Geri’s Game (1997)

Regie: Jan Pinkava | 5 minuten | animatie, korte film | Engelse stemmencast: Bob Peterson

‘Geri’s Game’, met in de hoofdrol(len) een oud mannetje dat nog een gastrol zou krijgen in ‘Toy Story 2’ – als de nauwkeurige speelgoedschoonmaker – won de Oscar voor beste korte animatiefilm. En, het moet gezegd, de animatie is inderdaad prachtig om te zien, en een grote stap voorwaarts wat betreft de vormgeving van menselijke personages, wat toch altijd het grote struikelblok in 3d computeranimatie is gebleken. Ook details als de groeven in de houten tafel en het schaakdoosje, de manier waarop kleding zich beweegt, en de realistische look van het materiaal van deze kleding, zijn indrukwekkend. Tenslotte is het centrale idee van het verhaal ook erg aardig. De oude man die geen gezelschap heeft en dus puur op zichzelf is aangewezen voor een partijtje schaak is tragisch, en heeft komische potentie. De hier gekozen uitwerking is alleen misschien niet de beste die voorhanden was.

Vooral het begin en einde is inhoudelijk effectief. De schaakpartij zelf is jammer genoeg wat eentonig. Het probleem is dat het spelletje zich ontvouwt op een conventionele wijze en niet de tragiek en absurditeit van het concept uitbuit. Er vindt een snelle, dynamische montage plaats waardoor het schaakspel flitsend overkomt, terwijl het spel zelf traag en contemplatief is, en het daarbij gaat om slechts één speler, die bovendien bejaard is. Kortom, de traagheid zou juist het unieke, onderscheidende aspect van de film moeten vormen.

Nu is de achterliggende gedachte dat Geri zich inbeeldt tegen een jongere versie van zichzelf te spelen, maar hierin is niet echt een grote ironie of humoristische kracht verborgen. Wat beklijft is vooral het beeld van het zielige oude mannetje dat in zijn eentje in het park zit en zichzelf moet zien te vermaken. Het was wellicht raadzamer geweest om dit element in de hele film door te trekken. Één van de mooiste shots is die waarin de oude Geri voor het eerst naar de andere kant van de tafel strompelt om een tegenzet te doen. Voorover gebogen, met zijn hand in zijn zij, probeert hij de overtocht te halen, om na zijn tegenzet weer op dezelfde manier terug te lopen. Hierin zit nu juist de grootste tragiek en ook humor, maar helaas komt deze sfeer maar heel even op de kijker over. Het was misschien een grotere uitdaging geweest, maar ook lonender wanneer juist uit deze situatie spanning zou zijn verkregen.

Wat nu overblijft is een mooi geanimeerd filmpje met zowel een oude als een jonge en kwieke Geri, die in een bloedstollende strijd verwikkeld zijn, waarbij de lachjes van de jonge variant nog best vermakelijk zijn, en de angst bij de oude Geri leuk is weergegeven. Toch had de film spannender, wranger, en grappiger kunnen zijn.

Bart Rietvink