Green Zone (2010)

Regie: Paul Greengrass | 114 minuten | drama, oorlog | Acteurs: Matt Damon, Jason Isaacs, Greg Kinnear, Brendan Gleeson, Amy Ryan, Michael O’Neill, Khalid Abdalla, Antoni Corone, Yigal Naor, Sean Huze, Said Faraj, Martin McDougall, Lewis Alsamari   

Imperial Life in the Emerald City van Washington Post journalist Rajiv Chandrasekaran oogstte door zijn kritische benadering van de Amerikaanse missie veel lof. Het verhaal dat hij baseerde op de cruciale maanden tussen de Amerikaanse invasie in Irak en de overname van de nationale regering biedt daarnaast voldoende stof voor een complete miniserie. Paul Greengrass heeft de complexe verzameling verhaallijnen en perspectieven echter in een spannende film van minder dan twee uur weten te stoppen, wat in gelijke mate zowel een knappe prestatie als het voornaamste manco van ‘Green Zone’ betekent. De titulaire zone, een door Amerikanen hermetisch afgesloten gebied van tien vierkante kilometer in het hart van Bagdad, herbergt namelijk meer controversiële lading dan deze politieke oorlogsfilm kan dekken.

In de fictieve bewerking van scenarist Brian Helgeland volgen we hoofdzakelijk Chief Warrant Officer Roy Miller (Matt Damon), een Amerikaanse officier die in het voorjaar van 2003 de leiding heeft over een team dat als taak heeft het opsporen van de beruchte WMD’s (massavernietigingswapens). Hij is niet alleen overtuigd van het menselijke belang deze wapens te vinden, maar ook van de symbolische betekenis; de grond waar de gehele invasie en opvolgende oorlog op gebaseerd is. De informatie waar zijn team over beschikt blijkt echter keer op keer onbetrouwbaar, waardoor een eerste vondst uitblijft. Een gegeven dat de kijker niet zal verbazen, gezien er ook nu nog niet aangetoond is dat Irak deze wapens in het bezit heeft, of had. De focus ligt gelukkig op het verhaal erachter, dat vanuit de vele perspectieven een interessant totaalplaatje geeft.

Zo is Miller een trouwe soldaat die om de verkeerde redenen een oorlog ingestuurd is, en op basis van zijn eigen idealen besluit onderzoek te verrichten op het moment dat hij bevolen wordt gewoon zijn werk te doen. Damon weet die rol overtuigend weg te zetten, al heeft hij eigenlijk te weinig om mee te werken. Om het verhaal verteld te krijgen, introduceert de plot namelijk een reeks sterk gecaste bijrollen die desalniettemin ook te weinig screentime hebben om alles uit de doeken te kunnen doen. Journaliste Lawrie Dayne (de altijd solide Amy Ryan) is een felle onderzoeker, maar haar overtuigingen blijven achtergrondwerk. Hetzelfde geldt voor CIA-agent Martin Brown (Brendan Gleeson) en de dubieuze marinier Briggs (een zoals zo vaak onderbenutte Jason Isaacs). Clark Poundstone (Greg Kinnear) houdt als belangrijkste afgevaardigde van het Pentagon de Amerikaans politieke pretenties hoog (‘Change has come to The Middle East at last’), terwijl een Irakese burger (Khalid Abdalla) die Miller medewerking verleent het voornaamste thema bevestigt (‘It’s not up to the Americans what happens here’). Het is daardoor weliswaar geen mysterie welk statement Greengrass wil maken. De toon die het boek aanslaat is in de film echter maar deels overeind gebleven, en de leugens rond de inval worden onderbelicht. Er is simpelweg te weinig tijd. Te weinig diepte.

Het bronmateriaal van ‘Green Zone’ heeft dan voldoende lading en diepgang om dezelfde cast drie keer zo lang aan het werk te zetten om alle ins en outs van de beginfase van de oorlog in Irak te behandelen. Van de twijfelachtige gronden om het land überhaupt binnen te vallen tot de complexe verwikkelingen rond het vormen van een nieuwe regering, het netelige web aan belangen en conflicten heeft eigenlijk alles om een intrigerende televisieserie op te funderen. Zoals de verhalen van misdaadverslaggever David Simon en politierechercheur Ed Burns aangewend werden om het fantastische “The Wire” te maken, zo had ook een serie gebaseerd op het werk van Rajiv Chandrasekaran op zijn plaats geweest. De talrijke aspecten die in zijn boek aan bod komen om vanuit meerdere partijen de situatie in Irak te omschrijven, doen namelijk qua brandpunt niet onder voor het gedetailleerde beeld van het harde leven in Baltimore dat in “The Wire” geschetst wordt. Nu wordt het publiek met een onvolledige indruk van de recent historische en nog altijd actuele omstandigheden achtergelaten, al verdient Greengrass de nodige eer door de Amerikanen een rol toe te dichten die verre van standaard is in de bekende optiek van de situatie in Irak. De regisseur mixt echter onnodig genres, en wil teveel schilderen met een te klein palet. Hij maakt daardoor een in potentie politiek intrige van formaat tot een te beperkt ingepakt drama waarin de getalenteerde cast uiteindelijk in het teken staat van een actiespektakel rond hoofdrolspeler Matt Damon. De ondertitel ‘The Bourne Democracy’ had hier dan ook niet misstaan. De boodschap is aanwezig, maar iets meer intelligente thriller en iets minder actie met haastig camerawerk had een onderhoudende film stukken scherper en relevanter kunnen maken.

Robert Nijman

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 15 april 2010