Guantanamero – Arritmia (2007)

Regie: Vicente Peñarrocha | 85 minuten | drama, romantiek | Acteurs: Nicolás Belmonte, Mohamed Chafik, Ako Chavarri, Ismael de Diego, Said El Mouden, Rupert Evans, Carolina Chico Hernandez, Derek Jacobi, Marta Bataller Leiva, Javier Manrique, Saul Vega Mendoza, Alberto Pineda Mier, Sean Myers, Yanulka O’Farril, Raquel Lopez Ogando, Edward Olive, Erica Prior, Ramiroquai, Beatriz Silva Rodriguez, Ener Diaz Rosa, Sandra Cardozo Santana, Miguel Such, Natalia Verbeke, Marbelys Zamora

Er zijn al verschillende “fictie” films en documentaires gemaakt over (recente) oorlogsmisdaden in gevangenissen als die in Guantanamo-Bay en Abu Ghraib, maar een veelzijdige, abstracte arthouse-benadering als van filmmaker Vicente Peñarrocha is nog niet vaak vertoond. Ten eerste is de contemplatieve, dromerige sfeer een interessante aanpak, en ten tweede is het boeiend dat er geen eenzijdig gezichtspunt wordt ingenomen. Dat wil zeggen, het argument is wel heel duidelijk dat de (veelal onrechtmatige) gevangenschap en behandeling van de gevangen moreel wordt afgekeurd en alleen maar desastreuze gevolgen kan hebben voor de betrokkenen. Maar het is te prijzen dat niet alleen de gevangenen als slachtoffers of “menselijk” worden gezien, maar dat ook de beulen of cipiers (soms onoverkomelijke) gewetensbezwaren kunnen hebben bij hun eigen daden. Dat de film toch wat aan diepgang mist in de ontwikkeling van de personages en de dialoog en toon hier en daar wat pretentieus aanvoelen, is enigszins te betreuren, maar het doet niets af aan de sterke sfeer, technische competentie, en waardevolle originele benadering van de productie.

Als een soort onbeschreven blad spoelt Ali (Rupert Evans) op een Cubaans strand aan en komt de kijker, samen met hem, via flarden uit zijn geheugen steeds meer over hem te weten. Al snel wordt duidelijk dat hij gevangene was op Guanatanamo-Bay, en het eerste uur van de film gaat dan ook vooral over zijn ervaringen aldaar en wat de gevolgen zijn (geweest) voor zijn verdere leven. Er komen afschuwelijke beelden voorbij van de martel/ondervraagmethodes, waarbij de gevangenen een dunne katoenen zak over het hoofd krijgen en vervolgens met water in het gezicht gespoten worden, waardoor de ze bijna verdrinken. Ze krijgen steeds dezelfde vragen voorgeschoteld: “Ben je lid van Al Q’aida?”, “Hoe heet je ook alweer?”, en het is niet moeilijk te bedenken dat je in zo’n situatie op den duur aan alles gaat twijfelen. Of dat je alles zegt wat ze maar willen horen.

Ook al ben je niet schuldig, of kom je op wat voor manier dan ook weer in de vrije wereld terecht, het is maar zeer de vraag of en in hoeverre je nog een menselijk bestaan zult kunnen leiden. Dit is een beetje de centrale boodschap van de dialoog van Ali in het eerste uur van de film. “Elk moment doet pijn,” zegt hij in een voice-over. Hij simuleert zijn hartslag: “Klop. Klop. Pijn. Ik ben bang om te zijn wie ik ben. Om lief te hebben. Dat is wat ze me hebben aangedaan.” Hoewel de sentimenten oprecht en waarachtig zijn, komt de dialoog soms wat overdreven poëtisch over. Ook lijkt de tentatieve romantische verhouding tussen Ali en Manuela (Natalia Verbeke) aanvankelijk niet echt passend te zijn voor een dergelijke contemplatie over gevangenschap, pijn, en schuld, totdat duidelijk wordt dat dit soort emoties groter gezien moeten worden. Dat het vooral gaat om de Liefde met een grote “L” en het vermogen om dit nog te ervaren. Of er dan echt een lange scène nodig is met een erotisch liefdesspel, is dan de vraag, maar het camerawerk blijft redelijk discreet en ach, zelfs de kijker kan wel wat momenten vertier gebruiken te midden van deze zware kost.

In het laatste half uur van de film bedient de regisseur zich van een interessante perspectiefwisseling, en krijgt de film een welkom veelzijdig karakter. Tot die tijd was ‘Guantanamero’ een introspectieve, dromerige filmbeleving, maar eentje die toch wat gebrekkig was qua karakteriseringen. Ali en Manuela komen beiden eigenlijk niet voldoende tot leven, en de laatste akte van de film voegt toch wel het een en ander toe en laat eerdere scènes beter op hun plaats vallen. Dit alles gecombineerd met de mooie fotografie en camerawerk (veelal in sepia-tinten), en de dromerige, melancholische muziek maakt van ‘Guanatanamero’ een originele, waardevolle toevoeging aan dit (sub)genre over oorlogsmisdaden en hun emotionele gevolgen.

Bart Rietvink