House of Boys (2009)

Regie: Jean-Claude Schlim | 91 minuten | drama | Acteurs: Layke Anderson, Benn Northover, Eleanor David, Steven Webb, Luke Wilkins, Udo Kier, Emma Griffiths Malin, Oliver Hoare, Stephen Fry, Joanna Scanlan, Loic Peckels, Sascha Ley, Chris MacHallem, Tom Leick, Alain Kahn, Gintare Parulyte, Harry Ferrier, Jules Werner, Nora Konig, Luc Feit, Ross Anthony, William Cohn

‘House of Boys’ (2009) is het geesteskind van de Luxemburgse filmproducent Jean-Claude Schlim, die uit zijn eigen ervaringen putte. In de jaren negentig verloor hij zijn grote liefde aan aids. Om de impact van het verhaal te verhogen verplaatste hij het verhaal tien jaar terug in de tijd, naar 1984, de tijd waarin de ziekte voor het eerst de kop opstak en men nog maar weinig wist van de oorzaken en de gevolgen ervan. Hij heeft dat gedaan omdat aids tegenwoordig in het westen niet zo veel impact meer lijkt te hebben, omdat dankzij talloze medicijnen de levensstandaard van zij die besmet zijn zo veel beter is geworden en de ziekte daardoor niet meer per definitie dodelijk hoeft te zijn. Daarom stond hij zich wat geschiedvervalsing toe voor zijn coming-of-age-verhaal, gebaseerd op zijn eigen jonge jaren. Frank (Layke Anderson) laat zijn thuis in Luxemburg achter zich om zijn dromen achterna te gaan. Hij belandt in Amsterdam, een paradijs voor jonge homo’s als hijzelf en een plek waar hij eindelijk zichzelf kan zijn.

In het begin is alles nog één grote ontdekkingsreis voor Frank. Hij komt terecht in de House of Boys, een nachtclub die gerund wordt door de transseksuele Madame (Udo Kier), die jonge jongens onderdak biedt. In ruil daarvoor vraagt hij hen erotische shows te verzorgen voor zijn gasten, en een enkele keer ook om met hen in bed te duiken. Zijn grote ster is Jake (Benn Northover), die beweert hetero te zijn maar er geen enkele moeite mee heeft oudere homo’s te vermaken met zijn lichaam. Frank is direct zeer onder de indruk van deze mysterieuze Jake, die zijn voorzichtige avances negeert. Hij werkt alleen in de House of Boys, zo beweert hij, om geld te verdienen zodat hij straks met zijn vriendin er vandoor kan gaan. Maar wanneer zijn vriendin het uitmaakt en Frank er is om hem te troosten, bloeit er toch wat op tussen de twee jongens. Rond die tijd beginnen zich bij Jake echter ook de eerste symptomen te vertonen van een mysterieuze ziekte. Dokter Marsh (Stephen Fry) doet zijn uiterste best om Jake en Frank te helpen, maar in een tijd waarin nog maar weinig bekend is over de ziekte, is dat niet eenvoudig.

‘House of Boys’ is een film met twee gezichten. Het begint allemaal erg frivool en kleurrijk; de ontdekkingsreis van Frank staat centraal. Hij leert niet alleen wie hij zelf is, maar ontmoet ook mensen die net zoals hij zijn. In de House of Boys komt hij terecht tussen excentriekelingen (de transseksueel Angelo, die spaart voor een operatie om definitief vrouw te worden, maar ook de stoere graffiti-artiest Dean behoort tot zijn nieuwe huisgenoten) en de tragische gevallen (Herman, die thuis mishandeld wordt). Emma (Eleanor David), de enige vrouw in hun midden, waakt als een moederkloek over de jongens. De frivoliteit maakt in het tweede gedeelte plaats voor ernst en tragiek, wanneer Jake ernstig ziek wordt en in het ziekenhuis belandt. Hier komt namelijk het duidelijkst naar voren dat de jongens niet de beste acteurs zijn; eerder werd hun gebrek aan capaciteiten nog verbloemd omdat er nog niet zo veel van hen verlangd werd. Een groot voordeel is dat de meeste jongens wél sympathiek overkomen, waardoor het ook niet zo erg is dat het geen goede acteurs zijn. Al vraag je je af wat Frank toch in die chagrijnige Jake ziet. Goed, hij heeft een tragisch verleden, maar dat geeft hem nog geen excuus om in de gehele eerste helft van de film als een botterik rond te dolen.

In alle opzichten geldt eigenlijk dat ‘House of Boys’ het meer van de goede bedoelingen moet hebben dan van de kwaliteit, want net als het acteerwerk is ook het script niet geweldig. De productie oogt redelijk professioneel, ondanks het feit dat Keulen voor Amsterdam door moet gaan en iedereen stug Engels blijft spreken. De goede intenties hebben waarschijnlijk ook Udo Kier en Stephen Fry over de streep getrokken om mee te doen aan deze productie en zijn er eveneens voor verantwoordelijk dat je deze film niet te streng wilt afrekenen op zijn minpunten. Schlim, die niet alleen de regie verzorgde maar ook het script en de productie voor zijn rekening nam, maakte een zeer persoonlijke film die meer dan onderhoudend is (mede dankzij de fijne muziek, want Schlim brengt een ode aan de new wave van begin jaren tachtig). Hoewel matig uitgevoerd leef je namelijk wel erg mee met de jongens en dat Schlim ons zo ver krijgt, is een prestatie op zich.

Patricia Smagge