen van angst. Horror is door de jaren heen verzand in een soort mannelijke variant van de romcom. De wiskundige formule ‘bloedmooie tiener(meiden) + sadistische killer = bloed en bloot’ is zo vertrouwd geraakt dat de doorsnee filmbezoeker wel weet wat hij of zij kan verwachten. Horror is lekker gemakkelijk geworden, een verzetje. Zie het als een cadeau dat de ontvanger zelf heeft uitgezocht: leuk, maar de verrassing is weg. Gens werkt ook via bepaalde formules, maar weet wel de juiste snaar te raken. Horror moet eng zijn, een confrontatie met je eigen angsten.

‘Frontière(s)’ is doodeng en schokkend, omdat het over machteloosheid gaat, over overleven in een wereld die je niet kent. Wat de film ook doet, is je ontregelen. Mocht de heldin overleven, wat voor soort leven zou ze dan nog hebben? De dood lijkt op sommige zelfs een bevrijding, want “dan is ze er van af.” Gens duikt diep in de psyche van de mensheid en confronteert je met de meest akelige aspecten ervan: kannibalisme, racisme, misbruik en blinde haat. Hoe grotesk de scènes soms ook kunnen zijn, er is altijd een glimp van realisme te zien. De wanhoop, radeloosheid en het extreme geweld gaan je niet in de koude kleren zitten en blijven na afloop nog in je hoofd zitten. En zo hoort horror te zijn: beklemmend, uitdagend en uitputtend. En laat ‘Frontière(s)’ daar nu het schoolvoorbeeld van zijn. Om in kannibalentermen te blijven: verplichte kost dus!

Frank v.d. Ven