Goodbye Bruce Lee – Xin si wang you hu (1975)

Regie: Pin Lin, Harold B. Swartz | 84 minuten | actie, drama | Acteurs: Bruce Lee, Robert Kerver, Ronald Brown, Johnny Floyd, Mung Ping, Fei Lung, Mao Shan, Kuslai, Sandus, Dan Schwarz, Ching Ping Wang

‘Goodbye Bruce Lee’ werd ongeveer een jaar na de dood van Bruce Lee geproduceerd en vormde het begin van een cultureel proces dat te boek kwam te staan als Bruceploitation. De filmstudio’s uit Hong Kong, bang voor inkomstenverlies na de dood van de legendarische superster, besloten de erfenis van Bruce Lee financieel uit te melken door verscheidene gelijksoortige films uit te brengen waarin Lee-klonen de hoofdrol speelden.

Vaak werden deze films ook nog gelardeerd met wat oude archiefbeelden van de meester zelf om zo ook de echte fans naar de bioscopen te lokken. De makers van ‘Good Bye Bruce Lee’ hebben gekozen voor een wat onorthodoxe en ongetwijfeld origineel bedoelde aanpak. We hebben in principe te maken met een soort film in een film. Een veelbelovende vechtsporter en acteur wordt gevraagd om de plaats in te nemen van Bruce Lee in een nog niet afgemaakte rolprent. Ter voorbereiding laten de producenten hem de tot nu toe gemaakte opnames zien. Uiteindelijk blijkt deze film echter de gehele prent te beslaan.

‘Goodbye Bruce Lee’ maakt handig gebruik van alle eerder genoemde elementen die gepaard gaan met het proces van Bruceploitation. Zo lijkt hoofdrolspeler Bruce Li (echte naam: James Ho Chung Tao) uiterlijk als twee druppels water op zijn legendarische voorganger, zij het dat deze acteur over een wat minder gespierde torso beschikt. Kwalitatief houden de overeenkomsten echter al snel op. Hoewel we hier zeker niet met een veredelde houten klaas te maken hebben, kan Bruce Li niet tippen aan zijn illustere voorganger. Bovendien is het aanbod aan stevige en fraai gefilmde knokpartijen in ‘Goodbye Bruce Lee’ nogal mager. Met name het middengedeelte bestaat grotendeels uit overbodige en nietszeggende dialogen, met vaak schmierend acteerwerk, die weinig toevoegen aan het verhaal. Een ander minpunt is de vaak onnatuurlijk en houterig aandoende Engelse nasynchronisatie. Het doel hiervan is waarschijnlijk om de film toegankelijker te maken voor een breed publiek, maar het handhaven van de originele taal en kiezen voor een Engelse ondertiteling lijkt toch een betere optie. Op het narratieve vlak boren de makers teveel verhaallijntjes aan die vervolgens maar half of helemaal niet verder uitgewerkt worden, een strategie die de overzichtelijkheid van het geheel niet altijd ten goede komt. Vrij irritant is verder het deuntje ‘King of Kung Fu’ dat om de haverklap opnieuw voorbijkomt.

‘Goodbye Bruce Lee’ is absoluut geen goede film, al zorgen een paar aardige segmenten ervoor dat de film nog net niet uitdraait op een cinematografisch debacle. Een waardig eerbetoon aan de grote meester is deze prent echter bij lange na niet.

Frank Heinen