Grandma’s Boy (2006)

Regie: Nicholaus Goossen | 94 minuten | komedie | Acteurs: Linda Cardellini, Allen Covert, Doris Roberts, Peter Dante, Shirley Jones, Shirley Knight, Joel Moore, Kevin Nealon, Nick Swardson, Jonah Hill, Kelvin Yu, Chuck Church, Scott Halberstadt, Heidi Hawking, Shana Hiatt, Todd Holland, John Kirk, Geno Kirkland, Joe Koons, Bryan Ling, Jonathan Loughran, Ross Mark, Katherine Ann McGregor, Kevin Nash, Abdoulaye NGom, Jen Sung Outerbridge, Evan Paley, Randal Reeder, Bryan Ross, Rob Schneider, David Spade, Ted Stryker, Natalie Walk, Harry the Chimp

Er heerst een trend om videogames te associëren met geweld. Het enige geweld in ‘Grandma’s Boy’ bevindt zich op de monitoren van de videogamestesters, maar dat betekent niet dat deze testers er zonder schrammen afkomen in de film. Het gaat tenslotte om een komedie. Er lijkt een afspraak te zijn gemaakt dat alle acteurs die langer dan twee minuten in beeld zijn minimaal één beschamende scène moeten spelen.

De enige die er nog goed vanaf komt is actrice Doris Roberts (‘Everybody Loves Raymond’) die simpelweg de coolste oma neerzet. Ze weet zich als geen ander tussen alle naaktheid en extreem vunzige dialogen als een relatief normaal mens te gedragen. Allesbehalve normaal is de rol van Joel Moore (‘Dodgeball’). Hij speelt een schizofrene developer die regelmatig met een hoogst irritante robotstem zijn gevoelens tot uiting brengt. Het is de bedoeling dat de kijker zich net zo gaat ergeren aan deze persoon als de hoofdpersonen. In dat opzicht is hij 100% geslaagd, maar of dat een goed punt is kun je je vraagtekens bij plaatsen.

Er wordt meer in deze film geblowed dan een gemiddelde ‘Cheech and Chong’ film, en er zit ook meer verhaal in. Weliswaar totaal geen motto of boodschap, maar wel een verhaal. De humor is hier en daar net zo flauw, maar het werkt hier prima en maakt van ‘Grandma’s Boy’ een vrolijke, lichtvoetige komedie. Hij komt uit de Happy Madison keuken, bekend van bijna alle Adam Sandler films. Veel van de gezichten uit die komediefabriek komen hier dan ook voorbij, al dan niet als cameo (Rob Schneider, David Spade). Het is juist Adam Sandler zelf die zijn gezicht niet laat zien. En dat is deze keer maar goed ook, want er hoeft even niet geschreeuwd of gemept te worden.

Wanneer regisseur Nicholaus Goossen wordt gevraagd om zijn film samen te vatten in drie woorden, zegt hij: videogames, oma’s en wiet. De connectie tussen die drie woorden is net zo ver te zoeken als het motto in ‘Grandma’s Boy’. Maar de film pretendeert ook niets meer te zijn. Als het al een boodschap mee wil geven, dan is het dat wiet door iedereen wordt gewaardeerd en als je het niet gebruikt dat je dan in een schizofreen robotmens veranderd. Wij Nederlanders weten wel beter.

Roland Torenbeek