Gandhi (1982)

Regie: Richard Attenborough | 188 minuten | drama, biografie, geschiedenis | Acteurs: Ben Kingsley, Candice Bergen, Edward Fox, John Gielgud, Trevor Howard, John Mills, Martin Sheen, Ian Charleson, Athol Fugard, Günther Maria Halmer, Saeed Jaffrey, Geraldine James, Alyque Padamsee, Amrish Puri, Roshan Seth

“Het is eigenlijk zo,” zei Richard Attenborough, “dat ik helemaal geen regisseur wilde worden. Ik wilde alleen maar díe film draaien.” Voor de acteur was ‘Gandhi’ een missie. Twintig jaar van tegenslag, spot en persoonlijk financieel risico moest Attenborough doorstaan om zijn grote droom te kunnen verwezenlijken: het leven van Mohandas Kharamchand Gandhi (1869 – 1948) zodanig te herscheppen dat zowel een westers als een oosters publiek het spirituele belang van de Mahatma inziet.

Attenboroughs plan kreeg al in 1962 gestalte. Hij liet zich daarvoor vooral inspireren door Gandhi’s uitspraak: “Het is me altijd een raadsel geweest hoe iemand zich gevleid kan voelen door de vernedering van zijn medemens.” Attenborough was toen al producent en zou pas in 1969 zijn eerste film regisseren (‘Oh! What a Lovely War!’). Ergens in zijn achttien jaar durende strijd om ‘Gandhi’ gefinancierd te krijgen kreeg hij het advies om een commercieel aantrekkelijke regisseur als Fred Zinneman (‘High Noon’, ‘From Here to Eternity’) of David Lean (‘Lawrence of Arabia’, ‘Doctor Zhivago’) aan te trekken. Een reeks schrijvers waagde zich aan een script, voordat John Briley de essentie van Gandhi’s leven en werk meesterlijk wist te vangen.

Natuurlijk passeerden in al die jaren generaties acteurs de revue. Voor de hoofdrol kwamen bijvoorbeeld in aanmerking Alec Guiness, Dirk Bogarde, Albert Finney, Tom Courtenay, Robert DeNiro, Dustin Hoffman, John Hurt en Richard Burton. Uiteindelijk viel de keuze op de zo goed als onbekende Ben Kingsley, die van zijn Indiase vader toevallig ook enkele kenmerkende gezichtstrekken had geërfd. Kingsley wijdde zich helemaal aan zijn rol. Hij viel af, leerde yoga, leerde katoen spinnen en deed een dappere poging te leven naar het voorbeeld van Gandhi. Hij was buitengewoon overtuigend als de Mahatma en won geheel verdiend de Oscar voor beste mannelijke hoofdrol dat jaar. De rest van de gigantische cast omvatte een opvallende hoeveelheid toneel- en filmgrootheden van die tijd, onder wie John Gielgud, Martin Sheen en Trevor Howard.

Briley’s scenario begint in 1948 met de moord op Gandhi en de staatsbegrafenis en springt dan terug naar zijn jaren als beginnend advocaat in Zuid-Afrika. Zo is te zien hoe hij in 1893 demonstreert tegen de rassendiscriminatie in dat land. Daarna volgt de film de biografische mijlpalen van Gandhi’s strijd tégen de Britse koloniale overheersing en vóór een versmelting van de Indiase maatschappij en cultuur. Ironisch genoeg leidt Gandhi’s hartstochtelijke geloof in geweldloos verzet vaak juist tot geweld en zelfs doden, nog afgezien van lange gevangenisstraffen voor de vrijheidsstrijder zelf. Veel scènes zijn op de precieze historische locaties gefilmd. Voor de in Rajpath opgenomen begrafenisbeelden waren maar liefst elf camerateams en zo’n 400.000 (!) figuranten nodig.

‘Gandhi’ is een grandioze weerlegging van de stelregel dat films met een lange aanlooptijd meestal tekortschieten omdat de frisheid van de oorspronkelijke inspiratie verloren is gegaan. De film ontving gelijk na de première lovende kritieken en vond overal ter wereld weerklank. Het enige puntje van kritiek zou de lengte van de film kunnen zijn (ruim drie uur), maar dat hoort nu eenmaal bij een dergelijk epos. De film ontving acht Oscars – toentertijd een recordaantal dat alleen was overtroffen door ‘Ben Hur’ (1959) – onder meer voor beste regie, beste script en beste film. Wat Attenborough duidelijk meer genoegen deed dan al die prijzen, was dat tenminste een deel van het publiek zich dankzij zijn filmportret verrijkt voelde door de ontmoeting met Gandhi. Tegen wil en dank zou hij in zijn latere carrière als regisseur van bezielde filmbiografieën (onder meer ‘Chaplin’ over Charlie Chaplin en ‘Shadowlands’ over C.S. Lewis) steeds aan zijn prestatie met ‘Gandhi’ gemeten worden.

Patricia Smagge