Grande Hotel (2010)

Regie: Lotte Stoops | 72 minuten | documentaire

De film ‘Grand Hotel’ dateert uit 1932, won een Oscar, kent Greta Garbo, Joan Crawford en Lionel en John Barrymore als hoofdrolspelers, en draait om de relationele beslommeringen van de gasten van een hoogpollig en goudomrand Berlijns hotel. De documentaire ‘Grande Hotel’, geregisseerd door de Vlaamse Lotte Stoops, draait om Moises, Lapiston, Berta en Dilat en hun belevenissen als gasten van het gelijknamige hotel in de Mozambikaanse kuststad Beira. Berta en Dilat herinneren zich het hotel als een witgepleisterd lustoord van de fifties en sixties, waar de bruiloften langer duurden dan de huwelijken zelf en het zwembad de blauwe verkoeling bood die zelfs de Mozambikaanse hitte kon verdrijven. Moises en Lapiston kennen het Grande Hotel zoals het nu is, in 2011: een kaalgeplukt karkas, tot in de krochten bevolkt door zo’n tweeënhalfduizend mannen, vrouwen en kinderen.

Ze proberen er wat van te maken, al hebben ze daarvoor weinig meer in handen dan hun fantasie: “Wanneer het leven hard is”, zegt een bewoonster,”ga ik na de kerk en bid ik voor een beetje geluk.” Alles is hard in het Grande Hotel. Letterlijk, want behalve het beton resteert er vrijwel niets meer. Er is geen licht, geen water. Een enkele houten deur nog blijft gespaard, omdat erachter iemand woont. De rest is opgebrand, weggebikt, verkocht, gesloopt of gestolen. Hoe je overleeft in zo’n overdekte sloppenwijk, maakt de documentaire duidelijk aan de hand van de verhalen van de bewoners. Lotte Stoops maakte van ‘Grande Hotel’ een peinzende omzwerving, niet een keurig uitgepijlde reis. Traag draait de camera (vanuit een voortrollende auto?) een rondje om het hotel heen. Wenkend leidt Moises ons zijn woning in: een duister trappenhuis in het hotel, ooit op de kop getikt voor tien euro. Even later metselt hij een liftschacht dicht, omdat er te vaak bewoners in kukelen. Of in worden geduwd. In volle close-up spreekt Portugese Berta over haar tijd als gast; Mozambique was tot midden jaren zeventig een Portugese kolonie. Nu woont ze in Portugal, waar ze zich nooit thuis heeft gevoeld. We zien beelden van vroeger in Zapruder-kwaliteit. Van toen het gebouw zich nog niet hoefde te schamen voor zijn naam. Een voice-over vertelt over het overhaaste vertrek van de Portugese overheerser. Een zacht rood draadje vormt de zoektocht naar een kamer met nummer 206. Daar, zo vertelt een huidige bewoner trots, bestelde ooit zijn vader de ene biefstuk na de andere. Hij sliep er in een bed, niet op een stuk karton.

Beira’s Grande Hotel was een al te kostbaar pronkstuk, een verliesgevende reus met maar honderdtwintig kamers. Het bleef amper een decennium open. Al veel langer fungeert het inmiddels als toevluchtsoord voor verschoppelingen en, zo wordt gezegd, voor mensen die niet gevonden willen worden. ‘Grande Hotel’ toont hun leven brokstukje voor brokstukje, zonder commentaar. De conclusie dat de verzamelde brokstukjes model staan voor iets groters, die trek je vooral zelf.

Martijn Laman

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 12 mei 2011