Getting There (2002)

Regie: Steve Purcell | 90 minuten | komedie | Acteurs: Mary-Kate Olsen, Ashley Olsen, Billy Aaron Brown, Heather Lindell, Jeff D’Agostino, Talon Ellithorpe, Holly Towne, Alexandra Picatto, Janet Gunn, William Bumiller, Jason Benesh, Ricki Lopez, Shelley Malil, Marcus Smythe, Cheyenne Wilbur, Deborah Hinderstein, James Kiriyama-Lem, Chene Lawson, Tracy Arbuckle, Sterling Rice, Jeff Johnson

Regisseur Steve Purcell, onder andere bekend van ‘Holiday in the Sun’, waarin de Olsen-tweeling de hoofdrol speelt, heeft ook voor deze film weer de hulp van de zusjes ingeschakeld.

Mary-Kate en Ashley zijn van jongs af aan al wereldwijd te zien op televisie en het witte doek. De komedieserie ‘Full House’ was hun doorbraak, ookal waren ze toen nog maar baby’s. In bijna al hun films zijn Mary-Kate en Ashley samen te zien. Je zal dan ook denken dat ze intussen op elkaar ingespeeld moeten zijn, maar in ‘Getting There’ kan de kijker twee amateuristisch te noemen actrices zien spelen.

De zusjes Taylor en Kylie gaan samen met vijf vrienden op weg naar Utah, waar de Olympische Winterspelen plaatsvinden. Het IQ van de zeven vrienden is te vergelijken met dat van een hotdog, het geheel is tamelijk zielig en kinderachtig. Hoewel ze de leeftijd van zestien hebben bereikt en dus auto mogen rijden, schijnt een goed gesprek of enige diepgang in de film niet te kunnen plaatsvinden. In plaats daarvan worden alle Amerikaanse clichés naar boven gehaald. Bijvoorbeeld Toast, hij is één van de vrienden, zijn leven bestaat uit het eten van fastfood, het groeit bijna zijn oren uit. Daarnaast hebben Taylor en Kylie twee vriendinnen mee op reis, een script hebben deze twee actrices niet hoeven doorlezen, want het bestond eigenlijk geheel uit giebelen.

Onderweg komen de zeven pubers een heleboel zelf gecreëerde obstakels tegen, dit zorgt ervoor dat ze tot twee keer toe terug moeten keren naar huis, om uiteindelijk toch nog in Utah aan te komen. Pas het laatste half uur waarin de vrienden zich in Utah bevinden wordt de film een klein beetje interessanter om naar te kijken. De grapjes in de film worden dan iets leuker en de personages komen een stuk sympathieker naar voren.

Steven Purcell heeft zijn aandacht te veel op de reis gericht, terwijl voor de kijker de sfeer en omstandigheden in Utah veel leuker zijn om te zien. Ook het casten van een goede acteur of actrice had de film veel aangenamer kunnen maken.

‘Getting There’ is wellicht leuk voor tieners tussen de tien en veertien jaar. Voor iedereen buiten deze leeftijdscategorie duren de negentig minuten wel erg lang.

Hermia Pullen